Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon. Deel 1
(1874)–Johan Winkler– Auteursrechtvrij
[pagina 54]
| |
IX. Holstein.Het oude hertogdom Holstein, tegenwoordig de pruissische provincie Holstein, is een echt nederduitsche landstreek. De nederduitsche taal, die er in een nedersaksischen tongval wordt gesproken, is er de volkstaal en over het geheele land verspreid. Overigens kan aangaande de verhouding van de hoogduitsche schrijftaal en de nederduitsche spreektaal en over den invloed die het hoogduitsch er op het nederduitsch uitoefent en over het meer en meer toenemend gebruik van het hoogduitsch onder de aanzienlijke inwoners in Holstein, het zelfde worden aangemerkt als bij de andere reeds behandelde landstreken van Neder-Duitschland gezeid is. Het nederduitsch wordt in de verschillende streken van Holstein tamelijk gelijk en zuiver gesproken. In de tongvallen van oostelijk en van westelijk Holstein is wel verschil, maar niet veel. Het deensch heeft er, ofschoon Holstein zeer lang onder deensche heerschappij heeft gestaan, weinig of geen invloed op de nederduitsche volkstaal uitgeoefend. Het zuiverste nederduitsch en tevens het schoonste en welluidendste van geheel Holstein wordt in Dithmarschen gesproken. Een eigenaardigheid van den holsteiner tongval is de min of meer geaspireerde uitspraak der g, even als de Hollanders die letter uitspreken, hoewel niet zóo sterk. Toch geven andere nederduitsch sprekende Duitschers den Holsteiners na dat ze chuter Chott! (met nederlandsche ch) zeggen voor: guter Gott! Zoo slim is het echter niet. Toch verschilt de krachtige holsteiner uitspraak der g veel van de zachte g van andere duitschers, zoo als van de Berlijners die letterlijk juter Jott, en van de Leipzigers die kuter Kott zeggen. Een andere eigenaardigheid van het holsteiner nedersaksisch is de sterk geaspireerde uitspraak der letters p, k en t. Hoewel alle Neder-saksen die letters min of meer aspireeren, ook in Nederland de Groningers nog al sterk, zoo geschiedt dit toch nergens zoo sterk als in Holstein; men zeit daar letterlijk khäse voor käse, thisch voor tisch, pheter voor peter enz. Het is opmerkelijk dat deze sterke aspi- | |
[pagina 55]
| |
ratie van de k, t en p ook in de deensche taal zoo als die door de meeste Denen wordt uitgesproken, voorkomt. Wellicht dat deze eigen-aardigheid van het nederduitsch in Holstein en ook in Sleeswijk aan den invloed van het deensch te danken is. De hoogduitsche sisklanken die uit het hoogduitsch in zoo menigen nederduitschen tongval zijn opgenomen, ofschoon ze oorspronkelijk daarin geheel niet te huis behooren, zoo min als in het nederlandsch, worden in het holsteiner nederduitsch nooit gehoord. De hoogduitsche z en sch worden er als zuivere t en s uitgesproken tot groot voordeel der welluidendheid. Tain swiin' to'm slachten unn insolten klinkt toch veel beter, veel zuiverder en netter, veel welluidender dan: zehn schweine zum schlachten und einsalzen. De tongvallen van de steden Lübeck en Hamburg behooren eigenlijk ook tot die van Holstein; ik wil die echter, met den tongval van Bremen, later afzonderlijk behandelen. Aangaande de tongval van zuidelijk Holstein zie men dus dien van Hamburg, en aangaande het dialect van oostelijk Holstein vergelijke men dat van Lübeck (Schlutup). |
|