Aanteekeningen.
De klank oa wordt uitgesproken ongeveer als ô
in 't fransche nôtre. De è klinkt als in 't fransch.
De ej klinkt zachter dan de nederlandsche ei, bijna gelijk aan de
ij van de Leeuwarders in de woordjes hij, mij, enz. De
ö als in 't hoogduitsch.
12. Eur, hen; zie vs. 12 bl. 275 op mich.
Zag, zeide; zie vs. 12 bl. 274.
Mig, mij; zie vs. 12 bl. 275 op mich en vs. 17 bl.
282 op ig.
15. Ewaig, weg; zie vs. 15 bl. 275 op eweeg.
Schikden, zond; zie vs. 15 bl. 282 op schikde.
16. Gèr, gaarne; zie vs. 16 bl. 282.
18. Og, u, overeenkomende met het maastrichtsche
uch; zie vs. 12 bl. 275 op mich en vs. 17 bl. 282 op
ig.
19. Oewe, uwe; het bezittelijke voornaamwoord heeft te
Venlo reeds den gelderschen vorm, nevens den limburgschen.
22. Bedein, verkeerde uitspraak van medein,
overeenkomende met het hollandsche meteen, terstond.
Hei, hier; zie vs. 17 bl. 276 op hei.
Schoon, spreek uit ongeveer als sjoon, schoenen; zie
vs. 22 bl. 282.
23. Os, ons; zie vs. 23 bl. 249 en vs. 23 van de vertaling
in den tongval van Eede.
24. Terök, terug.
25. Wie, als; zie vs. 19 bl. 276 op wie.
26. Waat tet ter waas, wat dat er was. Zie vs. 26 bl.
283.
30. Gedrejt, gedraaid; ook in Holland en andere streken van
Nederland wordt doordraaien gezeid voor doorbrengen,
verkwisten.