| |
VII
Het congres der wijkclubs, waarvan wij in het vorige hoofdstuk gewaagden, had ook beslist een weekblad uit te geven voor het arrondissement Gent. Dit blad zou vooral op den buiten verkocht worden.
Het was geene gemakkelijke onderneming. De bui- | |
| |
tenlieden waren gewoon de socialistische schriften kosteloos te ontvangen. Het blad De Landbouwer verdedigde wel de belangen der landlieden, maar eene hervormende werking op het denken en op het karakter dier werklieden kon het niet hebben. Het tijdsverloop, tusschen iedere verspreiding gelegen, was te groot. Het weekblad zou dus veel nut kunnen stichten, maar het zou moeten gekocht worden.
Zouden de buitenlieden 2 centiemen willen betalen voor een blad, dat door de overheden verboden was? En dan nog, wie zou de bladen gaan verkoopen? Zouden er personen gevonden worden met genoeg opofferingsgeest om die taak te aanvaarden, de ver van elkander verspreide woningen der buitenlieden te gaan opzoeken, er het blad te gaan aanbieden trots de moeilijkheden en het gevaar, en zulks niet ééne maal maar alle zondagen? Langs een anderen kant, het arrondissement Gent-Eekloo bevat 99 gemeenten; als ieder propagandist 2 gemeenten bewerkte, waren er 50 apostelen noodig. Deze moesten eerst gevonden worden om dit propagandawerk te kunnen inrichten.
En toch verscheen weldra het eerste nummer van het socialistisch weekblad De Toekomst; het werd in 44 gemeenten door 44 propagandisten verkocht.
De verkoop van De Toekomst had twee goede uitwerkselen: Vooreerst, de buitenliedenwerden regelmatiger op de hoogte der maatschappelijke gebeurtenissen gehouden; onder socialistische beoordeeling leerden zij nu allerlei zaken en gebeurtenissen kennen die hen vroeger vreemd bleven; zij vereenzelfden zich met de zienswijze van het weekblad. Ten tweede er was nu een band gesmeed,
| |
| |
tusschen de socialisten van de stad en de werklieden van den buiten.
De verkoopers kwamen alle weken om een aanmoedigend woord tot de lezers en tot de buitenlieden te richten; weldra hadden zij vrienden en op de dorpen ontstond aldus een bestendig nazicht der daden van den kasteelheer, van den burgemeester, van den priester, van allen die zich vijandig toonden aan den vooruitgang.
Wat men in het arrondissement Dendermonde ondervonden had met de samenwerking, bleef ook niet achter in het arrondissement Gent-Eekloo, nadat het weekblad De Toekomst gedurende zekeren tijd verkocht was.
Te Loochristi, eene gemeente op anderhalf uur van Gent gelegen, kon eene vereeniging gevormd worden. De gelden door de leden ingelegd, dienen nog om reizen te doen. Weldra hoopt men een deel der bijdragen te mogen gebruiken voor de propaganda. Voor het oogenblik durft men nog niet. Zouden de leden reeds ontwikkeld genoeg zijn om eene zekere som te willen afstaan voor de lotsverbetering aller verdrukten?
De wijkclub der Heirnisse te Gent draagt de kosten der propaganda in deze gemeente. Voorwaar, geen geringe last! Nu en dan worden te Loochristi feesten ingericht, die altijd goed lukken.
Het gebeurt echter wel dat de burgemeester de gendarmen ontbiedt en onnoodige voorzorgen neemt. Zoo werden eens op eene meeting de gendarmen voor het verhoog geplaatst, met het zichtbaar doel schrik onder de inwoners te verspreiden en ze aldus van de socialisten te verwijderen. Maar op onze man- | |
| |
nen had die kleine list geen vat en wanneer de dorpers ons zoo kalm zagen, deden zij ook alsof zij niets bemerkten. De slotsom was dat de burgemeester zich enkel belachelijk had gemaakt.
Te Loochristi is het socialisme aan 't ontkiemen. Enkelen zijn reeds het tijdperk van zucht naar geweld voorbij; de haat tegen de rijken vervormt zich in verachting voor het kapitalisme; zij willen niet de personen, maar het stelsel bestrijden, het vervangen door de socialistische regeling die de aarde met hare vruchten aan het menschdom schenjken zal tot aller geluk.
Te Loochristi hebben er soms geheime, nu en dan ook openbare vergaderingen der leden van de maatschappij en hunne vrienden plaats.
Die vergaderingen zijn echte modelsamenkomsten. Nooit een dronken persoon, altijd minstens een zestigtal getrouwe, kloeke mannen, die met geestdriftige gebaren handelen over hun voornemen te werken om meer leden te verzamelen die het socialisme niet als een verwoestend, maar als een wereldbeschavend middel willen aanwenden. Dergelijke vergaderingen hebben minstens iedere maand plaats.
Dank aan het weekblad De Toekomst zijn de socialisten ook te Waarschoot, te Sleidinge en te Eekloo binnengedrongen.
Sinds lang verkocht men het blad te Waarschoot. Het ging er gelijk overal: eenige vrienden, nu en dan de aanwinst van enkele lezers of ook soms wel het verlies van een of meer lezers. Maar gedurende de beweging voor Algemeen Stemrecht van 1902 stond gansch de werkersbevolking op. De tramcar die met de propagandisten aangerold kwam, werd
| |
| |
zingend door het volk ontvangen. Het was de buiten die opstond. Deze algemeene beweging had een edele strijd als gevolg. De wijkclub waarvan de verkooper van het blad De Toekomst deel maakte, eischte voor hem de eer van het werk; een andere wijkclub, die de kostelooze verspreiding van De Landbouwer bezorgde, wilde ook op de bres springen; deze laatste club immers had de briefwisseling onderhouden met partijgenooten, oude Gentsche makkers, die met een Gentsch tabrikant naar Waarschoot verhuisd waren; later had hij de jongen in betrekking gebracht met de partij; daarbij vaardigde hij dikwerf een verkooper af naar Eekloo, om daar den dagelijkschen verkoop van het blad Vooruit te beproeven.
De soms hevige betwistingen werden eindelijk beslecht; men erkende dat beide vereenigingen haar best gedaan hadden. Een der wijkclubs werd aangeduid om de propaganda voort te zetten.
Maar wat edele wedijver! De Gentsche wijkclubs bevatten waarlijk helden op het gebied der propaganda en van het verheffingswerk der buitenbevolking. Daarvoor zijn zulke reuzenkrachten onontbeerlijk. Want welke is dan toch de rol der wijkclubs?
's Zondags, wanneer de onverschilligen nog in hun bed liggen, of aan vermaak, aan duivenvluchten en andere domheden denken, kan men reeds om 4 ½ uur de eenvoudige, ongekende socialisten zien, zij wier naam in geene boeken opgeschreven zal worden, wier werk in het openbaar nooit toegejuicht wordt.
In het midden van den nacht verlieten zij hunne woning, beladen met dagbladen. Zij offeren hunne
| |
| |
rust, hunne krachten, hun vrijen tijd op; hun plicht als apostels van het socialisme roept hen ginds in de eenzame dorpen bij de slaven der slaven, bij de grootste lijders van Vlaanderen, bij den Vlaamschen boer! En zonder bedenken aanvaarden zijn hunne taak. Die ongelukkigen zullen zij gaan opzoeken; hun hoop en troost brengen, ze verheffen uit de onwetendheid, en ze inlijven bij het broederlijk leger der socialistische strijders!
En onze onvermoeibare propagandisten hebben het uitzicht niet van heeren, van burgers, of van geleerden; het zijn gewone werklieden, soms nog eenvoudiger en nederiger dan de andere werkers. Alleen het gedacht voor het socialisme nuttig te zijn is hun hoogste genot.
Als reiskosten ontvangen zij het geld van den trein en een halve frank als vergoeding voor een glas bier en een stuk brood.
Aldus worden er wekelijks verscheidene duizende exemplaren van De Toekomst, en op onbepaalde tijden, in enkele uren, over gansch het arrondissement Gent, 30,000 socialistische schriften verspreid!
Deze aanhoudende propaganda moest onvermijdelijk de heerlijkste gevolgen hebben.
Gezel Oscar Devisch die te Maldeghem verscheidene honderde exemplaren van het blad verkocht, had daar vrienden gekregen die partijgenooten werden, en door zijne tusschenkomst met Eekloo en met Waarschoot verbonden werden.
De wijkclubs besloten voor deze drie gemeenten een middenpunt te vormen.
Eenige Gentsche gezellen waren bereid aan dit werk mede te helpen.
| |
| |
Eekloo werd gekozen. Van daar moest de propaganda in de omstreken onderhouden worden.
Na veel moeite verhuurde een brouwer van Evergem een huis rechtover de statie te Eekloo, niet wetende dat het een lokaal der socialisten worden moest. Daar richtte men een kruidenierswinkel en eene herberg in. De noodige gelden werden verzameld door den verkoop van aandeelen van 10 franken; het waren allen arme werkers die inschreven.
Onder de propagandisten die dapper medehielpen in het arrondissement Eekloo, verdient gezel Jan Déjourné, een drukker, eene bijzondere melding. Met eene prachtige stem begaafd, die hem steeds grooten bijval verzekert op de concerten der partij, geeft hij, door de socialistische liederen die hij in gezelschappen zingt, eene dubbele waarde aan zijne propaganda.
Gezel Déjourné is, ook bestuurlid van den wijkclub der St-Lievenstraat, waar hij een voorbeeld van werkzaamheid geeft, gelijk ten andere al de bestuurleden der socialistische vereenigingen.
Het duurde niet lang of in het lokaal te Eekloo verzamelden den zondag tal van vrienden; Jan Dé-journé ging tot hen, zong een lied, redeneerde met die werkers, met het gevolg dat drie maanden na de opening van het lokaal, te Eekloo een socialistische propagandaclub bestond, die zich voortaan zou bezig houden met het verspreiden van het socialisme in de omliggende gemeenten.
Het lokaal zelf was maar eene kleine herberg met een nog kleinere winkel. De gezellen De Waele en De Visch hielden zich bijzonder met deze samen- | |
| |
werking bezig. Het geheel zag er armoedig uit, maar de mannen die bestuurden waren rijk aan moed, aan wilskracht en aan hoop. Inderdaad, stilaan veranderde het inwendige van het lokaal; nu en dan werd een meubel bijgekocht. 's Zondags was het lokaal meermalen te klein om al de bezoekers te ontvangen; wanneer gezel Déjourné vergadering hield voor den propagandakring waren allen aanwezig. Dan kwam een spreker uit Gent, de propagandisten der wijkclubs die den omtrek bewerkten bleven ook, en telkens was het feest. Moed, geestdrift, kracht om den strijd voort te zetten werd uit dit samenzijn geput.
Doch het kapitalisme organiseerde zich ook. De werklieden die men wist deel te maken van den club werden onbarmhartig op straat gezet en broodeloos gesteld. Onder de slachtoffers die aldus vielen, waren er die zwoeren nooit den club te verlaten.
Zij zochten werk te Gent of in de naburige gemeenten. Een viertal gezellen weken uit naar Amerika.
Daar de propaganda te Waarschoot ook aanhoudend gevoerd werd, verbonden zich de burgers van Waarschoot, van Eekloo en van Sleidinge om de socialisten te doen verdwijnen van die gemeenten.
Men vond zelfs geslepene middelen om ze te treffen. Zij besloten, wanneer de werkgevers de socialisten niet vervolgden, deze laatsten hunne woning te ontnemen, en daar de woningen moeilijk of zelfs onmogelijk te vinden zijn, was de propagandist niet alleen in zijn werk, maar hij en zijne familie ook in al hunne bestaanmiddelen getroffen.
Het was in 1901 dat het lokaal te Eekloo geopend
| |
| |
werd, en in 1903 waren er reeds vereenigingen gesticht te Waarschoot en te Eekloo.
De worsteling is begonnen. Onder de vele brieven die wij ontvangen, laten wij volgend schrijven verschijnen, dat bewijst welke opofferingsgeest de bevolking bezielt, welk een harde en bange strijd geleverd wordt en hoe wij, trots alles, toch vooruit gaan.
| |
Waarschoot, .... Mei 1903
Vriend ......
‘Gij hebt uwe verwondering uitgedrukt dat ik zoo lang wachtte te antwoorden, maar wees zeker, vriend, dat ik hier nog al wat te doen heb. Wij zijn met niet veel die geleerd zijn en wij moeten het dus a doen. Ik zelf ben aan het bestuur van de drie nieuwe maatschappijen die sinds een jaar gesticht zijn en reeds was ik in twee maatschappijen, die ik en niet mag verlaten, want met de andere mannen zijn wij 't eens om deze ook rood te doen worden.
Ook moet ik voor het blad De Toekomst artikelen samenstellen van wat er hier voorvalt en besloten wordt en den strijdpenning van Waarschoot en Sleidinge verzorgen. Ik wil ook mijn blad Vooruit niet laten van lezen, en dan nog met het een en ander is het dagelijks 11 uur voor ik gedaan heb met lezen en schrijven.
Zijt verzekerd dat wij hier ons best doen om lezers voor het blad Vooruit te winnen. Het gaat zeer moeilijk er alle weken bij te krijgen; de reden is de vervolging. Want het is verschrikkelijk wat wij, die propaganda maken, hier te verduren hebben. Ik zou er een gansch boek kunnen van schrijven.
| |
| |
Verledene week kwam er hier eene berechting langs de straat en een jonge gezel was ze voorbijgegaan, omdat het zoo geweldig regende, zonder zich in de modder op zijne knieën te zetten; en wat hebben zij gedaan? Naar zijn huis geloopen, bij zijne familie geweest, den jongen slecht gemaakt op de gemeente, er in de sermoenen over gepreekt, zoodanig, dat hij van zijne ouders de gemeente heeft moeten verlaten. Niemand dierf hem aanvaarden; voor zijn geld kon hij geen logement vinden. Had vriend ..... hem niet in huis genomen, hij moest buiten slapen, zoover drijven zij het hier.
