Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 4
(1840)–J.F. Willems, [tijdschrift] Belgisch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 225]
| |
I.Aen Mijne Heeren eerweerdige wijse ende zeer voorsienighe Heeren, Burghmeesteren, Schepenen ende Raedt der stadt van Antwerpen.
Verthoonen seer oitmoedelijck, in alle behoirlijcke reverentie, de gemeene borgherschap der stadt van Antwerpen, dat tot haren kennisse gecomen is, dat onse genadigste heer de coninck, nu zeer onlancx geleden, gelieft heeft gehadt uyt Spangnien herwaerts over te zeynden zijne uyterste meeninge ende wille opt stuck van de Inquisitie int hertochdom van Brabandt, willende de selve Inquisitie in desen voorscreven lande van Brabandt gepubliceerd ende onderhouden hebben, sonder eenige replycke ofte voorder onderricht, deur eenige heeren prelaten, edelen, staten oft leden desselfs landts, oft ook by yemanden, wie hy zy, ter contrarien te mogen gedaen worden. Ende want dese wethouders altoos vryelijck gehoopt hadden gehadt dat zijne Majesteyt, eertijts genoech geremonstreert zijnde vanden inconvenienten ende quade consequentien vander zelver inquisitien, ende bedenckende der belooften zaliger hooger memorien | |
[pagina 226]
| |
keyser Carols V gedaen aen de Majesteyt van de coninginne saliger memorien, tot Ausburch, midts oock de beloften zijner Majesteyt deser stadt anno XLIX, sampt nu oock onlancx in Spagnien den commissarissen deser stadt gedaen, nemmermeer de voors. zijne erfnederlanden, ende besonder deser stadt van Antwerpen, soude willen beswaren ofte bemoeyen metter voorseyde inquisitie, onder wat coleur tselve soude mogen geschien: soo is nochtans warachtigh, dat onse genadige vrauwe de hertoghinne van Parma, gouvernerende uyt crachte van zijne majesteyts scrijven, in meyninge is, boven de missijfbrieven van U, Eerweerdige Heeren, te dien fyne in julio lestleden gescreven, de voors. Inquisitie hier in deser stadt, onder tdexele des Conciliums van Trenten, openbaerlijck, eer achte dagen, te doen publiceren ende tot stricte onderhout der selver een yegelijck bedwingen, auctoriserende de bisschoppen, nyeuwe aerdsbisschoppen ende andere gemeene gheestelijcke persoonen daeraff alleenelijck de kennisse ende judicature te hebben. Maer wat quaden consequentien, beroerten ende jammerlicke desolatien tselve desen Nederlanden, ende besonder deser vermaerde coopstadt mede brenghen sal, en is van gheenen noode hier te verhalen, als mijne Eerweerdige Heeren ende eenen yegelijck wel kennelijck is; ende naerdien de voors. inconvenienten dicmael ende genoechsamelijck zijner Majesteyt, de voors. hertoghinne, ende de heeren staten van desen lande respectivelijck geremonstreert zijn, ende nochtans, dies nyet teghenstaende, men alsnoch wilt voort procederen, directelijck teghen alle recht, equiteyt ende billicheyt, totter publicatie ende executie der voorscreven inquisitien, wesende deselve inquisitie het eenich fondament der toecommenden beroerten ende desolatien van desen landen ende deser stadt van Antwerpen: Soo sijn wy, supplianten, uyt reden | |
[pagina 227]
| |
voorscreven, geoorsaekt ende bedwonghen operbaerlijck voor Godt, voor U, als onsen magistraet, ende voor de gantsche werelt te protesteren, ende protesteren midts desen, dat de voornoemde publicatie ende executie van der voorschreven inquisitien, onder tdexel des voorscreven conciliums gebuert ende geschiet, nyet alleenelijck teghens des lands van Brabants privilegien, maer oock teghens der toesegghinge deser stadt specialijck, als hier voren verclaert, gedaen. Ende zoo verre feytelijck eenige oppositie teghens der voorscreven inquisitie in deser stadt gebuerd, sustineren de supplianten sulcx voor egheen oproer, commotie, ongehoorsaemheyt ofte seditie te moghen oft cunnen gehouden oft geacht te worden, in eeniger manieren; daeraf expresselijck protesterende. Ende om sulcx by ordre van rechte voor den competenten rechter te mogen bewijsen, wy segghen competenten