Lusthof van Christelyke dank- en beedezangen
(1715)–Daniël Willink– Auteursrechtvrij
[pagina 11]
| |
Op de Wyze van Psalm 31 en 71.I.Gelyk een Hert hygt naar de stroomen
Van eene waterbeek,
Om in een' koele streek,
Rust, voor vermoeidheid, te bekoomen,
Zo hygt myn ziel, om heeden
Ook in Godts Huis te treeden.
| |
II.Om door 't Geloof my te verkwikken
In 't hooren van Godts woord,
't Geen myne ziel bekoort,
En leert te waaken voor de strikken
Des doods, en booze zonden,
Nog overig gevonden.
| |
III.Om van myn dag'lyks werk te rusten,
En vry van aardsche zorg
My, in myn Heil, myn Borg,
Myn Jesus, vrolyk, te verlusten,
En mynen Godt en Heere,
Te juichen lof en eere.
| |
[pagina 12]
| |
IV.Laat uwen Geest my recht bereiden
Tot dit Godtsdienstig werk
En my naar uwe Kerk,
O Godt, in uwe vreeze leiden;
Maak voor uw Woord, vol waarde!
Myn hart als vruchtbaar' aarde.
| |
V.Verlicht 't verstand, buig myne zinnen.
Wek nu myn aandacht Heer!
Ja doe my tot uw Eer,
Den Godsdienst naar uw wil beginnen,
Met lust, in reine zeeden
Het heilzaamst hier beneeden.
| |
VI.Dat geen verstrooijing van gedachten
My trekke van uw Woord,
'T geen uw Gemeente hoort,
Maar laat uw Geest myn hart verzachten,
En buigen naar uw weegen,
Tot uwen dienst geneegen.
| |
VII.Dan zal ik regt Godsdienstig vieren
Dees dag, den dag der rust,
Die myne ziel verlust,
Als gy myn zinnen zult bestieren;
Op dat ik al myn' dagen,
Volbreng uw welbehagen,
| |
VIII.Dus zal ik op het nieuw vergaaren
Een schat, een geestlyk goed;
Een Rykdom voor 't gemoed;
Niet met de waereld t'evenaaren;
En U op alle wyzen
Hier, en hier namaals, pryzen.
|
|