Ik zelf moet van geen ander spreken, in mijn huis is het al zoo erg gesteld. Nadat ze ons allen het werk onttrokken hebben, ook aan mijne moeder en aan mijne zuster, is mijne zuster uit armoede naar Gent moeten gaan dienen, en daar ook zijn ze al bezig met achterna te loopen om haar uit haren dienst te helpen, met te zeggen dat hare broers slechte kerels, ja socialisten zijn. En zoo zijn er hier honderde gevallen. Dat is dus christelijke liefde, niet waar? Maar daarom geven wij toch geen moed verloren.
Wij hebben maandag vergadering gehouden; al de propaganda, zooals overeengekomen was, is besproken. Er zijn veel zaken voor de inrichting onzer cooperatie en voor het congres waarover wij met u moeten spreken. Als gij Zondag in “Ons Huis” kunt zijn om 10 ½ ure, zullende kamaraden D. en V. komen om u te vinden. Het betreft ook de gemeentekiezing. Wij hebben 20 franken gestemd tot onderstand der werkstakers van Meenen, de gezellen zullen u het geld overhandigen . . . . . . .
| |
| |
nettenbreidster te de panne
| |
| |
. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het is ongelooflijk hoe de zwarte rokken hier overal loopen om drukking op den baas van het lokaal uit te oefenen en zijn huis te koopen. Het afnemen der woningen is nu het reddend middel van den vijand. Men zal u zondag ook spreken over de vier vrienden G..., V..., V... en D..., die moeten verhuizen, vervolgd voor hunne opinie; zelfs hunne familiën worden getroffen.
Aangaande onze Ziekenbeurs, moet ik melden dat na den eersten oproep 48 leden zich lieten inschrijven; zondag vergaderen wij weder; allen hebben beloofd een lid mede te brengen. Zondag beginnen wij met den inleg te doen. Wij denken met 100 leden te kunnen beginnen.
Het is reeds rond 11 ure; ik zou u nog veel moeten schrijven. Over den nieuwen correspondent van Waarschoot zullen de mannen u zondag spreken.
De groeten van alle vrienden; wij blijven trots alles goede strijders.
T....’
Eenige maanden nadat het lokaal te Eekloo geopend was, verbrak de eigenaar alle verbintenissen met gezel De Visch, die het lokaal De Toekomst in huur had; op 1ste Mei 1903 moest hij het huis verlaten hebben. Zulks was een harde slag.
Het was met zeer veel moeite dat een klein huisje van 2 franken huurwaarde per week kon gevonden worden, om na den 1ste Mei de familie Devisch als woonplaats te dienen. Al de winkelwaren werden opeengestapeld in eene kleine kamer; onze gezel, zijne vrouw en zijn kind woonden, sliepen en leefden in de kleine keuken. Daar ook moest men
| |
| |
den zondag vergadering houden. Het paard en de wagen mochten tot verdere gebeurtenissen bij een vriend gestald worden.
De gezellen De Waele en De Visch, met de mannen van Waarschoot en van Gent, vergaderden verscheidene malen bij dringendheid. Weerom werd een beroep op de welwillendheid der partijgenooten gedaan. Wat geld werd verzameld. Men moest naar middelen uitzien orri een lokaal te koopen.
Met den dag werd het meer en meer onmogelijk in het kleine huizeken te blijven. Men zocht, men zocht, doch telkens vernomen werd dat de huurders of koopers socialisten waren, werd het verkoopen of verhuren geweigerd!
De kapitalisten hadden zich verbonden nergens een lokaal of eene vergaderplaats ter beschikking der socialisten te stellen. Onze partijgenooten moesten Eekloo verlaten. Liberalen en katholieken hielpen elkander in dit ellendig werk. Maar de propagandaclub hield moedig stand; de leden en het bestuur vergaderden nu in de keuken van een partijgenoot; bij gezel De Visch was het te klein, te bekrompen.
Eindelijk waren huizen te koopen; de gelden waren verzameld. Gezel Berragan werd afgevaardigd, en door zijne tusschenkomst liep de eigenaar in de val. Na onderhandelingen werd de maatschappij De Toekomst eigenares van twee huizen, een magazijn en een groot stuk grond.
Acht dagen na den aankoop was de samenwerking er gevestigd en werd het lokaal geopend.
Daarmee is het socialisme voor goed te Eekloo binnengedrongen.
|
|