Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen
(1715)–Daniël Willink– Auteursrechtvrij
[pagina 272]
| |
Op de Maate van den 68 en 36 Psalm.I.Gy hebt myn ziele welgedaan:
Dies zal ik voor uw Aanschyn gaan
In Godtsvrugt, Hemel-Heere!
Den Beeker van de Dankbaarheid
Zal ik, met Christelyk beleid,
Opneemen t'uwer eere;
Om U, voor 't onverdiende goed
Dat my naar ziel en lyf ontmoet,
Geduuriglyk te loven.
Uw lof zal altyd in myn mond
Opwellen, uit myn's harten grond,
Tot U, myn Godt, naar boven.
| |
II.'K zal myn geloften, die 'k U deedt
In angst des doods, in 't klamme zweet
Nu openbaar betaalen.
Ik zal de wond'ren, die Gy wrogt,
En 't Heil dat Gy uw Kerk toebrogt,
Met vreugd, aan elk verhaalen.
Versterk my hier toe door uw licht,
De kragt uw's Geestes, om dien plicht
Godtvrugtig te verrigten.
Wyl al het Geestelyke goed,
Alleen van U afkomen moet,
ô Vader aller lichten!
|
|