Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 9
(1845)–J.F. Willems, [tijdschrift] Belgisch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 366]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Iets over den graenhandel.Mogt de graenteelt op het familiewezen in het byzonder en op de volkeren in het algemeen eenen zoo magtigen invloed uitoefenen, dat velen er, mogelyk uit blootdichterlyke beschouwing, haer voor de wieg en bakermat der aloude beschaving hebben aenzien; van eene andere zyde, en niet minder gewigtig, was de invloed des graenhandels op de betrekkingen der volkeren met elkander: men staet waerlyk verbaesd over de uitbreiding, welke deze handel van eeuw tot eeuw heeft bekomen. De vrye graenhandel is dan ook een der vraegpunten, welke in onze tyden het meest de aendacht van wetgevers, wysgeeren en staethuishoudkundigen hebben gevestigd; en te regt verdiende te vestigen, wegens de onafmeetbare maetschappelyke belangen, welke er mede in verband staen. Trouwens, er is geen voortbrengsel van den landbouw, dat uit zynen aerd geschikter is, om een voorwerp van handel te wezen, en hierdoor ook tot anderen handel aenleiding te geven, dan de granen. Om niet te spreken van velerlei bestemmingen, welke het koren door deze of gene bewerking verkrygt, is het altyd en overal het eerste voorwerp van algemeene behoefte en begeerte geweest, en zal het waerschynlyk altoos blyven, omdat het onder honderde gedaenten het voornaemste voedsel voor iedereen, arm en ryk, oud en jong, oplevert. Na dezen vry wat te hoogloopenden aenvang onzes | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 367]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opstels, zal de lezer zich welligt verwachten aen eene staetshuishoudkundige verhandeling over den vryen graenhandel, dergelyke een Gogel of een Hogendorp er wisten te schryven; doch hierin zou men mistasten: de volgende bladen zyn blootelyk eene beknopte bydrage tot de geschiedenis des graenhandels in deze landen, byzonderlyk in Braband en VlaenderenGa naar voetnoot1. Zoo verre deze geschiedenis in de vaderlandsche jaerboeken is na te sporen, ziet men Antwerpen, als mededinger in den Europeschen graenhandel, nevens Holland, Engeland en de Hanzesteden staen. Van in de XIIIe eeuw trokken de Antwerpenaers koren uit de Oostzeehavens; ook waren zy al vroeg in het bezit gekomen van den stapel der haver: en wie maer eenigzins met hunne chronyken bekend is, weet welken langdurigen twist zy daerover met de Mechelaers hebben gevoerd. Destyds, gelyk nu nog, was het eene algemeen bekende daedzaek, dat ons land, in evenredigheid zyner bevolking, geen genoegzaem graen voortbragt. Hier, gelyk overal, was er behoefte aen koren; maer daer de middelen om in deze behoefte te voorzien ontoereikend waren, werd men te rade er naer buiten te gaen zoeken. Aldus bekwam de graenhandel van jaer tot jaer meer uitbreiding. Van lieverlede werd het eene gewoonte de Oostzeehavens als de graenzolders der Neder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 368]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
landen te beschouwen, en de invloed dezes handels op den algemeenen welstand der volksklassen was dusdanig, dat, wanneer de Oostersche graenvloot achteruit bleef of niet op den gewoonen tyd aenkwam, het land aen duerte en hongersnood ten prooi viel. Zulks gebeurde werkelyk in 1520, toen de Lubeckers twee honderd nederlandsche heudenGa naar voetnoot1 met granen beladen, welke zich in de Belt bevonden, hadden doen in beslag nemen. Het vervolg van dezen maetregel was eene nypende duerte in alle de Nederlanden, zoodanig dat de veertel koren te Mechelen van 3 schellingen 4 penningen tot 11 schellingen 6 penningen in prys steeg, weshalve Keizer Karel nog in december deszelfden jaers een dekreet liet uitgaen, waerby hy allen uitvoer van granen op peyne van arbitrale correctie ten strengste verbood, en eenige andere verordeningen uitschreef, om den nood zyner onderdanen te lenigen en te verzachten. Een ander merkwaerdig voorbeeld van deze onmisbare behoefte der noordsche granen vindt men in het Antwerpsch Chronykje, bladz. 56, alwaer men leest: ‘In 't selve jaer (1557) op den 23 mey, noch was 't Juny, soo cocht men t'Antwerpen een veertel acht gulden, ende de terwe tien; maer op den eersten July daer naer cocht men de rogghe om seven schellingen groote, want daer quam vuyt Ostenryck in Hollant een vlote met coren, daer door de beteringhe in 't coren comen is, tot den naervolgenden oost, die alsdan spay aen quamp.