Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen
(1715)–Daniël Willink– AuteursrechtvrijToon. Psalm 119.I.ô Vader! maak ons door uw Geest bekwaam
Om, door 't Geloof, uit all' uw groote werken,
Ook d'eere van uw nooit volpreezen Naam,
Uit uwe magt eerbiedig te bemerken;
Op dat myn ziel, in al 't geen zy beschouwt,
Stof vindt om haar Geloove te versterken.
| |
II.Laat uwen Naam, die groot en Heilig is!
Zig tot uw roem en lof alom verbreiden;
Al 't volk zich eens van slaafsche duisternis
Ontslaan en tot uw Heilgen dienst bereiden,
Ontdek aan elk des waerelds klaatergoud,
En doe hen van het zondig kwaad afscheiden.
| |
[pagina 35]
| |
III.Op dat de mensch, U, als het eenigst goed,
Het opperst Heil en allerheiligst Weezen,
Mag eeren met een ongekreukt gemoed,
En U altyd belyden, dienen, vreezen.
Als hy uw Wet, uw Woord en Wegen houdt,
Zo word uw Naam die Heilig is gepreezen.
| |
IV.Vernieuw my door uw heiligenden Geest,
Laat al myn doen, myn woorden en gedachten,
Gericht zyn tot uw Eer, dat gy gevreest
Moogt zyn, en ik dus op uw goedheid wagten.
Op dat myn ziel, die vast op U vertrouwt,
De Waereld met haar schynschoon mag veragten.
|
|