De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 3: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden (1)
(1923)–Jan te Winkel– Auteursrecht onbekendJan te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde III. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden (1). De erven F. Bohn, Haarlem 1923, tweede druk.
-
-
gebruikt exemplaar
Exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3183 C 3
algemene opmerkingen
Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van deel 3 van De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde van J. te Winkel, in de tweede druk uit 1923.
redactionele ingrepen
De errata op deel 3 zijn verwerkt. De lijst met errata is opgenomen in de verantwoording.
Bij de omzetting van het oorspronkelijk tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen, maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. I, II, VI en 2) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. III)]
DE ONTWIKKELINGSGANG DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE
[pagina ongenummerd (p. IV)]
De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde
door
Dr. J. TE WINKEL.
tweede druk.
III
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1923
[pagina ongenummerd (p. V)]
Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde van de Republiek der Vereenigde Nederlanden
door
Dr. J. TE WINKEL.
I
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1923
[pagina ongenummerd (p. VII)]
INHOUD.
DERDE TIJDVAK.
Blz. | |
De bloei der letteren. 1580-1680 | 1 |
I Het karakter van Protestantisme en Renaissance | 3 |
II Onze eerste Latijnsche en Nederlandsche Renaissancedichters | 20 |
III De invloed van Ronsard en zijne Pleiade | 42 |
IV Karel van Mander en zijn kring | 55 |
V De Leidsche woordvoerders der Renaissance | 70 |
VI De strijd voor de Nederlandsche taal | 85 |
VII De Eglentier te Amsterdam onder leiding van Spieghel en Visscher | 96 |
VIII De Eglentier onder Hooft's leiding | 113 |
IX Het classieke treurspel: Hooft en Coster | 126 |
X Het herdersspel: Hooft en Rodenburg | 146 |
XI De tragi-comedie: Bredero en Starter | 157 |
XII De kluchten en blijspelen: Coster, Bredero, Hooft | 167 |
XIII Het lied van Bredero, Starter en anderen | 184 |
XIV Het Minnelied van Hooft | 204 |
XV De Eglentier in bloei en in strijd | 214 |
XVI De Duytsche Academie onder Coster's leiding | 229 |
XVII De Brabantsche kamer te Amsterdam | 247 |
XVIII Vondel's leerjaren | 260 |
XIX Arminianen en Gomaristen | 271 |
XX Didericus Rafelsz. Camphuysen | 300 |
XXI De dichtkunst in Holland buiten Amsterdam | 310 |
XXII De eerste dichtwerken van Jacob Cats | 327 |
XXIII Cats als het hoofd der Zeeuwsche poëten | 340 |
XXIV Constantijn Huygens in zijne ledige uren | 356 |
XXV Hooft's vriendenkring tot 1624 | 369 |
[pagina ongenummerd (p. VIII)]
Blz. | |
XXVI Hooft en Huygens, Susanna en Leonora | 384 |
XXVII Verheerlijking van Frederik Hendrik en hekeling der Gomaristen | 395 |
XXVIII De Academie en de Doorluchtige School | 412 |
XXIX De muziekkamer van Jan Hermansz. Krul | 425 |
XXX Stichting en inwijding van den Amsterdamschen Schouwburg | 434 |
XXXI Het proza van Hooft | 449 |
XXXII De Muiderkring van 1627 tot 1647 | 461 |
XXXIII Vondel als de dichter van het Catholicisme | 481 |
XXXIV De latere dichtwerken van Huygens | 502 |
XXXV Jacob Westerbaen, navolger van Huygens | 511 |
XXXVI Andere vrienden en navolgers van Huygens | 520 |
XXXVII Werk en invloed van Cats na 1625 | 535 |
Verbeteringen op het Tweede Deel | 551 |
[pagina ongenummerd (p. 551)]
VERBETERINGEN OP HET TWEEDE DEEL.
Bl. 11 reg. 6 v.o. navitate, lees: nativitate.
Bl. 19 reg. 2 v.b. ons bekend, lees: onbekend.
Bl. 48 reg. 18 v.o. Albertus Magnus, voeg in: naar hij meende, maar inderdaad van Henricus de Saxonia.
Bl. 57 reg. 1 v.o. Zie Joh. Franck, Z. für deutsches Altesthum XXIV 373-425.
Bl. 100 reg. 7 v.o. bentname, lees: bentnamen.
Bl. 146 reg. 20 v.b. Voor broeder Everaert zie J.W. Muller, Tijdschrift XXXIX bl. 135-138.
Bl. 147 reg. 17 v.b. gehemake, lees: ghemake.
Bl. 147 reg. 7 v.o. na Die Hexe invoegen: (zooals die later genoemd is).
Bl. 151 reg. 6 v.o. onstaan, lees: ontstaan.
Bl. 163 reg. 8 v.b. concondeeren, lees: concordeeren.
Bl. 168 reg. 2 v.b. schrap de haakjes voor bv. en na Testament.
Bl. 173 reg. 14 v.b. 12de, lees: 13de.
bl. 180 reg. 4 v.b. elakar, lees: elkaar.