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 369]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nopens de pryzen der granen is uit de middeleeuwsche schriften niet veel te leeren. Ontmoet men dezelve soms by den eenen of anderen chronykschryver aengebragt, zulks gebeurt ter gelegenheid van eene duerte; en dan vergeet hy nog meest altoos, de gewoone marktpryzen met degene door de schaerschheid van het koren te wege gebragt te vergelyken, weshalve men nooit of zeer zelden den graed der verdiering kan afmeten. De moeijelykheid, welke men dienaengaende ondervindt, wordt nog verzwaerd door den aerd en inhoud der maten, welke tusschen alle de steden meer of min verschilden, ofschoon zy somwylen dezelfde benamingen voerden: zoo rekende men niet alleen by lasten en veertels, maer ook by heuden, mudden, zakken, lepels, enz. Waren er ten minste graenspykersGa naar voetnoot1 van iedere stad voor handen! doch daeraen mangelt het grootendeels, of ze zyn zeer onvolledig. Het oudste stuk van dien aerd, 't welk wy hebben kunnen opsporen, komt voor in de Memorien der Oude Akademie van Brussel, Ve deel, bl. 178; hetzelve bevat den prys der granen in de kwartieren van Gent, Brugge en Rupelmonde, gedurende de regering van Philips-de-Stoute. Zie hier dezen graenspyker, waerop de pryzen zyn bepaeld by heude, welke acht mudden bevatte:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 370]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ryzingen en dalingen, door de graenpryzen in de XVIe eeuw ondergaen, waren niet minder talryk dan degene welke men in de bovenstaende tafel kan opmerken. Men zal daer nader over kunnen oordeelen door den volgenden graenspyker van Brussel, gedurende byna het vierde deel eener eeuw.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 371]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze graenspyker, opgemaekt volgens een aenhangsel op Altmeyer's Histoire des relations des Pays-Bas avec le nord de l'Europe, vertoont deze byzonderheid, dat al daelden de granen somwylen, de algemeene strekking toch tot ryzing was, welk verschynsel ook in den jongsten tyd is opgemerkt. Men ziet insgelyks, door de bovenstaende tafel, dat de beweging der pryzen soms met geweldige schokken toeging, en dit niet slechts in een jaer, maer in minder dan eene maend. Zoo lezen wy in d'Boeck der Tyden, dat den 8en mei 1546 de rogge te Antwerpen 38 stuivers de veertel kostte; den 15en dito gold hetzelfde graen in dezelfde stad 66 stuivers, en den 22 dito 42 stuivers. Dus eene ryzing van 28 en eene daling van 26 stuivers in veertien dagen en op dezelfde markt! Belangryk ware het, de hoeveelheid der jaerlyks hier te lande ingevoerde granen te kennen; doch wy hebben desaengaende niets gevonden dan eenige regels in Guic- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 372]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ciardini's Beschryving der Nederlanden. Deze Florentyner verhaelt, dat er te zynen tyde (in 1567), toen Antwerpen in deszelfs grootsten bloei was, ieder jaer, uit Oostland, Lyfland en andere gewesten der Baltische zee, omtrent zestig duizend lasten graenGa naar voetnoot1 werden aengevoerd, welke doorgaens in Holland gelost werden, en door hem op eene waerde van 1,680,000 gouden kroonen worden geschat. Het was inderdaed in Holland, dat de Nederlandsche graenhandel eigenlyk zynen zetel had. Gedurende byna drie eeuwen werd daer de leer in theorie gepredikt en in praktyk gehuldigd, dat de vrye graenhandel de springader was van 's lands handelsgrootheid, de hoeksteen zyner welvaert, een gouden stroom ryker dan de schatten van Peru; en een Luzac mogt er in volle Staten Generael den graenhandel voor de moeder-commercie van Holland uitroepen. ‘Wel achtte men het billyk, zegt een ongenoemd schryver, dat de graenhandel, gelyk ieder ander bedryf, den lande voor de hoede des staets, die hem veiligheid verzekerde, in convooyen en licenten, voor de maetregelen die hem in gemakkelyke en vrye omzetting te gemoet kwamen, in last en veilgeld eenige vergoeding schuldig was; maer deze vergoeding, al was zy by wylen iets grooter of geringer, zy was altyd gering, drukte niet zwaer en verwrong nooit het algemeene best tot eene ramp voor den enkelen. Nu en dan, ja, doch zelden, week men een oogenblik van dezen algemeenen stelregel af, als men in tyden van oorlog of duerte meende, om ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 373]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brek te voorkomen, den uitvoer te moeten beperken, doch even spoedig keerde men op den royalen weg terug. Nooit geloofde men de welvaert binnen 's lands te vermeerderen door afsluiting van buiten, tot bescherming van den een ten koste van den anderen. De graven of hunne stedehouders mogten by herhaling eischen, dat den handel lasten werden opgelegd. De bondgenootschappelyke provincien mogten meermalen eischen, dat ten gunsten van dezen of genen de handel werd belemmerd; Holland stond vast en wankelde niet. Men offerde schatten op, liever dan den graenhandel te bederven.’ De schryver, wien wy de bovenstaende regels ontleenen, staeft dezelve door eenige voorbeelden. Hy herinnert hoe Keizer Karel zelf in 1533 en 1545 vergeefsche poogingen deed, om op de uitgaende granen een nieuwe belasting onder den naem van congégeld te leggen; en hoe in 1669, toen Zeeland aen Holland het voorstel gedaen had, om de buitenlandsche granen en zaden met hooge inkomende regten te belasten, de raedpensionaris Johan De Witt, ter bestryding van dit voorstel, in eene meesterlyke deductie deed opmerken: ‘dat de graanhandel de source en wortel van de notabelste commercie der Nederlanden was en daarom met geringe regten belast; ook om het brood tot een civielen prijs te houden ten voordeele van de manufacturiers en handwerkslieden, dat deze landen altijd waren geweest de korenschuur van geheel Europa, en dat de kunstmatige rijzing, die men wilde daarstellen, geen algemeene winst, maar eene bevoordeeling van den eenen ingezeten boven den anderen zoude zijn.’ Uit deze regels, welke wy niet zonder opzet hebben aenghaeld, blykt dat de schrandere Johan De Witt, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 374]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nopens de vruchten en voordeelen, door den vryen graenhandel op te leveren, regt gezonde denkbeelden koesterde, waermede geheel overeenstemmen degene door de kamer van koophandel van Antwerpen in haer merkwaerdig adres van den 12 maert 1845 uiteengezet. België, dat nagenoeg in het midden van Europa ligt, dat voor voortbrengers en verbruikers even toegankelyk is, om den overvloed der eenen gemakkelyk te ontvangen en in de behoeften der anderen spoedig te kunnen voorzien; België, dat in Antwerpen eene haven bezit, welke eene nyverige natie tegen tonnen schats zou verruilen, kon die haven vervoerd worden; België, dat zyne schepen tot af- en aenvoer over alle zeën kan uitzenden, heeft den vryen graenhandel op zynen bodem meermalen door vreemden dwang zien beperken: de plakkaertboeken van Braband en Vlaenderen liggen daer om dit te getuigen. Wy hebben reeds het feit aengewezen, dat de Nederlanden geene genoegzame hoeveelheid graen voortbragten, om de bevolking te spyzen: ook was men, in geval van mislukten oogst, telkens verzekerd een verbod van uitvoer van wege den Keizer of deszelfs landvoogd te zien uitgaen. Men heeft daervan een voorbeeld in het plakkaert, den 19 augustus 1522, door den graef van Gavere, stadhouder van Vlaenderen, op vertoog der Staten van dit graefschap gegeven en afgekondigd. Onder andere beweegredenen wordt daer aengevoerd, dat er in het vorige jaer groote duerte was geweest, en dat het geschapen stond als zou dezelve in het eerstkomende jaer nog vermeerderen, ten gevolge van de groote samenrukking van krygsvolk op de grenzen, dat met het koren uit deze landen moest gespysd en gevoed worden. Het plakkaert deed wyders opmerken, dat er dagelyks veel graen heimelyk werd uitgevoerd, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 375]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
terwyl men nog meer ander opkocht en binnenschuerde. Daerom vond genoemde stadhouder goed, allen uitvoer van graen, dat voor het krygsvolk uitgezonderd, ten strengste te verbieden.
Wat het plakkaert van 1522 had voorzien, gebeurde werkelyk. De duerte werd het volgende jaer zoo drukkend, dat Keizer Karel het geraedzaem oordeelde maetregels te beramen. By plakkaert van 23 maert 1523, werd niet alleen de uitvoer van graen, maer ook van meel en brood verboden; en in al de zeehavens werden byzondere wachters en wakers uitgezet, om de naleving van het keizerlyk plakkaert te verzekeren.
Dit verbod van den graenuitvoer werd in de XVIe eeuw verscheidene malen in soortgelyke omstandigheden tydelyk vernieuwd, zoo als in 1531, 1532, 1535, 1544, 1549, 1588 en 1589.
Terzelfder tyd werden er beschikkingen genomen voor de policie der vrye graenmarkten en bevoorregte plaetsen. Een keizerlyk bevelschrift van 18 october 1527 had bepaeld, dat men dâér alléén koren zoude mogen verkoopen; en tot op het einde der XVIIIe eeuw vindt men wel twintig plakkaerten over dezelfde stoffe. Byzonder uitvoerig is het plakkaert van 5 october 1545. De voornaemste verordeningen, by hetzelve omschreven, waren: dat de vrye publieke graenmarkten zouden gehouden worden van 10 ure 's morgens tot 1 ure namiddag, dat de verkochte of de te verkoopene granen werkelyk op de markt zouden aenwezig zyn, althans by monsters; dat de graenkoopers zouden gehouden wezen borgtogt te stellen, dat zy binnen twee maenden na het vervoer bewysschriften van de wethouders hunner woonplaetsen zouden overleggen, ten betooge dat zy het voormelde graen aldaer gekocht en geleverd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 376]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadden; eindelyk dat men niet meer graen mogt koopen, dan hetgeen op de marktdagen geleverd werd.
De meeste dezer bepalingen bleven gedurende de XVIe eeuw krachte van wet behouden. In de twee volgende eeuwen, vooral by oorlogstyd, werden de vrye graenmarkten te platte lande meermalen afgeschaft, zoo nogtans, dat er soms uitzonderingen plaets hadden, gelyk in 1692 voor de markten van het Land van Waes werd gedekreteerd. Wyders was het verboden, op de publieke markten meer graen te koopen, dan men voor het verbruik zoude noodig hebben. Deze laetste schikking werd onder andere in 1699, 1740 en 1757 vernieuwd.
Overigens had iedere gemeente hare byzondere plaetselyke verordeningen over het houden harer graenmarkt, maer waervan het doelwit niet altoos ligt te vatten is. Op de Vlaemsche markten, by voorbeeld, ingevolge een besluit van den Raed van Vlaenderen van 18 augusty 1699, mogt men aen de bakkers geen graen verkoopen vóor twee ure nanoen. Soortgelyk verbod bestond in de XIVe eeuw te Antwerpen tegen de molenaers, die, volgens eene bepaling van het Oude Keurboek, des zaterdags geen graen in de stad mogten komen laden.
