5
Maer de allerschoonste beste bloem al in den hof,
Dat was de Heere Jesus soet, dus zy Hem lof.
6
Och! Jesus, al mijn goed en al mijn saligheyd,
Maeck van mijn hert uw hoveken, het is bereyd.
[Woorden en muzyk in Het Prieel der geestelijcke melodiie. Antw. 1630, in-8o, bl. 117. De woorden mede in de Geestelijcke Harmonie. - Men vintse te Coop tot Kevelaer (zonder jaertal, de approbatie is van 1685); in-8o, bl. 85.]