aen: buiten het vermaerde ros Beyaert, had dier noch mensch tot dus verre nimmer zoo veel nieuwsgierigen binnen de muren van Dendermonde vereenigd gezien.
Na dat men dit buitengewoone schouwspel lang met het grootste ongeduld had afgewacht, zag men een zoo gezegd charivari van muzyk aenkomen, dat opgevolgd werd van eenige mannen, met een plank op hunnen rug. De wilde Man (van Dendermonde), met eene zware knots gewapend, ging achter hen, en sloeg links en rechts op den rug van die voor hem traden, Indien men ons de beschryving van dien wildeman vraegt, zullen wy zeggen, dat hy nagenoeg was zoo als men ons de inwooners van Otaïti, by de aenkomst van kapitein Cook, verbeeldt; immers, zoo als men van zyne geëerde confraters nog by sommige blazoenen ziet staen; met dit onderscheid echter dat men, na nauwkeurig 's mans lyf, als een schip, met pek overstreken te hebben, hem nog tot laetste sieraed met pluimen overzaeide. Vergeefs had de liefde de Argussen der afgunstige neering willen bedriegen, met het onzalige pek door siroop te vervangen: de Pynders lieten zich niet in slaep wiegen, en eischten dat de venerable statuten van 't orde stiptelyk en naer de letter uitgevoerd wierden. De wilde man doorliep in dezen pluimryken dosch de straten. Als men aen de wooning van eenigen voornamen burger kwam, stak hy de handen in een teerpot, die men aen zyne zyde droeg, en sloeg die, als een natuerlyken stempel, op de deur, of op den muer: dit teeken werd zorgvuldig door de inwoonders bewaerd.
De plechtigheid was afgeloopen, en de deken zag zich verplicht, om Lens geluk te wenschen, hem een pintglas van den besten Dendermondschen kwak toe te reiken, en, ten bywezen van 't volk en der zynen, als aengenomen Pynder uit te roepen. Men kan denken, hoe dit