is mis zeit men: det is 'r
nêve. Zie ook vs. 18 van de vertaling in den tongval van
Oorschot.
20. 'Raf er van; zie vs. 12 hier boven.
Jeske, beter jäske, verkleinwoord van
jas. Zie vs. 13 bl. 288 op lenj.
Schoewn, schoen en vowet, voet, zijn in het
enkelvoud en meervoud gelijk; men zeit in 't enkelvoud m'ne schoewn, in
't meervoud m'n schoewn.
24. Begoste, begonnen; zie vs. 14 bl.282.
27. Ki, verkorte uitspraak van 't oude kiik,
kijk.
Auw brujer, uw broeder en oew vadder, uw vader; het
bezitte-lijke voornaamwoord uw heeft in den helmondschen tongval twee
vormen auw en oew, die door elkander worden gebruikt; het gehoor
van den spreker geeft den regel er voor aan.
Heeg, heeft.
28. Evvel of èvel, evenwel; evvel,
wordt in dezen tongval als een soort stopwoord kwistig gebruikt. Zie vs. 16 bl.
263 op evel.
Kolêrig, toornig; basterdwoord van het fransche
colère. Zie vs.28 van de vertaling in den tongval van
Eede.
Herd, eigenlijk: haard, hier in de beteekenis van het huis,
het binnenhuis, het woonvertrek.
Permeteere, verknoeide uitspraak van het basterdwoord
permitteeren, toestaan, wordt hier in de verkeerde beteekenis van
dringend noodigen gebruikt.
29. Neie, neen, even als in vs. 11 hier boven tweie,
twee.
Ze lêe, zie vs. 29 bl. 257 en vs. 29 bl. 280.
Bukske, beter bökske, verkleinwoord van
bok. Zie vs. 29 bl. 274.
Kos, kon; zie vs. 29 bl. 280 op koos en vs. 29 bl.
246.
30. Kande, kunt gij, oorspronkelijk kandu, kanstu, kanst
du.
Wonnie, is het niet waar? 'T is een stopwoord dat vooral te
Helmond veel in gebruik is, en waaraan de inwoners van Helmond
door die van Eindhoven en andere plaatsen in den omtrek worden
gekend. Men gebruikt het te Helmond even als in de hollandsche dialecten
hoor in zwang is. Zoo zeit men bij 't afscheid nemen b.v. nauw, haude
gowed, wonnie! voor 't hollandsche: nou, hou je goed, hoor!
32. Kwaijet, kwijt, door de sleepende uitspraak der
Helmonders.
Door sommige bewoners van het dorp Budel, dat in dit
gedeelte van Noord-Brabant aan de belgische grenzen ligt, wordt
een eigene taal gesproken, het zoogenoemde teutsch of bargoensch (roodwaalsch
of kramerlatijn). Zie hierover nader het laatste hoofdstuk van dit werk.