Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen

(1715)–Daniël Willink– rechtenstatus



[pagina 273]
Een Ander, Psalm XL. Vers 6. Gy, ô Heere myn Godt, hebt uwe wonderen ende uwe gedagten aan ons veele gemaakt; men kanze niet in ordre by u verhaalen, zal ikze verkondigen ende uitspreeken, ze zyn zy menigvuldiger dan dat ikze zoude konnen vertellen.
Stemme: Verstand waar is uw trouw gebleeven. I. Als ik ben by my zelf gezeeten, En uwe wondren overdenk, ô Heer, uw Heilryk goed, uw zalig zielgeschenk, Dat onaanklaagelyk geweeten. In Christus ons uit gunst geschonken, Verworven door zyn Regt en bloed: Dan kan uw zeg'ning my in 't binnenste gemoed Een diep verwonderen ontvonken.
II. Wie kan z'in ordere verhaalen? Hun aantal heeft geen plaats noch endt! Wie heeft de hoogte van uw Goedheid regt gekent? Wie kan uw menschenliefde maalen? Gelooft zy Godt, alom gepreezen, Voor 't Heil, zyn Kerk en volk bereidt. Zyn hoogstgedugte Naam moet in der eeuwigheid Gedankt in 's Hemels zaalen weezen.