bont en opgezette vogels, worden op dezelfde plechtstatige manier beschreven, maar daar ze uit zichzelf al iets lachwekkends hebben, wordt de wanverhouding hier nog groter en daardoor karikaturaler. Dat is meteen merkbaar aan de taal, die nog retorischer klinkt: ‘De schade is groter dan ik verwachtte, ik moet toegeven: zelfs catastrofaal. Vermoedelijk is geprobeerd het volume van deze verzameling drastisch te verkleinen door samenpersing. Dat dit van oudsher met de voet gebeurt mag als bekend verondersteld worden’, enz. Het verlies, de leegte, het onvermogen wordt groter, er is een duidelijk (averechts) crescendo, de objectieve ironie wordt zwaarder, zonder nochtans ooit haar neutraliteit te verliezen en in zelfironie om te slaan, ook niet - en dit is daarom een karakteristieke passus - op het ogenblik dat de ik-figuur een beklagenswaardig zelfportret ten beste geeft (89).
De slotscène (derde stadium) heb ik daarnet met veel meer woorden moeten weergeven dan de andere, omdat in het verhaal zelf het zonderlinge element hier enigszins terugwijkt uit de taal en veel meer in de voorstelling der gebeurtenissen komt te liggen.
De taal verliest inderdaad wat haar plechtige plooi en maakt op directere manier gebruik van de ironie, o.m. door een ‘foutieve’ samentrekking als de volgende: ‘Helaas bezit ik geen badjas, dus trek ik in armoe en godsnaam de regenjas maar weer aan.’ De handelingen zelf daarentegen overschrijden nu duidelijk de grens van het normale: de contrastwerking is hier verschoven tussen het vrij bizarre gebeuren en de nuchtere, relativerende manier waarop het wordt uitgedrukt. Waar de leegte één ogenblik scheen gevuld te kunnen worden al was 't maar door 't beetje gloed van 'n clownesk erotisch spelletje, blijft niets anders over dan de verkleumende kou. De enige opflakkering van energie en koddige levenslust wordt onmiddellijk gevolgd door ‘de pose van een stervende’.
Doordat Heere Heeresma die zelfstandige, wat in het ijle hangende wereld van pompeuze en burleske leegte in zijn schriftuur overtuigend en waar heeft kunnen maken, heeft hij zich in dit nieuwste boek een schrijver van bijzonder gehalte getoond.
Heere Heeresma: Juweeltjes van waterverf, Contact, Amsterdam.