het arrondissement Oudenaarde bij den Landelijken Raad, gemaakt voor het eerste weverscongres, gedurende de maand Oktober 1899 gehouden.
Mijn eerste bezoek, na mijne aankomst te Ronse, was voor de Samenwerkende Maatschappij ‘De Verbroedering’, die den verkooper van het blad Vooruit als beheerder heeft, en waarvan gezel Van Overtveld de zaakvoerder is.
‘De Verbroedering’ bezit uitgebreide inrichtingen. Hare bakkerij levert, volgens de laatste balans, gemiddeld 462 brooden van 2 kilogrammen per dag. Zij drijft handel in margarineboter en in kolen. Zij beschikt over eene drinkzaal en over eene groote en schoone feestzaal. Daarbij oefent de maatschappij eene soort samenwerking uit die, geloof ik, nergens bestaat: zij bezit een blok van vijf huizen die aan de samenwerkers verhuurd worden, mits 10 franken per maand. Ieder huis heeft twee plaatsen gelijkvloers, twee op het eerste verdiep, een zolder waarvan men twee schoone vlieringkamers zou kunnen maken, en een grooten hof. De onroerende goederen der Samenwerking komen in rekening op het tegoed der balans, voor de som van 33,555.72 fr.
De beheerraad der ‘Verbroedering’ bestaat uitsluitend uit wevers.
Behalve de samenwerking, bezitten de socialisten van Ronse eene zeer belangrijke vakvereeniging der wevers, eene andere der katoenververs, een syndikaat der spinsters, een werkersbond en eene jonge wacht.
De gezellen van Ronse zijn dus inrichters. Nergens nochtans, behalve misschien te Gent, heb ik zulke krachtdadige werkersbevolking ontmoet.
Reeds twee opeenvolgende jaren is de staking op