die iedere dogmatische en externe benadering van het kunstwerk onmogelijk maakt.
Maar toch poogt dr. Dresden, als gewetensvol en dialectisch redenerend theoreticus, enkele malen het structuurbegrip nader te omschrijven. Het is tekenend voor zijn opvatting en methode, dat hij dit vooral pas doet aan het eind van zijn boek, veeleer als vastgesteld resultaat dan als vooropgezet axioma. Daar onderscheidt hij structuur van een aantal andere (en allemaal vage en dubbelzinnige) termen als vorm, gestalte, schema, idee, compositie etc. Hij komt tot de altijd opnieuw experimenteel te bewijzen conclusie, dat de structuur nergens zit ‘tenzij in het werk’ zelf, en dat het structuralisme een nog steeds zoekende methode is, ‘toe te passen op de roman die zelf een zoeken naar zin betekent’. Het zijn (althans voor mij) verkwikkende woorden, die getuigen van altijd onzeker en ‘open’ blijvende mentaliteit van een geestesgesteldheid die óók tegenover het kunstwerk geen enkele doctrinaire opvatting aanvaardt.
Het structuurbegrip spruit voort uit de overtuiging dat bij de literatuurstudie naar een methode moet gezocht worden die de roman recht doet wedervaren als literaire schepping. Uitgangspunt zal dan moeten zijn de vraag naar het hoe, naar de techniek, naar de wijze waarop een roman in elkaar zit (11). ‘Daarbij wordt het verhaal zelf echter niet uit het oog verloren. Er is immers geen sprake van dat het verhaal in de roman zich los laat denken van de wijze waarop het verteld wordt’ (12). Ten slotte laat het probleem zich herleiden tot de aloude en fel bediscussieerde verhouding van inhoud en vorm, met dien verstande echter dat deze beide begrippen door de historische ontwikkeling van zowel ideologische als formalistische kritiek hopeloos besmet en onbruikbaar zijn geworden. Juist de zo ruim verbreide misvatting dat ‘vorm’ en ‘inhoud’ als abstracte denkbeelden enige realiteitswaarde zouden bezitten, wordt door het structuurbegrip krachtig bestreden.
Een roman bestaat slechts als concreet, autonoom en ondeelbaar werkstuk, waarin een bepaalde verhaalsinhoud slechts in en door een bepaalde schrijf-techniek verwezenlijkt zit en het is de taak van de kritiek die gecreëerde eenheid in haar essentie