No. 90.
Hoorn krans den. 14 November 1892.
Mijn lieve Eerwaarde Luitland den Heer FransuasGa naar voetnoot1) Ten laats heb ik een briefGa naar voetnoot2) geschreven, naar den Heer Köhler, in zijn afwezigheid, maar ik [heb] tot dus geen antwoord gekregen, Zoo stur ik deze mannen naar U Eerwd. om mijn Wagen en ossen en werk van wagen en ossen te ontvangen, Zoo smeek ik U geef mij toch mijn goedoers, als U het belief met deze mannen, Want wat ik aan Ottö schuld is zal ik betalen als hij mij vraagte, maar wat ik aan Rechters gegeven heb wil ik van hun ontvangen,
Want Otto heef mij bedrogen.Ga naar voetnoot3)
Hoopende dat U mij zult geven. Sluit ik met groetenis
Ik ben Uwen vriend
Hendrik Witbooi
Hoofd Captein der Noord Groot Namagualand.