Die dagboek van Hendrik Witbooi
(1929)–Hendrik Witbooi– Auteursrecht onbekendKaptein van die Witbooi-Hottentotte 1884-1905
[pagina 101]
| |
van een brief,Ga naar voetnoot1) die ik U Edele geschreven hebt doet ik deze regelen en vraag u Edele. Heeft u Edele my geaanwoort of niet? als U Edele my niet geaanwoort hebt verzoek ik U Edele om toch my te aantwoorden, want ik hoorde noch de dingen, waarofer ik U Edele geschreven, dat te Verschoendragers deden wat zij willen in het land: en dat wil ik niet hebben.
Hopende dat u Edele mij zal aantwoorden Sluit ik met hartelijke groetenis Ik ben Uwen broeder en kapitien Hendrik Witbooi. |
|