De oodtmoet salt aenkleven,
Altijdt in deughden leven;
Zijt danckbaer aen den Schepper en looft hem op dat pas,
En seght oock alle dagen eens Deo gratias.
[De alder-nieuwste Leyssem-Liedekens die ghesonghen worden op den Kersnacht, enz., van nieuws vermeerdert ende verbetert. Antw., Mart. Verhulst, 1684, in-8o obl., bl. 40-45. Dit lied werd gezongen op de wyze van Cecilia, hier voren onder No CCXXXII opgenomen.]