Sonnetten(1885)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Groene chartreuse? Een vaas kwam aan uit verre en vreemde streken: De Wijsheid sprak: let op, nog luttel uren En, door 't gestadig heen en weder schuren, Moet 't dun kristal straks onvermijdelijk breken. Een zoete drop, juist door een scheurtje ontweken, Brandde op de tong als dubbele hellevuren; - Dat is venijn! zoo riepen al de buren, En konden van het branden haast niet spreken. De vaas werd oud en de inhoud jaarlijks eêler En altijd sterker 't heerlijk geurvermogen... Toen dat verdween, viel 't vaasjen in elkander: - Zoo wordt fontein- en luchtkolom door veler Atomen zuigkracht op en neer bewogen, Een kracht die blijft, wat wegzinke of verander'. Vorige Volgende