rechter, te wyle wy hier expresselijck int stuck vander inquisitien buyten alle justitie equiteyt en billicheyt ende jeghens den In, IIn, IIIn, IIIIn en lesten artijkelen vander blyde incompste, ende meer andere loffelijcken previlegien, getracteert worden, soo versoecken wy van U, Eerweerdige Heeren, dat ghy, als onsen magistraet, patronen, regeerders ende momboirs, sult alsulcken onsen allergenadigsten heeren des conincx te kennen gheven, den camergerechte des heylichen Roomschen Keyserrijcks, ende zijne majesteyt voor den selven camergerichte, uyt crachte der goude bullen, desen lande van Brabandt, anno 1349, ende successivelijck by den keyser verleent; ende des rijcx afscheyt van Ausburch, 26e juny anno 46, daer beroepen; ende dach bescheyden om aldaer van onsen wegen bewesen te worden dat de voorscreven inquisitie ofte executie des conciliums van Trenten directelijck contraveneert onsen voorscreven privilegien; ende aldaer voorts verclaert te worden onse allergenadichste | |
[pagina 228]
| |
heere de coninck te wesen ongefondeert de voorscreven inquisitie in deser stadt van Antwerpen te doen publiceren, ende noch min te doen executeren. Te meer, uyt dien dat dese stadt ende gemeene borghers van Antwerpen, liggende in Brabandt, sijn, achtervolgens den contracten van Ausburch, gemaeckt tusschen desen landen, anno 48, ende meer andere, een deel ende lit des heylichen rijcx, staende, naer de gemeene beschrijvinghe der provincien des duytschen landts, geinsereert in de vijfde creyts der sesse creytsen des geheelen duytschen lands, ende oock naer uytwijsen des contracts der religions-vrede te Passou, 52, en t'Ausburch anno 55 gemaekt, welcke naervolghende, wy behooren vry ende ongemolesteert te blijven in cas van der inquisitien, ende wes daervan dependeert; ende voorts behooren te genieten ende te gebruycken alle previlegien ende immuniteyten ende liberteyten, gelijck andere staeten des rijcx leden genieten ende gebruycken, waer voor dese voors. Nederlanden contribueren in den lasten des rijcx, soo vele als twee cuer-vorsten. Dit doende sult U behoorelijck beneficie genoech doen; ingevallen neen, zoo protesteren wy in der manieren voors. | |
II.Eerweerdige edele ende wijse Heeren Borgemeesteren ende Schepenen der stadt van Antwerpen.
Alsoo diverschelijck tot noch toe gesproken is geweest vande vergaderinge vanden Edelen Heeren tot Brussele, ende dat men geturbeert ende verveert is geweest, overmits men niet sekerlijck en wist tot wat eynde de selve waeren tenderende; laetende alsoo de sorchvuldige vander ruste ende vrede vander republicquen ende regeerders der selver suspens ende belaeden tusschen hope | |
[pagina 229]
| |
ende ancxt, gelijck soodanige byeencommingen gemeynlijck causeren eenighe notable nyeuwicheden. Soo eest nu tweemael datmen alomme heeft gesien, ende int openbaer is gecomen, dinhouden van alsucken voornemen ende remonstrantie, ende als die goede ende vrome voirschreven Edelen aen heur Hoocheyt hebben ondect ende overgegeven wel tijt ende reden dat een yeghelijck hen verblijde ende den almogenden Heere love ende dancke van dat hem belieft heeft soo wonderlijck te verwecken alsulcken edelen gheesten ende bequaeme instrumenten, waer deur een soo eerlijcke, rechtveerdige ende nootelijcke saecke, opgegeven is geweest, beruerende ende concernerende soo grootelijckx de conservatie ende augmentatie van sijner Majesteyts eere, digniteyt ende reputatie, midtsgaders oyck d'eewighe ruste ende welvaeren van sijnen gemeynen Nederlanden. Voirwaer, hy soude wel van alle menschelicheyt ende redenen verscheyden moeten sijn, die sulcx nyet en soude soecken ende begheren. Want wat wort er anders voirgehouden, dan dat sijne majesteyt d'inquisitie affdoene, ende die versende verre uyt sijne getrouwe ende vredelijcke landen, nyet nyeuw, maer conform sijnen eedt ende vermogen vanden privilegien ende oude hercomen, den lande verleendt ende geplogen. Maer ten is hier gheen tijt dyen aengaende voirder te insisteren op d'onbehoirlicheyt ende ongoddelicheyt vande voirs. inquisitie. Tis genoech, dat het bloot woordeken alleen derselver doet beven ende schudden alle die christelijcke landen, arm ende rijck, hemel ende aerde. Ten anderen, soo wordt oyck versocht abolitie van bloedigen onredelijcken placcaeten, nergens toe dienende in desen verwerden tijt, dan tot commotie ende oproer van volcke, ende tot turbatie ende confusie van | |
