Voorbericht.
Wy neemen de vryheid onze kunstlievende Landgenooten weder eenige stukjes van onzen dichterlyken arbeid aan te bieden. Wy voegen die byéén, dewyl wy oordeelen dat, nu de hoogste Wysheid onze harten en handen door eenen troostryken Echt verëenigd heeft, onze Poëzy niet moest gescheiden zyn. Vier van de Dichtstukken, in deeze verzameling vervat, hebben tot onderwerp, de Natuurlyke, Burgerlyke, en Godsdienstige Vryheid, en liefde voor het Vaderland: het vyfde behelst een bewys dat de onschuld niet altoos ongestraft verdrukt word. Om aan deeze uitmuntende onderwerpen zo veel recht te doen als in ons vermogen was, hebben wy daaräan geenen anderen vorm kunnen geeven dan die der Tooneelpoëzye; als zynde best geschikt om de karakters en hartstochten in hun waare licht en sterkste werking te vertoonen. Wy vleijen ons dat deeze verzameling eene gunstige plaats by onze andere dichtwerken zal vinden, en, nevens dezelven, aan onze Landgenooten zo wel een nut en stichtend als verstandig vermaak opleveren.