zonder veel of helemaal zonder geloof, zonder veel verwachtingen, met twijfel, onzekerheid en wanhoop. Hij bevindt zich midden in de incoherentie, vrij en alleen, dat wil zeggen ‘eenzaam en angstig’. De achtergronden en groei van dit tragisch besef worden verhaald in het meest autobiografische getuigenis uit het boek: Een Saulinische ervaring, waarin de auteur zijn verwijdering van het katholicisme en van iedere vorm van religie beschrijft. Het is een stuk lucide, analyserende bekentenisliteratuur, waarin aangrijpende passages staan. Ik denk hier vooral aan het sobere, uitgepuurde relaas van de dood van de vader, dat culmineert in het besef van de totale menselijke eenzaamheid: ‘Ik zag hem, als buiten mijzelf, niet als mijn vader, maar als een man die lag te sterven, en ik herinner mij één ogenblik waarin ik onweerstaanbaar, als in 'n duizeling onontkoombaar en reddeloos zeker wist dat men nooit iets voor elkaar kan doen’. De hier ondernomen speurtocht in de eigen jeugd en het verleden, de strikt persoonlijke ervaring van de vervreemding van alle ideologieën, het tragische individualiteitsbesef en de ontdekking van de betekenis van het schrijverschap, vinden hun objectiever, ‘centrifugaal’ pendant in twee voortreffelijke essays uit het laatste deel van het boek: Jean-Paul Sartre en het misverstand en Tragedie en tragiek. Het eerste essay handelt vooral over Les Mots, het prachtige boek (trouwens door Dubois vertaald), waarin de Franse schrijver eveneens terugblikt op zijn jeugd, op het ‘verraad’ daaraan en de daarmee samenhangende existentiële betekenis van zijn schrijverschap: ‘Van geboorte tot dood bepaald, verraden door onze staat van mens, veroordeeld om nooit onszelf te zijn, zullen wij toch, hoe gering onze waarde ook moge zijn, deze bereiken door verraad te plegen: onszelf doen
bestaan in zoverre wij ons ontrukken aan onszelf en aan anderen; wellicht de mens tot stand brengen door hem los te maken van zijn verleden...’
De grondige kennis van het werk van Sartre, waarvan Dubois hier getuigt, en zijn dit keer scherpe polemieken tegen pietluttige Nederlandse misvattingen, leveren hartversterkende lectuur. Het andere, vijftig bladzijden lange opstel tenslotte, bevat een belangwekkende schets van de ontwikkeling van het tragische levensbewustzijn van de antieke Griekse tragedie tot in de