[pagina 230]
| |
den gemeynen vrede; waeraf men egheen formulier en soude weten te becomen van allen tijden af, dat de kercke heeft te lijden gehadt. Eylaes! wie isser, o almogenden Godt, soo verre van u geweken, die nyet beweecht en wordt, weent ende claecht in sijn herte, als hy siet simple ende slechteGa naar voetnoot1 lieden die Christum uyt gantser herten soecken, ende meynen te vinden, ende om dien nyet te abandonneren (gelijck Hy hen verlosser ende salichmaker is) bereedt sijn dieven, goedt, wijff ende kinderen, arm ende desolaet te verlaeten, sonder distinctie ende discretie, metten viere, sweerde ende andere onmenscelijcke straffinge, tegens alle liefden t'executeren, ende dit dickmaels om dingen, daer de salicheyt der zielen noch den gemeenen beste nyet aen gelegen en is, als men alle saecken sonder passie met goeden oogen wel besien wilt. Waer is ter werelt gefondeert dat d'onnosel kinderkens (dien Christus expresselijck secht het rijcke der hemelen toe te behoiren) boven dien dat sy van smoeders borsten (van der natuere hen verleendt) geruct wordden, oyck van hunne goeden ende behoirlijcke alimentatie, hen by hunne vaders ende voirvaders gelaeten, wordden jammerlijcken gefrustreert ende berooft, ende der gemeenten opten hals gedrongen, om daer mede eenigen onversaeden wolff, diet onnuttelijck verteren sal, vet te maecken; gelijck mer altijts vindt, die den mond open hebben ende anders nyet en behagen dan confiscatien ende tbloet der onnoselen, onder pretext van eenige recompensie van voirleden diensten, ende daer door compt dat dit punt soo gedreven ende voorgestaen wordt. O groote vreetheyt, die naer de doot nyet versaedt en sijdt! ist nyet genoech dat d'ouders verbrandt ende in | |
[pagina 231]
| |
asschen verkeert voor den windt verstroot sijn? moeten hunne ledekens, jae Christus ledekens, naemaels lijden ende verloren gaen, die nyet misdaen en hebben? Dits Godt den heeren beclaecht, ende roept vraecke voir sijn aensicht! Daeromme eest te geloven dat hy deze vrome ende edele personnaigen heeft verweet, ten eynde sulcx ende dyergelijcke onredelicheden eens geremedieert wordden, ende uyt de christene gemeynte geroeyt; welcke Edele, int generael ende particulier, siende dat de gene die troer ende gouvernement van den lande ende steden is betrauwt, verblindt ende onachtsaem sijn, oft looselijcken, inde gemeynte beroerte dissimilerende, hen nyet en hebben vermijdt, onder manifeste periculen van hunne persoonen, goeden ende staeten, dese saecken te drijven ende verthoonen daert hehoirt, tot hunnen eewigen loff, eere ende glorie, gelijck zy sonder twijffel neffens alle goede verdient hebben, ende men rechtveerdelijck hen oick schuldich is alle voirdeel, immuniteyt ende preëminencie voir allen anderen weerdich, die tallen dagen wordden gecelebreert in alle cronijcken ende hertten van allen menschen, als vrome voerstaenders ende procureurs van tgemeyn beste. Totschande ende verlegghinge van den anderen, diemen verstaet doir vuylicheyt van hertten affgeweken te sijne tot reprehensie van den ghenen, die, om eygen interest, hem in alsulcken gemeynen saecke nyet en hebben gevolcht. Maer boven allen anderen soo hebdy, o regeerders ende gouverneurders van dese stad, U-lieden aengevreven een cladde ende smette, int generael ende particulier, de welcke alle water van de zee nyet en soude cunnen affgewasschen, ende om dese dat ghy u metten voirs. Edelen nyet en hebt gevueght; want God, de heere, heeft henlieden alleenelijck d'eere ende loon willen geven; ende | |
[pagina 232]
