Aanteekeningen.
De klank aai, die in plaats van ei staat (zei,
zaai, enz.) moet vooral niet te gerekt worden uitgesproken; hij klinkt
kort, maar is toch niet ai. De æ heeft den blatenden klank
tusschen a en e in. De eui klinkt doffer dan de gewone
hollandsche ui en komt het naaste overeen met de laatste eu van
't fransche heureuse; ook te 's Gravenhage is deze uitspraak in gebruik,
even als in het kattenburgsche amsterdamsch en in sommige andere hollandsche
tongvallen.
11. Adde voor hadde, enz.; het plaatsen der h
waar ze niet behoort komt te Laren slechts weinig voor, maar het niet
uitspreken er van is er tamelijk algemeen.
12. Onger, onder, door uitslijting der d en door
uitspraak der n als ng. Deze uitspraak der n is in 't
Gooiland en in Eemland zeer verspreid; zie vs. 12 bl.
352 I op ming. Zoo zeit men in 't Gooi ook langd voor land,
angd voor hand, ongs voor ons, evongden voor gevonden,
dangse voor dansen, gezongd voor gezond, enz. Zie vs. 13 bl. 32
II op langd.
13. Nijt, niet; dit gooische nijt staat in de
hollandsche tongvallen geheel op zich zelven; 't klinkt veel doffer dan het
groningsche neit, niet.
15. Heuën, hoeden, is echt frankisch. Zie 8 bl. 358
I.
17. Ekeumen, gekomen, even als op Urk.
19. Eneumd, genoemd, even als op Urk.
20. Wurdde, werd, is ook (wurdde) te
Leeuwarden in gebruik. De onvolkomene o vóor r gaat soms
in onvolkomene u over; b.v. in Gooiland ewurren, te
Leeuwarden wurdden, geworden; in 't Gooi en te
Leeuwarden knurrig voor knorrig; borst, te Leeuwarden
burst, enz. Zie ook het medegedeelde omtrent den tongval van
Antwerpen.
Vul, viel, even als op Urk.
22. Schoonen an z'n beenen, zie vs. 22 bl. 28 II.
Vooten, voeten, is te Laren weinig in gebruik.
23. Lææt ongs, laat ons; læte we,
is meer in gebruik.
31. Kijnd, kind; zie vs. 31 bl. 60 II.
32. Mosse, moesten, van motte, moeten, is in Holland
bijna overal in gebruik.