Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen

[p. 270]

Zielzuchten Om Godt voortaan heilig en dankbaar te leeven.

Psalm CXIX vers 7 en 8. Ik zal u looven in oprechtigheid des herten, als ik de regten uwer Gerechtigheid zal geleert hebben.
Ik zal uwe inzettingen bewaaren, en verlaat my niet al te zeer.

Stemme: Wanneer de Zon in 't Morgenrood.

I.

Nu vindt myn ziele zich bereidt

Om door een' zuivren wandel,

In deugd en in Godtvruchtigheidt,

En onbesprooken handel,

Te leeven naar het rein Gebodt
Van myn goeddoenden Heer en Godt,

Om Hem oprecht te looven;

Als ik de regten heb geleert
Zyns woords, waar door Hy wordt geërt,

Door zynen Geest van boven.

II.

Ik zal in ongekreukten vlyt,

Gedurende myn leeven,

Op aard besteeden mynen tyd,

Om eer aan Godt te geeven,

Ik zal zyn woord, zo rein, zo goed,
Bewaaren in een kuisch gemoed

En daar meê my beraaden.

Bestier myn Geest, door uwe kragt,
Dat door my word' uw wil volbragt:

Leid my maar in uw' paden.