Bl. 201 reg. 7 v.b. hoedanigheiden, lees: hoedanigheden.
Bl. 213 reg. 8 v.b. na ‘priesters’ eene komma te plaatsen.
Bl. 222 reg. 1 v.b Cistencienser, lees: Cistercienser.
Bl. 222 reg. 7 v.o. W.J. Kühler heeft niet HS. DV. uitg., maar het Brusselsche HS. der Lat. vertaling.
Bl. 236 reg. 15 v.o, echrijver, lees: schrijver.
Bl. 237 reg. 2 v.o. Ssuato, lees: Susato.
Bl. 239 reg. 10 v.o. en elders: Van der Graft, lees: Van de Graft.
Bl. 262 reg. 17 v.o. hymmen, lees: hymnen.
Bl. 263 reg. 2 v.b. liededekens, lees: liedekens.
Bl. 266 reg. 12 v.b. wereldijk, lees: wereldlijk.
Bl. 274 reg. 3 v.o. Nog zijn van Brugman gevonden en bekend gemaakt: een sermoen door Aem. W. Wybrands, Archief van Ned. Kerkgeschiedenis I (1885) bl. 208-228 en (naar een Gentsch HS.) Collaciën door DJM. Wüstenhoff in Archief IV (1893) bl. 85-170.
Bl. 275 reg. 17 v.o. zeventiende, lees: vijftiende.
Bl. 289 reg. 9 v.b. in jaer, lees: in 't jaer.
Bl. 292 reg. 12 v.b. Een, lees: En.
Bl. 295 reg. 7 v.b. Doet, lees: Doe.
Bl. 298 reg. 19 v.b. Stein, lees: Hem.
Bl. 309 reg. 11 v.b. wien, lees: wie.
Bl. 316 reg. 18 v.b. Mondiser, lees: Mondisier.
Bl. 320 reg. 7 v.b. voeg bij: M. Nijhoff gaf daarvan te 's-Grav. eene facsimile-uitgaaf met toelichting van G.J. Boekenoogen.
Bl. 326 reg. 16 v.b. godsdienszin, lees: godsdienstzin.
Bl. 320 reg. 1 v.o. hymmen, lees: hymnen.
Bl. 329 reg. 14 v.o. Weinachtsspiel, lees: Weihnachtsspiel.
Bl. 330 reg. 13 v.b. Jehan de Bodel, lees: Jehan Bodel.
Bl. 342 reg. 14 v.o. Wackernagel, lees: Wackernell.
Bl. 343 reg. 18 v.o. K. Kruis, lees: H. Kruis.
Bl. 355 reg. 22 v.b. vindt, lees: vind.
Bl. 355 reg. 10 v.o. Zie voor Brugge ook: J.W. Muller en L. Scharpé, Inl. op Corn. Everaert's Spelen V-XIX.
[p. 552]
Bl. 363 reg. 20 v.b. hen, lees: hem.
Bl. 369 reg. 13 v.o. die van Lodewijk XI, lees: die van den zoon van Lodewijk XI.
Bl. 381 reg. 9 v.o. geteekent, lees: geteekend.
Bl. 388 reg. 2 v.o. Zie J.W. Muller, Tijdschrift XXXVIII bl. 133-146, XXXIX bl. 135-138.
Bl. 397 reg. 6 v.b. Sacremente, lees: Sacramente.
Bl. 418 reg. 18 v.o. J.W.A., lees: W.J.A.
Bl. 419 reg. 5 v.b. ghebonden, lees: onghebonden.
Bl. 427 reg. 11 v.o. peIIs, lees: prIIs.
Bl. 437 reg. 8 v.b. om, lees:, om.
Bl. 442 reg. 2 v.b. lederen, lees: liederen.
Bl. 445 reg. 1 v.o. Bij te voegen: en Friedrich Nippold, David Joris von Delft. Sein Leben, seine Lehren und seine Secte, in ‘Zeitschrift für hist. Theologie’', 1863, 1864.
Bl. 447 reg. 1 v.b, bij te voegen: Reinaert's Roman, Heelu's Kroniek.
Bl. 461 reg. 1 v.o. voeg bij: 't Spel van 't werck der Apostelen is gedrukt door Pijper, Bibl. Reform. Neerl. I 272-387.
Bl. 463 reg. 6 v.b. tegten, lees: teghen.
Bl. 463 reg. 15 v.b. nolimos, lees: nolimus.
Bl. 466 reg. 4 v.b. vive les, lees: vive le.
Bl. 470 reg. 3 v.o. ook herdrukt met inleiding van R. Fruin in De oude verhalen van het beleg en ontzet van Leiden, 's-Grav. 1874.
Bl. 484 reg. 22 v.b. ernst, lees: rust.
Bl. 508 reg. 22 v.b. 1680, lees: 1580.
Bl. 509 reg. 21 v.b. Amades, lees: Amadas.
Bl. 520 reg. 4 v.o. Stuerbant, lees: Stuerbaut.