Behalve het verbod op den graenuitvoer, werden er nog andere maetregels voorgeschreven, om de duerte te bestryden. Aldus verbood het keizerlyk plakkaert van 23 september 1531, van het graen ergens anders toe te gebruiken, dan tot het bakken van brood en het brouwen van bier. Terzelfder tyd werden al de kontrakten van verkooping van nog te velde staende onrype granen te niet gedaen, ten einde aldus de opkoopers tegen te werken en eene daling in de graenpryzen te wege te brengen. Zulke vernietiging van kontrakten had | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 377]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reeds by eene soortgelyke omstandigheid in 1522 plaets gehad, en geschiedde andermalen in 1545, 1597 en 1699 Zonderling merkwaerdig, wegens de genomen maetregels, is het plakkaert van 22 mei 1556. Daerby werd op het platte land in Vlaenderen tot in de eerstkomende maend september verboden, witte brooden, taerten of koeken te bakken. Men mogt er ook al dien tyd geene tavernen of herbergen houden, en slechts aen noodlydenden of doorreizende lieden was het veroorlofd spys en drank voor te dienen. Ten hoogste mogten er twintig persoonen op de boerenbruiloften genood worden. Gedurende den voornoemden tyd mogt men op de dorpen geen bier brouwen dan van een oordje den pot, en het was wel strengelyk verboden tarwe of rogge in het brouwsel te doen. Het binnen de steden gebrouwde bier moest op vasten prys worden gesteld. De Magistraten hadden last de zolders te visiteeren, en het graen te doen verkoopen, dat ieder tot september te veel zoude hebben. Eindelyk alle privilegiën over den graenhandel werden herroepen. Indien vele dezer bepalingen van het plakkaert van 1556 niet voor ongerymd zyn te achten, ze waren toch ondoelmatig en krachteloos. Trouwens, welken invloed kon het verbod hebben van koeken, taerten en wittebrooden te bakken? Deed de landman er dan somtyds zulke overvloedige verbruiking van? wist men niet day hy zich over het algemeen met roggenbrood moet bevredigen? Wat onze twyfelingen dien aengaende bevestigt, is dat de meeste der hierboven aengestipte bepalingen zyn weggelaten uit de plakkaerten der volgende jaren, wanneer het wederom op het bestryden der duerte aenkwam. Slechts het verbod van de granen te gebruiken tot het brouwen van bier en het stoken van brandewyn is meermalen vernieuwd geweest, namelyk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 378]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in 1601, 1622, 1663, 1673, 1675, 1692, 1698, 1702, 1705, 1709, 1740, 1741 en 1757Ga naar voetnoot1. Terwyl men het dietsche volk aldus meende ten dienste te staen, met hetzelve te dwingen klein bier en slappen jenever te drinken, onder voorwendsel van het goedkoop brood te doen eten, en terwyl een keizerlyk plakkaert van 30 juny 1546, tegen de graendieven de doodstraf bepaelde, en legen alwie maer eenige gewassen of ongewassen granen heimelyk van de velden zou ontdragen, vergat men ook niet eene zekere klasse van lieden, die tot by den fiscus toe onder de weinig hoffelyke benaming van korenbyters te boek stonden. Reeds hadden de plakkaerten van 1575, 1586, 1587 en 1588 tegen het monopoliseeren of opkoopen van granen het eene en andere uitgeschreven, als dat van 10 september 1597 het licht zag. Daer leest men, dat de koning verstaen had ‘dat door de gratie Godts het gewas van dit jaer redelyk was (weshalve hy had) toegelaeten by vorm van proeve ende provisie, dat alle goede en ghetrouwe cooplieden ..... alle soorten van graenen in de steden van herwaerts overe (te koopen). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 379]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorziende nochtans teghen de monopolie ende bedrogh van de coorenbyters, ende andere coopers ende vercoopers van cooren, tarwe ende alle andere graenen, welke arbitrairlyck (moesten) gestraft worden, volgens de qualiteyt van het delict.’ Zoo ging het in de XVIe eeuw. In de volgende, alhoewel men eenige bittere jaren van duren tyd telde, bestonden de plakkaerten gedurende dit tydperk tegen den uitvoer der granen afgekondigd, over het algemeen in oorlogsmaetregelen. Zoo was nauwelyks het twaelfjarig vredebestand ten einde geloopen, of de ingezetenen van het platte land aen gene zyde der Demer, Dyle en Rupel kregen verbod van nog granen uit te voeren. Daerna verschenen de brieven van Hare Hoogheid de spaensche infante Isabella, in dato 20 november 1630, waerby ‘de peynen, gestatueerd door de voorgaende plakkaerten over den toevoer van granen naer de landen van den vyand,’ verdubbeld werden. De gestelde boet was het viervoudige der waerde van de in beslaggenomen granen, en de aenbrenger of verklikker (hy mogt dan ook medepligtig zyn) profiteerde in de boet. Desniettegenstaende schynt men eenigen tyd middel gehad te hebben, om de boet te ontwyken, met het plakkaert naer de letter op te nemen, nademael dezelfde infante den 22 mei 1631 eene interpretatie in 't licht gaf, waerin onder anderen gezeid werd, dat onder de granen ook begrepen waren meel, brood en ander gebakGa naar voetnoot1. En zoo was het schier de geheele XVIIe eeuw door, getuigen de plakkaerten en ordon- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 