Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een booze stiefmoeder! (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een booze stiefmoeder!
Afbeelding van Een booze stiefmoeder!Toon afbeelding van titelpagina van Een booze stiefmoeder!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (19.87 MB)

ebook (3.52 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.G. Kesler



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een booze stiefmoeder!

(1922)–Tine van Berken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

Hoofdstuk XX.
Feestelijke voorbereidingen.

Het was zeer koud. Bloemen stonden op de ruiten van het zoldervenster. Den adem van de meisjes kon je zien. Het kaarslicht flikkerde en scheen telkens uit te waaien.

Dora lag met de knieën op den grond voor een groote bloemenmand, waarin wat aardkluiten.

‘Denk je, dat we hiermee nog wat kunnen doen?’ vroeg Dora.

‘Wel natuurlijk!’ zei Pim met groote zekerheid.

‘Die aarde zit er al bijna een jaar in, Pa en Moe hebben de mand bij hun trouwen gekregen.’

‘Dat doet er niet toe,’ zei Pim, ‘geef me de karaf met water maar even.’ Ze bukte zich over de mand heen, wierp met een kordate beweging de bruine krullen, die haar over de ooren vielen, naar achteren en begon met haar nette jongedameshandjes de brokken zand en aarde fijn te maken. Toen goot ze er wat water op. Dora hielp ook mee de aarde te kneden.

‘Ik wou, dat Annie maar kwam,’ zei Dora, ‘Mietje

[pagina 118]
[p. 118]

staat op de wacht om open te doen, zoodra ze schelt. Moe zal toch niet komen kijken, wel?’

Daar werd al gescheld.

‘Ik ben er benieuwd naar, wat ze meebrengt,’ zei Pim, ‘het is een groote mand, dus we moeten flinke bloemen hebben.’

Daar kwam ze de zoldertrap al op, lachend en met een kleur onder haar besneeuwd mutsje.

‘Kijk eens,’ zei ze, ‘hoe vinden jelui die?’ en met een blik vol trots bracht ze uit een groot vloeipapieren peperhuis een kolossalen bouquet te voorschijn. ‘Voor zestig cent, ik heb al ons geld opgemaakt.’

‘Ze zullen er beeldig in staan,’ ging ze voort, terwijl ze Pim, die met een gewichtig gezicht uit de bloemen een keus deed, met diep ontzag beschouwde.

Dora en Annie vergenoegden zich met de nederige rollen van toeschouwers.

Pim van Alfen was steeds op school bekend geweest als een meisje, dat smaak had. Ze wist een lintje te strikken op een manier, dat Dora er met dommen open mond bij stond; en haar handwerkjes waren meesterstukjes.

Het scheen, dat Pim niet tevreden was met haar werk. Driemaal had ze, toen het er een beetje op begon te lijken de bloemen weer uitgetrokken, tot groote teleurstelling van Dora en Annie, die niets liever wenschten, dan de mand zoo gauw mogelijk klaar te zien.

Maar de meisjes waren geduldig, ze waren toch al in haar schik, dat Pim, zooals ze zei, de mand arrangeerde.

[pagina 119]
[p. 119]

Het scheen niet zoo makkelijk te gaan, als Pim aanvankelijk gedacht had. Sommige bloemen hadden de hinderlijke eigenaardigheid telkens om te vallen, andere leunden als dronken, met zware hoofden tegen het hengsel aan.

Dora en Annie staarden naar de bloemkorf met lange gezichten, zonder iets te zeggen.

‘Mooi vind ik het niet,’ zei Pim neerslachtig. ‘Hoe vind jij het, Dora?’

Dora zuchtte. ‘Ellendig,’ dacht ze in stilte, maar ze zei: ‘'t Gaat nogal.’

‘En jij, Annie?’

‘Een...... een beetje scheef,’ zei Annie.

‘We hadden eigenlijk ijzerdraad moeten hebben,’ zei Pim, ‘ik weet niet, wat ik er aan doen moet, ze vallen allemaal om. Heb je geen ijzerdraad, of iets dat er op lijkt?’

‘Breinaalden?’ vroeg Annie bescheiden, bang om uitgelachen te worden.

Pim's gezicht klaarde op. ‘Die zouden ons misschien kunnen helpen,’ zei ze, ‘heb je er veel?’

‘Geen een,’ zei Annie kleurend.

‘Ik weet er wel.’ Dora stond op, uit een oude chiffonnière haalde ze een pakje roestige breinaalden te voorschijn. Er waren er twaalf.

Toen ging het beter, Dora en Annie hielpen nu ook mee de bloemen in de mand te schikken. Pim had de groote goudkleurige chrysanthemum rechtop in het midden gezet. Prachtig stond ze daar, als een koningin, omringd door haar onderdanen.

‘Nu is het beeldig!’ zei Pim, toen de bloemen een

[pagina 120]
[p. 120]

plaatsje hadden en naar alle kanten haar nieuwsgierige hoofden uitstaken.

‘Een strik op het hengsel zou prachtig staan,’ meende Pim, ‘heb je ook lint of vloei?’

‘We hebben nog gefronsd brons vloei,’ zei Dora.

Met groote handigheid maakte Pim nu een sierlijken strik om de mand.

‘Prachtig!’ riepen Dora en Annie nu uit één mond. ‘'t Is net, of het een mand uit een bloemenwinkel is,’ zei Annie opgetogen.

‘Nu moeten we naar beneden, Moe zal toch al niet begrijpen waar we blijven,’ en Dora trachtte de oogen van de schoone mand af te wenden en de anderen mee te tronen.

‘Waar zijn jelui zoo lang geweest?’ vroeg mevrouw Hemmink. ‘Was het niet koud boven?’ en ze keek naar het roode neusje van de logée.

‘We hebben...... we hebben even onze handen gewasschen,’ zei Dora.

‘O!’ zei mevrouw Hemmink, alsof het vanzelf sprak, dat ze daarmee bijna twee uur waren bezig geweest.

‘Ik heb een keteltje chocolade klaargemaakt,’ zei Mevrouw, voor ieder een kopje neerzettend.

De meisjes hadden het al geroken. - Het smaakte best, en ze werden er door en door warm van.

‘Begrijp je, dat het al tien uur is?’ vroeg Dora, met een verschrikten blik naar de klok.

Niemand had gedacht, dat het zoo laat was. Maar ofschoon ze allen een gevoel hadden of de avond pas begon, ze gingen toch naar boven en naar bed.

[pagina 121]
[p. 121]

‘Heb je den tafellooper bij de hand?’ vroeg Pim, toen ze zich uitkleedden.

‘Ja, hij ligt met Annie's lampekap op de bovenste plank in onze kast. Denk je, dat Moe er blij mee zal zijn?’

‘Dat spreekt,’ zei Pim, ‘je hebt hem keurig afgewerkt.’

‘Als we er nu de quatre-mains maar goed afbrengen,’ zei Dora. ‘Ik vergis me altijd met den derden regel. Hoe is die ook weer? Ta-ta-toem, ta-ta-ta!’

Voor ze de kaars uitbliezen, wierpen ze een laatsten blik op de mand met bloemen.

Toen gingen ze slapen, Dora en Annie en Pim, met het voornemen den volgenden dag zoo vroeg mogelijk op te staan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken