De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. Deel 2: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van Middeleeuwen en Rederijkerstijd (2)
(1922)–Jan te Winkel– Auteursrecht onbekendJan te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde II. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van Middeleeuwen en Rederijkerstijd (2). De erven F. Bohn, Haarlem 1922, tweede druk.
-
-
gebruikt exemplaar
Exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, sign. 3183 C 2
algemene opmerkingen
Dit bestand is, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van deel 2 van De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde van J. te Winkel, in de tweede druk uit 1922.
redactionele ingrepen
De errata op deel 2 zijn verwerkt. De lijst met errata is opgenomen in de verantwoording.
p. 332: handschriift → handschrift: ‘wat echter niet meer in het handschrift te vinden is.’
p. 426: de beginletters van de versregels staan in het origineel op hun kant; ze zijn recht en vet weergegeven.
De titelpagina's en de inhoudsopgave zijn verwijderd en worden in deze verantwoording weergegeven. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VI, 2, 228, 230 en 504) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. III)]
DE ONTWIKKELINGSGANG DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE
[pagina ongenummerd (p. IV)]
De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde
door
Dr. J. TE WINKEL.
tweede druk.
I
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1922
[pagina ongenummerd (p. V)]
Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde van Middeleeuwen en Rederijkerstijd
door
Dr. J. TE WINKEL.
II
HAARLEM - DE ERVEN F. BOHN
1922
[pagina ongenummerd (p. VII)]
INHOUD.
EERSTE TIJDVAK (Vervolg).
Blz. | |
Middeleeuwsche letterkunde, 1180-1430 (vervolg) | 1 |
XXIII Jan van Boendale | 3 |
XXIV Andere leerdichters uit Maerlant's school | 22 |
XXV Muziek en Zang in de 14de eeuw | 49 |
XXVI Liederen van menestreelen en hyrauden | 59 |
XXVII Boerden en Sproken | 80 |
XXVIII Augustijnken van Dordt en Willem van Hildegaersberch | 102 |
XXIX Dirc Potter | 119 |
XXX Het Sprooksprekerstooneel | 135 |
XXXI Bijbelsche geschiedenis en stichtelijk verhaal in proza | 159 |
XXXII Didactisch proza | 178 |
XXXIII Mystiek proza en Moderne devotie | 199 |
TWEEDE TIJDVAK.
De Rederijkers, 1430-1580 | 229 |
I De 15de eeuw een bloeitijd der kunsten | 231 |
II Het wereldlijk lied | 244 |
III Het Geestelijk lied en de strenge Observantie | 260 |
IV Humanisme en Boekdrukkunst | 277 |
V De prozaromans | 300 |
VI Oorsprong van de Rederijkerskamers en het geestelijk drama | 321 |
VII Mysterie- en Mirakelspelen | 341 |
VIII Karakter en beteekenis der Rederijkerskamers | 354 |
IX Rederijkerskluchten en tafelspeelkens | 375 |
X De ernstige Rederijkersspelen | 390 |
XI Landjuweelen, haagspelen en refereinfeesten | 410 |
[pagina ongenummerd (p. VIII)]
Blz. | |
XII Matthijs de Castelein als verpersoonlijking der rederijkerij | 422 |
XIII De letteren in de eerste jaren der kerkhervorming | 434 |
XIV Anna Bijns als kampioen voor de Kerk | 446 |
XV De Rederijkers in hun strijd tegen de Kerk | 452 |
XVI De letteren bij het begin van den Opstand | 465 |
XVII Philips van Marnix van St. Aldegonde | 483 |
XVIII De Geuzenlitteratuur | 493 |
Registers | 503 |
Overzicht der vreemde letteren in betrekking tot de Nederlandsche | 505 |
Zakenregister | 509 |
Personenregister | 518 |
Verbeteringen op het Eerste Deel | 521 |
[pagina ongenummerd (p. 521)]
VERBETERINGEN OP HET EERSTE DEEL.
Bl. 12 reg. 16 v.o. ondere, lees: andere.
Bl. 13 reg. 6 v.b. de, lees: der.
Bl. 40 reg. 8 v.o. ottaverijm, lees: ottavarijm.
Bl. 47 reg. 8 v.o. aeshetisch, lees: aesthetisch.
Bl. 50 reg. 13 v.o. voorstellen, lees: voorstelling.
Bl. 78 reg. 20 v.b. merkaar, lees: merkbaar.
Bl. 82 reg. 26 v.o. Micaeus, lees: Miraeus.
Bl. 101 reg. 12 v.b. bekomeren, lees: bekommeren.
Bl. 111 reg. 14 v.b. dichst, lees: dichtst.
Bl. 111 reg. 5 v.o. Inguiaevanen, lees: Inguiaevonen.
Bl. 112 reg. 17 v.o. Tiberus, lees: Tiberius.
Bl. 116 reg. 14 v.b. 350, lees: 358.
Bl. 120 reg. 17 v.o. 1811, lees: 1877.
Bl. 121 reg. 20 v.o. in denzelfden tijd, lees: in wat later tijd.
Bl. 123 reg. 15 v.b. na meester in te voegen: hadden.
Bl. 131 reg. 18 v.b. Môrune, lees: Môrunc.
Bl. 148 reg. 4 v.b. is, lees: in.
Bl. 151 reg. 10 v.o. abij, lees: abdij.
Bl. 171 reg. 15 b. nu en dan slechts, lees: slechts nu en dan.
Bl. 183 reg. 6 v.o. Bij te voegen: Jan de Vries, Van bere Wisselauwe in Tijdschrift XLI (1922), bl. 143-172.
Bl. 193 reg. 2 v.b. conronés, lees: couronés.
Bl. 193 reg. 16 v.b. na Van in te voegen: Philips III van Frankrijk en aan.
Bl. 212 reg. 20 v.b. Quintus, Curtius, lees: Quintus Curtius.
Bl. 212 reg. 12 v.o. 1850, lees: 1860.
Bl. 215 reg. 3 v.b. geleeft, lees: geleefd.
Bl. 261 reg. 19 v.o. behoorlijkheid, lees: bekoorlijkheid.
Bl. 295 reg. 11 v.b. ridder, lees: ridders.
Bl. 295 reg. 1 v.o. de, lees: den.
Bl. 298 reg. 18 v.b. de, lees: den.
Bl. 332 reg. 22 v.o. Bij te voegen: Eene derde veel betere uitgaaf bezorgde D.C. Hesseling, Le roman de Phlorios et Platzia Phlore, Amst. 1917.
Bl. 332 reg. 9 v.o. Scèenza, lees: Scienza.
Bl. 368 reg. 1 v.o. 1634, lees: 1623.
Bl. 376 reg. 10 v.b. leonische, lees: leoninische.
Bl. 393 reg. 1 v.o. Bij te voegen: Vgl. ook nog J.W. Muller, in Tijdschrift XLI (1922), bl. 65-114.
Bl. 476 reg. 1 v.o. onstreeks, lees: omstreeks.
Bl. 485 reg. 16 v.b. Thomas, lees: Albertus.
Bl. 495 reg. 17 v.b. achste, lees: achtste.