Sonnetten(1885)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Erica en bij. Tusschen de ijle zilvren berkedreven, Over heuvlen en langs beek en wei, Strekt zich uit de paarse groene sprei, Die uit geur en bloemen werd geweven. Hoe voorbeeldig vriendlijk is hier 't leven! Zelfopoffering maakt de harten blij: Want de bloem heeft aan de nijvre bij Bateloos haar besten schat gegeven. Deze draagt er de opgegaarde honing Uren ver, met gonzend bromgeluid, Naar de korf bij 's landmans stille woning. 't Lijdt niet lang of heel de zoete buit Prijkt ten disch van burgerman en koning: En opnieuw weer zwermen bijen uit. Vorige Volgende