No. 41.
Hoornkrans den 28 Juny 1891.
Geliefde Eerwaarde Heer R. Doncan!
Ik maak U bekend, de Duitschters is nu opgestaan met zyne magtige werken, en heeft nu de kruit gestopt, tegen ons, zoo kan ik niet meer schietgoed krygen, en ik heb de damaras een brief van vrede gegeven, maar zy willen vrede niet aannemen en de damaras is nu nog bepaald,Ga naar voetnoot1) om nog eers weder eenmaal op Hoornkrans te komen met zyn oorlog, maar ik ben nu zeer zwak van schietgoed, zoo maak ik een vriendelyke verzoek aan U Eld, om my toch weder van oondant geldGa naar voetnoot2) te helpen, om toch hier op Rehoboth te zoeken van schiet goed, want daar kan ik toch nog op een wonderlyke wyse krygen met geld,Ga naar voetnoot3) zoo help my toch lieve oude vriend, zoo als U my altyd help, want ik hoop op U, en ik zal haastelyk wachten op deze vraag, want de damaras is al klaar.
Met groetenis aan U allen, blyf ik U vriend kapitein
Hendrik Witbooi.