Sonnetten(1885)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Geniale berusting. 't Is geen kunst een drijvend stokjen halen Uit een groene kroosvaart achter 't huis; Maar een toer in 't wilde golfgebruisch Naar een steen te duiken... honderd malen. Eerst een boog en dan... een plotseling dalen... Plomp, de hond den steen na met gedruisch: - Zie, hij torscht het opgelegde kruis En vervult zijn plichten zonder dralen. Eindelijk oud voelt jicht hij in de pooten En de vroeger scherpe tanden bot; Hoort niet meer, wanneer er wordt gefloten, En vertoeft bij voorkeur in zijn kot: Steen des aanstoots voor geringen, grooten, Schikt hij met berusting zich in 't lot. Vorige Volgende