Bedevaart naar Jerusalem in 1525
(1884)–Arent Willemsz– Auteursrecht onbekendMechelen.Men weet uit het medegedeelde vonnisGa naar voetnoot2), dat de pelgrimagie naar Mechelen werd bevolen den 3 Juni 1451; | |
[pagina XXVII]
| |
die stad was geene bedevaartplaats, dus niet uit dezen hoofde moest de veroordeelde er heen trekken, maar er werd juist te dien tijde het jubilé van het heilig Jaar gehouden. Zie hier welk bericht mij daaromtrent is toegekomen: Het jubilé van het heilig Jaar, voor de stad Mechelen toegestaan bij pauselijke bulle van Nicolaas V (Rome, 8 December 1450), werd te Mechelen aangekondigd den 27 Maart 1451. Een afschrift dier bulle werd gezonden aan de Bisdommen van het hertogdom Boergondien, alsook door geheel Holland, Zeeland, Friesland, Vlaanderen, Brabant, Engeland, St. Omer, Atrecht, Douai, Keulen, Trier, Metz, Luik, Luxemburg, Kamerijk enz., zoodat men zich niet moet verwonderen over de groote menigte volks, die van alle kanten en uit alle streken, zich te Mechelen gedurende het Jubeljaar 1451 kwam vereenigen. Hertog Philips gaf van zijn kant een bericht uit (Brussel, 14 April 1451), waardoor hij deed weten, dat het jubilé te Mechelen een aanvang zou nemen op 23 April. Het jubeljaar werd er gesloten op Zondag 31 October 1451. Met de rijke offergiften welke de geloovigen aanbrachten, werden de zeven kerken van Mechelen, die tijdens het jubilé door hen waren bezocht geweest, òf vermeerderd òf vernieuwd.Ga naar voetnoot1) |
|