Zonder sonnetten(1886)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Ignis fatuus. Ik doolde en liep Door 't groene bosch; En de avond sliep In 't groene bosch; Ik klaagde en riep In 't groene bosch: Zal ik dan nooit een dwaallicht zien? En de echo zong: misschien, misschien! Ginds om den hoek Een gouden schijn; Ik nader kloek Den gouden schijn; Ik volg en zoek Den gouden schijn; - Daar komt mijn meisje me in 't gezicht Op golvend blond goud avondlicht! Vorige Volgende