380]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nancien van 1638, 1653, 1658, 1672, 1692, 1693 en 1694. Maer als ware de graenhandel daermede nog niet genoeg belemmerd geweest, men verzwaerde den bovengemelden krygsmaetregel nog door eenen anderen, hierin bestaende, dat al de boeren, molenaers, bakkers en graenhandelaers gedwongen werden hun graen naer de beslotene steden te voeren, uitgenomen hetgene zy tot een bepaelden tyd voor hun onderhoud en verbruik zouden van noode hebben. De beslotene steden of vestingen waren hier te lande vry talryk, vóór dat Keizer Josef II het grootste gedeelte had doen slechten. In Braband telde men er wel acht: Leuven, Brussel, Antwerpen, Mechelen, Diest, Soutleeuw, Lier en Herenthals. Niettemin veroorzaekte de bewuste maetregel by de landlieden grooten overlast, en dit laet zich ligt begrypen. Wanneer zy granen van noode hadden, was het hun geoorlofd, ten hunnen koste en gevaer wel te verstaen, er uit de beslotene steden te gaen halen. Te dien einde moesten zy zich voorzien van een certificaet of bewysschrift, 't welk door de pastors, baljuwen, Drossaerden, Meijers en Greffiers van Vlaenderen, Braband, Limburg en Over-Mase kosteloos moest worden afgeleverd, luidens onderscheidene plakkaerten van de laetste helft der XVIIe eeuw. Men verbeelde zich nu die arme lieden, welke het graen van ettelyke mylen verre, met groote moeiten en kosten moesten komen halen, met gevaer van onder weg door de vyandelyke strooppartyen opgeligt, uitgeplonderd of nedergeschoten te worden, en men zal zich hunnen angst kunnen voorstellen. Dan, hoe knellend dit ook was, eenige publieke bloedzuigers schaemden zich niet daerin het middel te zoeken, om zich te verryken. Ten beteren verstande zy | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 381]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geweten, dat de graenkonvoijen, welke uit de vestingen kwamen, niet voor de boeren of ingezetenen in het byzonder waren bestemd, maer voor de algemeene behoefte van ieder dorp of onbeslotene stad. De plaetselyke officieren, die het certificaet van behoefte hadden afgeleverd, verdeelden vervolgens de granen onder hunne onderhoorigen, volgens eene quote of aendeel, welk door de ordonnancie van 24 april 1693 was bepaeld geworden op drie vierden eener brusselsche veertel, per maend en per persoon tant vieux que jeune, dat is zonder onderscheid van ouderdom. Doch nu had men ontdekt dat eenige der bovengemelde officieren, in stede van al het graen aen de huishoudens uit te deelen, een gedeelte daervan achterhielden en verhandelden; waeruit groote argwaen was ontstaen, dat zy het aen den vyand verkocht en geleverd hadden. Om dit gedrochtelyk misbruik te keer te gaen, werd er den 5 maert 1694, namens den toenmaligen landvoogd, Maximiliaen-Emmanuël van Beijeren, een dekreet afgekondigd, bepalende dat er niemand zonder het verpligtte bewysschrift zomergranen uit de vestingen zoude mogen komen halen, en verders een certificaet in te leveren ten betooge, dat men de landen met die granen bezaeid had. De overtreders moesten met de dood gestraft worden. De oogst van 1698 grootendeels mislukt zynde, nam de Regeering in Braband en Vlaenderen hare toevlugt tot de oude maetregelen, om de duerte te bestryden. De uitvoer van granen werd strengelyk verboden. De kooplieden mogten niet meer graen inkoopen, dan ieder voor zyn huisgezin zoude noodig hebben. Zy moesten de hoeveelheid granen onder hen berustende binnen de vier-en-twintig uren aengeven. Er was gebod gedaen van de graenzolders en magazynen te visiteeren, en de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 382]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoeveelheid graen, welke er zich bevond, op te nemen. De prys der granen werd voor iedere stad door een tarief geregeld. Eindelyk, daer de ingezetenen van het land van Waes, het Vrye van Brugge en de Vier ambachten, ondanks het hun gedane verbod, naer Zeeuwsch Vlaenderen graen bleven uitvoeren, werden zy, welke met dezen uitvoer zouden voortgaen, by koninklyk plakkaert van 8 november 1698, doodschuldig verklaerd. De uitvoerhandel van granen werd nog nader gedrukt door den Spaenschen successie-oorlog, welke in het begin der XVIIIe eeuw uitbrak. Voornamelyk na dat het tooneel diens oorlogs in onze Nederlanden was overgebragt, zag men al de oude ordonnancien op dit stuk gemaekt, weder uit den hoek halen. Den 6 maert 1709 had de hertog van Marlborough, uit aenmerking van den strengen winter, den landman toegelaten zyne granen vry van regten uit de beslotene steden te halen; maer anders bleef de uitvoer verboden; de quote van ieder dorp werd aen hetzelve nauw afgemeten; ieder werd herinnerd, dat meel en brood onder de benaming van graen begrepen waren, en dat het verboden was, op het platte land gedorschte of binnengeschuerde granen te koopen. Zie daer den zakelyken inhoud van een half dozyn plakkaerten van het opgemelde jaer. Het edikt van 31 mei 1710, dat vervolgens het licht zag, liet den vrye graenhandel toe, zoowel tusschen de steden als tusschen deze en de dorpen, degene van de vyandelyke gewesten uitgezonderd. Dit werd nog nader geregeld door het edikt van 25 october des zelfden jaers. Niet alleen werden degenen die