Zonder sonnetten(1886)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Waan. I. Als de frissche morgenkoelte Wijkt voor warme middagzwoelte Boven 't meir, En de zwaluw 't voorwaarts zweven Ziet weerkaatst in 't nat met beven Telkens weer, Spreekt uit 't rassche vleugelkleppen, Uit het haastig voorwaarts reppen, IJverzucht, Zucht om wat er vliegt beneden Vóór te zijn en vóór te treden In de vlucht. II. Als de keffer komt gesprongen, Tegen 't spiegelglas gedrongen Wat hem stuit, [pagina 111] [p. 111] Daar zijn evenbeeld ziet spieglen En hij 't spiegelglas doet wieglen Door 't geluid Van het scherpe, korte keffen, Wil hij zoo zijn vijand treffen Door 't geblaf, Tot zijn zucht om te overtreffen Dra der onmacht wreed beseffen Volgt als straf. Vorige Volgende