‘Neen, ik weet zeker, dat ik het gedaan heb, ik had het in mijn hand, toen ik naar beneden ging,’ zei Dora beslist maar toch voelde ze in haar kastje om de anderen te overtuigen.
Ze zocht, ze tastte, - ze boog zich voorover, om zelf te zien, - ze woelde ongeduldig alles om, haalde alles uit haar kastje, uit haar tasch, - het album was weg!
‘Weg?’ vroeg Loulou ongeloovig.
‘Weg!’ zei Dora, die er niets van begreep.
‘Kijk eens onder de bank!’ ried Jet, zelf zocht ze mee. Het was wel onbegrijpelijk en ondenkbaar dat dat mooie boek op den grond zou liggen, maar ze keken toch. Alles was mogelijk. Maar het was er niet.
De meisjes zagen op. Er was niemand in de klas dan Liesbet.
‘Heb jij het album misschien ook gezien?’ vroeg Loulou; ze vond het wel een pijnlijk onderwerp, maar de zaak was zoo gewichtig, dat ze niet nalaten kon het haar te vragen.
Liesbet antwoordde niet; ze schudde even van neen, toen ging zo bedaard met haar boeken voort.
‘Wie was er toch ook in de klas, toen we binnenkwamen, die zoo gauw wegliep?’ vroeg Loulou.