Voorrede.
Dit is de vertaling van J. te Winkel's Geschichte der niederländischen Sprache, verschenen als zesde hoofdstuk der vijfde afdeeling van Hermann Paul's Grundriss der germanischen Philologie, bewerkt naar de tweede uitgave van 1898. De vertaling is ondernomen met het doel, deze geschiedenis onzer taal - de eenige wetenschappelijke, die er bestaat - voor diegenen onzer land- en taalgenooten toegankelijk te maken, die zich thans door den omvang van Paul's Grundriss en door de eigenaardige moeilijkheden, die eene vreemde taal met zich brengt, ervan laten terughouden.
Oorspronkelijk had de Schrijver het voornemen, zijn werk zelf in het Nederlandsch over te brengen; maar de velerlei bezigheden, aan zijn ambt verbonden, beletten hem, zijn voornemen ten uitvoer te brengen. Toen ik nu met den Uitgever overeengekomen was, de vertaling op mij te nemen, stelde ik mij in verbinding met den Schrijver, mijn geachten leermeester, om zijne toestemming en aanwijzingen te verkrijgen, die hij mij welwillend en ruimschoots heeft verschaft, waarvoor ik hem hier mijn hartelijken