granen uitvoerden daerby gewaerschouwd, dat zy onverminderd de inbeslagneming der granen en der wagens, karren, paerden en schepen voor derzelver vervoer gebruikt, voor de eerste reis eene boet zouden verbeuren, gelykstaende met het dub- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 383]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bele van de waerde dier granen; voor de tweede reis eene boet gelykstaende met het viervoudige dier granen; en voor de derde reis eene eeuwige ballingschap zouden ondergaen: maer het edikt was ook byzonder gerigt tegen de grossiers en voortverkoopers, welke in geval van opkooping arbitrairlyk moesten gestraft worden. De opbrengst der boeten werd by vierden verdeeld tusschen den Keizer, den armen, den aenbrenger en den exekuteerenden geregtsofficier. Het verbod op den uitvoer van granen naer de vyandlyke landen bleef, op eenige enkele uitzonderingen na, tot na het sluiten van den Utrechtsche vrede (1713) in voege. De volgende jaren, en wel namelyk in 1719, 1725, 1726, 1729, 1730 en 1731 werd alle hoegenaemde uitvoer wegens duerte of mislukten oogst gestaekt, waerby de vaderlyke bezorgdheid van het Huis van Oosterlyk voor zyne Nederlandsche onderdanen wel dient te worden opgemerkt: ‘Willende eene ghenoechsaeme quantiteyt graenen behouden, op dat onse goede ondersaeten sich daer van souden konnen voorsien voor hun onderhoudt tot eenen redelycken prys..... verbieden Wy by dese tegenwoordige by provisie ende tot nader order;.... den voer van alle soorten van graenen,’ zeggen de keizerlyke plakkaerten van 1725 en 1726. Het keizerlyke edikt van 21 january 1729 was dienaengaende nog nadrukkelyker. ‘Den strengen ende geduerigen vorst, (zoo luidt het daer), die desen winter heeft uytgestaen, ende bynaer overal gemeyn is geweest, mitsgaeders de veranderingen van de onmaetigheyt (sic) des lochts in het tegenwoordigh saisoen reden gevende om te vreesen, dat de vruchten der aerde merkelyck souden konnen worden beschaedigt, ofte ten minsten hunnen wasdom ende maturiteyt verachtert, hetwelck eene merckelyke dierte van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 384]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
levensmiddelen souden veroorsaecken, hetwelk behoort voorkomen te worden, soo tot onsen dienst als tot solaes onser goede ende getrouwe ondersaeten.... Verbieden Wy den uytvoer van tarwe, coren, rogge, spelte ende gerste.’ Tot dus verre de uitvoer der granen. Wat aengaet de invoer, deze onderging niet minder wisselvalligheden. Over het algemeen, mogt het vreemde graen vry binnen komen, mits betalende de gewone tolregten; doch men vindt ook voorbeelden van volstrekt verbod van invoer en van het zetten van hooge inkomregten. Zoo zien wy by het tarief in 1578 door de algemeene staten vastgesteld; dat de in- en uitvoer van tarwe, rogge, garste en haver verboden was. Doch in 1597 werd het, uit hoofde der duerte, wederom toegelaten granen uit de vreemde landen te ontbieden, en in 1626 bleef die gunst beperkt tot de zomergranen. In 1692 was de invoer, ondanks de krygsomstandigheden, ook wel geoorloofd; maer de schippers moesten de aengevoerde granen in de beslotene steden gaen lossen. Iedere provincie kon overigens, met goedkeuring van den souverein of deszelfs stedehouder, de inkomregten verhoogen. Men heeft daervan een bewys in het dekreet van 17 augusty 1688, op verzoek der Staten van Vlaenderen, Namen en Henegouw gegeven, en waerby de invoer van ieder last tarwe in die provincien met een regt van 40 guldens werd bezwaerd, en degene van ieder last rogge met een regt van 32 guldens. Over het algemeen was eene mogelyke schaerschheid en duerte de hoofdbeweegrede der plakkaerten, waerby de oostenryksche regeering den vryen invoer van granen toeliet; het begunstigen van den koophandel kwam slechts in de tweede plaets; getuige de ordonnancie van 25 october 1714, in welke de volgende regels voorkomen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 385]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Inshelycx, om onse goede ondersaeten dies te meer te soulageren, is onsen wille, dat men de cooplieden, soo onse ondersaeten als vremdelingen herwaerts overe eenigh graen aenbrengende, van buyten de landen van onse onderdaenigheyt, alle gunste, faveur, adresse, bystande ende assistantie sal doen, willende dat de selve met hunne graenen, schepen, schuyten, peerden, waegens ende karren wel ontfangen worden, sonder dat hun van noode sy tot dien eynde van ons ofte van onsen Raede van finantien eenige pasporten ofte saufconduiten te vercrygen. Aen de welcke die van buyten alsoo eenigh graen aenbrengen sullen, wy continueren de liberteyt om de selve graenen (by hen alsoo aengebracht) te mogen voeren ende transporteren in 't geheel ofte in deel alomme binnen onse voornoemde landen, daer t'hun goedduncken sal, insgelycx de selve te vercoopen extra-ordinairlyck ende buyten de marckten op sulcken plaetsen als sy begeeren sullen, jae aen de cooplieden van herwaerts overe, de welcke de selve graenen sullen mogen vergaederen, voeren, transporteeren, ende neeringhe daermede doen, behoudens dat sy die vercoopen op openbaere marckten, ende dat, om bedrogh te schouwen, sy de wete van den coop doen aen de officieren en de magistraet van de plaets, gebiedende aen alle gouverneurs, tollenaers, collecteurs, officieren en magistraten, sich daer na te voegen ende te reguleren sonder hen eenig letsel ofte moeyenisse te doen; in 't aenbrengen, transport ofte passagie van de voors. graenen van buyten commende.’ Voor het overige, en gelyk wy reeds opmerkten, was de invoer ondergeschikt aen de betaling der gewone tolregten, waermede al verder overeenkomen de plakkaerten van 15 octobre 1740 en van 6 juny 1741. De | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 386]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maten volgens welke deze tolregten bepaeld waren, verschilden volgens de plaetsen. Te Gent hief men ze per zak, te Brugge per last, te Antwerpen per veertel, enz. In sommige steden hief men bovendien een lepelregt, waertoe het volgende dient, hetwelk ons ter goeder ure werd medegedeeld, om by ons opstel opgenomen te worden. Na het zoogenaemde schoofregt of de graentienden schynt het lepelregt (louchée, Jus cochlearis) het oudste regt te wezen, dat hier te lande op de granen is geheven geweest. De lepel was eene maet van drooge waren, even als de loop of lope in Vriesland, de lop in Zweden, en de lof in Lyfland en Koerland. Dit regt werd in de XIVe eeuw te Antwerpen en elders gehevenGa naar voetnoot(1). Andreas Valkenisse, sekretaris dezer stad, heeft daervan aengeteekend, dat graef Lodewyk van Male en zyne echtgenoote Margareta, ten jare 1367 hunnen trouwen schildknaep Bussaert Van Munte, met het lepelregt begiftigden, dat men te Antwerpen voor iederen zak graen, welke ter markt werd gebragt, verschuldigd was. Bussaert behield dit regt tot in 1397, als-wanneer hy hetzelve aen Floris Ingels voor twaelf pond vlaemsch verpachtte. In 1650 vindt men het wederom in bezit van den landvorst, wezende alstoen de Koning van Spanje, die het in 1677 voor 300,000 guldens aen de stad verkocht of verpandde; maer het waren de Antwerpenaers niet, welke by dezen koop de meeste baet vonden. Keeren wy tot ons onderwerp terug. Met veel juistheid heeft men gezegd dat de regeeringen van Maria-Theresia en Josef II onder betrekking van koophandel en nyverheid niet veel meer dan eene aen- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 387]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenschakeling van onmagtige en tegenstrydige proefnemingen waren. Wat de graenhandel in het byzonder betreft, dezelve was veelal ondergeschikt aen den staet van den oogst. De eene mael was de invoer vry en de uitvoer verboden, dan had het omgekeerde plaets. Nu wederom mogt men slechts langs de landzyde invoeren, andermael te water en te land. Eens werd de doorvoer langs sommige kantooren toegelaten, en al de overigen voor denzelven gesloten. Van 1740 tot 1789 zyn er niet minder dan dertig keizerlyke ordonancien op dit stuk van in- uit- en doorvoer uitgevaerdigd. Maer om vervelende herhalingen te vermyden, onthouden wy ons hier van eene ontleding. Dit zullen wy alleenlyk in het algemeen doen opmerken, dat verreweg de meeste dezer ordonancien den uitvoer verbieden, hetgeen onzes achtens voor een ondubbelzinnig bewys is te houden, dat de oostenryksche regeering de bewustheid had, dat er in het land geen graen genoeg geteeld werd, weshalve het zoo onstaetkundig als onvoorzichtig zou geweest zyn den invoer te verbieden of te belemmeren. En inderdaed, toen Josef II in 1784 het ontwerp koesterde van eenen oorlog met Holland, werd de invoer tot zelfs van de gewone tolregten ontheven. Het is waer, deze keizerlyke vrygevigheid in het stuk van graenhandel was kortstondig en gedwongen; maer zy wettigt toch niet de miskenning van dit allereenvoudigste grondbeginsel: dat men in tyden van overvloed iets moet verzamelen en bewaren, om in tyden van schaersheid en gebrek iets te bezitten. Dan men gaet nu juist in eene omgekeerde rede te werk: zoo lang er overvloed te bekomen is, tracht men hem van zich af te weren, en men bedenkt niet eens, dat men hem niet altoos tot zich kan lokken, wanneer hy buiten be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 388]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reik is geraekt. In zyne bekrompenheid vestigt men alleen het oog op het naestbyzynde en oogenblikkelyk voordeel. Zoo zyn er grondeigenaers, die 's lands welvaren willen doen bestaen, in het bekomen van hooge, zeer hooge pachten van hunne bouwlanden; weshalve zy het vreemde graen, zoo al niet geheel willen buiten houden, dan toch enkel tegen hooge regten laten binnen komen. Zoo roept een fabrykant, wanneer zyne fabryk door mededinging van anderen bedreigd wordt, dat het gedaen is met de welvaert des lands, dat zyne fabryk aen honderden werklieden brood gaf, welke nu ten eeuwigen dage zonder werk en zonder brood zullen zyn, enz. Ten gevolge van deze verkeerde begrippen was het der XIXe eeuw, nadat de staethuishoudkunde tot den rang van wetenschap was verheven; aen deze onze eeuw, zeggen wy, was het voorbehouden, den graenhandel, gedurende de laetste dertig jaren, in de Nederlanden door eene reeks van wetten te zien belemmeren, besnoeijen en derwyze verminderen, dat hy niet veel meer dan eene bloote bevoorrading is te noemen, zynde die reeks van knevelende maetregels (in 1834 in België en in 1835 in Holland) op het zoogenaemde schaelstelsel uitgekomen. De nieuwe uitvinding, uit vreemde gewesten tot ons overgewaeid, had ten doel, zeide men, den landbouw te beschermen en deszelfs belangen te bevorderen. Om het doelmatige van zulke bescherming aen te pryzen, wees men vooral op Engeland; doch men kon geen slechter en ongepaster voorbeeld aenvoeren. Engeland begon zynen landbouw eene zoogenaemde krachtige bescherming te verleenen in het jaer 1688. Maer in 1773 was die bescherming niet meer krachtig genoeg; zy werd dus versterkt en aengeschroefd, in 1791, weder, in 1815 op nieuw: in 1828 bereikte zy haer toppunt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 389]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door de invoering der schaelregten. En evenwel heersht thans nergens meer armoede onder het landvolk dan in Engeland, en de bekwame staetsman sir Robert Peel heeft in 1842 geen beter middel kunnen bedenken, om die armoede te verzachten, dan eene poging om de bescherming te verminderen! Dat België zich aen het lot van Engeland spiegele, en nimmer vergete dat een slechte boom noodzakelyk slechte vruchten moet voortbrengen; weshalve hy tot niets goed is dan om afgekapt, uitgeroeid en verbrand te worden. Zulk een slechte boom is ons gewaend beschermingstelsel ter bevordering van den akkerbouw, maer inderdaed ten profyte van eenige grondeigenaers uitgedacht, en door eenige prohibitie-apostels aengepredikt, die volstrekt geen acht willen slaen op de grondregels, welke den graenhandel geleiden, en door een ongenoemden nederlandschen schryver in de volgende regels zeer bondig zyn uiteengezet: ‘..... Terwyl de behoefte overal, jaer in, jaer uit, zich gelyk blyft of steeds onmerkbaer en trapsgewyze afwisselt, is het zoo met de voortbrenging. Hierop hebben de onophoudelyke afwisselingen in de werkingen der natuer eenen onbedwingbaren invloed. Op jaren van overvloed volgen jaren van schaerschheid, in eene afwisseling die bykans met eene mathematische zekerheid te berekenen is. En het jaer dat in het Noorden of Oosten eenen gunstigen oogst oplevert, brengt in het Zuiden of Westen misgewas mede. Nu eens is het een heete zomer, die de ligt verzadigde vette gronden langs de zee begunstigt en daer eenen heerlyken oogst schenkt; maer te gelykertyd in het hoogere en droogere binnenland ter nauwernood een schrael en verschroeid gewas laet winnen op eenen anderen tyd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 390]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
worden door aenhoudende regens de lage landen verwakt, zoo dat het zaed in de voren verrot, of de overbezwaerde rivieren overstroomen de velden, terwyl die zelfde regens aen de hoogste streken eene ongewone vruchtbaerheid byzetten. Zoo lang men nu niet het geheim zal gevonden hebben om door verbod en bescherming deze werkingen der natuer zelve te overwinnen, zoo lang zal het onmogelyk zyn de nadeelige gevolgen dezer werkingen anders te bestryden dan door de eenvoudigste middelen welke de natuer en het gezond verstand aenwyzen, duidelyker dan elk betoog, namelyk: door de voorraden der goede jaren te bewaren tot de slechte komen, en den overvloed van de eene landstreek over te brengen naer de andere waer gebrek is. En wat is het anders dan hetgeen de groote graenhandel in zyne twee hoofdvormen doet? de speculatie-handel die in tyden van overvloed het graen, waeraen de consumtie voor het oogenblik geene behoefte heeft, bewaert, tot op hunne beurt weder de tyden komen, waerin de behoefte grooter zal zyn dan de productie? de vervoer-handel, die uitziet, waer overvloed heerscht en waer gebrek, en zich beyvert, om het evenwigt te herstellen? En zoo is de graenhandel een arbeid die nimmer stilstaet: die heden opzamelt om morgen te verspreiden; die heden van het noorden naer het zuiden, morgen van het oosten naer het westen zich beweegt, om het evenwigt te herstellen tusschen opbrengst en behoefte, dat nu hier en dan ginds is verbroken geworden.’ Maer wy bespeuren, dat wy van ons onderwerp afraken, en ons, ondanks de aenvankelyk gedane verklaring, in staethuishoudkundige beschouwingen en handelstheoriën verdiepen. Wy zullen hier dan afbreken, ten slotte verklarende, dat wy geheel en al toestemmen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 391]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in het gevoelen der antwerpsche Kamer van Koophandel, welke het schaelstelsel in verband met de entrepôts, om hoogstgewigtige redenen, niet kan goedkeuren, en wel byzonder omdat de kansrekeningen van entrepôt en de gedurige wisselingen van regten de spekulatien van den graenhandel een louter spel maken, een spel dat vernederend is en veelal mank gaet, omdat het allen zekeren grondslag mist, en geenszins afhangt van berekening van behoefte en voorraed, maer van de kwantiteit of kwaliteit der granen, die de boer op eene of andere landmarkt aenvoert, en van de bepaling van middelpryzen door den willekeur van dezen of genen belanghebbende gemaekt. In éen woord, wy zyn voorstanders van den vryen graenhandel, in dezen zin, dat men de vreemde granen, mits een billyk en vast bepaeld regt, late binnen komen.
Antwerpen, augusty 1845.
K.L. TORFS. |
|