Zonder sonnetten(1886)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Herinnering. Als na 't branden van den dag, Na het zonnestralen, De avondsluier nederlag Over berg en dalen; Als in 't West het gouden licht Saamvloeit met 't azuren, En de maan met kalm gezicht Boven 't woud komt turen; Alles zachter, milder werd; Alle scherpe trekken Uitgewischt in doom der vert, Zoet gevoel slechts wekken; - [pagina 56] [p. 56] Dan ook hult herinring, gij, Zoet en zuur in nevel, In een glanzige avondsprei; - En ik zet mijn wrevel Ver en verder van mij af Met mijn bitterheden, Doe ze meer en meer naar 't graf Van 't vergeten treden! Vorige Volgende