Zonder sonnetten(1886)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Des dichters ziel. Wereldspiegel, Blank gepolijst Door des eeuwigen handen; Maar bewasemd Door den kortzichtigen, hijgenden mensch. Deze zegt: Is dat een spiegel Die niets weerspiegelt? - Ik zie geen ziel! Dan de booze Met gebogen hoofd Schuldbeladen en kaal; - Als dat ziel is, zegt hij, wat ik aanschouw; En hij aanschouwt onwetend eigen trekken; Is ziel iets leelijks; - Ik vind geen schoonheid, Ik ontdek geen ziel. Dan komt de man Met edel gemoed [pagina 73] [p. 73] Zich-zelven beheerschend, En het goede bedoelend. Wat 'k zie is het schoone spreekt hij: Ik ontdek waarheidsliefde, Reinheid van zeden, Edelheid van hart. Ik ontdek een ziel in den spiegel! Vorige Volgende