Zonder sonnetten
(1886)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend
[pagina 89]
| |
De ontwikkelde.Het duurde lang,
Lang vóór ik u vond!
| |
[pagina 90]
| |
Maar ik vond u,
Omdat ik geloofde,
Dat gij er waart.
Door gelooven
Kwam ik tot weten,
Door een wonder
Tot een begrip.
Juweel van waarheid,
Gij laagt in de diepte.
En omdat ik geloofde,
Dat gij er waart,
Begon ik te graven
En al gravende vond ik.
En dat vinden was mij
Een wonder;
Tot ik wonder ontdekte
Na wonder,
En al vergelijkende
Tot het begrip kwam
Van het wonder: -
En dat zijt Gij!
| |
De eenvoudige.Zijt gij er? -
Welk een vraag!
Leef ik dan niet?
Heilige verrukking,
| |
[pagina 91]
| |
Voel ik u niet?
Zielevrede,
Bedauwt gij mij niet?
Blijdschap des harten,
Doortrilt gij mij niet?
Adem der liefde,
Omwuift gij mij niet? -
Hoor mij, sterk en steun mij
Want gij zijt er!
|
|