| |
want men alreede, contrarie van hunnen vernemen, by U-lieden gedeputeerde hadde gesien ende gehoirt geattenteert te sijne, te weten: dat ghy u verbonden hebt tot observantie ende executie van den placcaete, ende dat doer d'aenveerden van den appoinctementen by den raide van Brabandt, uyt haeren hoocheyts mont, op U-lieden requeste gestelt, ende met een onhuesch geswijgh geadvoyeert ende laeten gaen in crachte van gewijste dingen; maer, dat men, by den selven appostille, claerlijck ende met expressen uytgedructen woorden verbindt, dat ghy sulcx te voiren hebt gepresenteert, dwelck nootelijck includeert tvoirgaende versueck ende solicitatie, inder vuegen dat men soude mogen collegeren dat men daer mede ende met dyen artikelen den lande nyet en soude belast hebben, ten hadde geweest dat sulcx van uwentwegen hadde opgegeven geweest. Eerweerdige Heeren, wy souden wel willen onderricht sijn (onder correctie ende reverentie gesproken) van wyen ende van waer U den last ende commissie gegeven is geweest om sulcx te versuecken ende presenteren, om alsoo, voir alsoo veel alst in U is, van den Edelen odieuse te maken ende by prejuditie te condemneren? Voirwaer, 't is een saecke geweest van gewichte, de welcke wel metten anderen leden rijpelijck hadde behoirt overslaen te sijne, besundere daer soo veel aff dependeert, consequeert, ende eenen yghelijcken raect. T' was genoeg datter van abolitie of moderatie van den placcaete egheen questie en was, blijvende op sijn beloip; maer tot wat eynde, buyten proposte ende tijde, diende dese nyeuwe confirmatie by U soo indiscretelijck geextorqueert, anders dan tot confusie van alle goede practijcke ende handel, voir een contremyne van den loffelijcken voorstel van den voirs. Edelen ende tot subvertitie van tgemeyn best? | |
[pagina 233]
| |
Men disputeert hier nyet, weder die stadt haer hadde behoirt te voegen metten Edelen oft nyet; want dyen aengaende hebben mogen vallen diversche consideratien ende respecten, ten beyden sijden. Maer tot wat propost ende intentie, ende door welcken geaffecteerden ende geveysden gheeste, buyten saisoene, heeft men gaen presenteren ende bejagen stabilissement ende executie vanden odieusen placcate? daer nochtans soo vele ende sulcken vrome ende edele personnaigen van den gantschen Nederlanden openbaerlijcken geaccompaigneert sijn metten hertten van alle die goede, ter contrarie van uwen voirnemen, ende weerdich waeren aen te gheven; hen eendrachtelijck latende verstaen (gelijck waerachtich is) dat tselve op alle redelicheyt, rechten, equiteyt, usantien ende privilegien van den lande gefondeert is, ende tendeert tot ruste ende troost van een yegelijcken. Ten is den middel nyet, Eerweerdige Heeren, om die stadt daer doer te conserveren in haeren fleur ende prosperiteyt; want soo verre (gelijck haere Hoocheyt al reede hope heeft gegheven) men nyet en can bevinden dinquisitie oock in Vlaenderen ende andere plaetsen wordde afgedaen, ende alsoo (dyen aengaende) geequaleert ende gelijckt met die van Brabandt, ende daerenboven vercrijgen abolitie oft immers moderatie van den placcate (daer die van hier gepresenteert hebben) dwelck is by den hove geaccepteert, ende by U-lieden silentie geapprobeert geweest, den rigeur van dyen in allen puncten neerstelijck te observeren ende t' exploicteren: wie isser die twijffelt dat een yegelijck hem gheerne vinden sal ter plaetsen, daer die meeste vrijheyt ende equiteyt is, ende alsoo verlaeten dese stadt, in dyen gevalle onse gantse ruynen ende bederffenissen, ende elders, twaer te Gendt oft te Brugge, oft dyergelijcken commodieuser steden, ende totter negotiatien wel gelegen, vertrecken; | |
[pagina 234]
| |
oft immers, oft gebeurde (dwelck Godt verhuede) dat die voirs. placcaeten blijven in haren vigeure, om die van Brabandt, die sulcx presenteren nyet te prejudicieren, wesende nochtans d'inquisitie alomme afgedaen? Soo hebben die van Brugge alreede een groot punct gewonnen ende voirdeel, want aldaer, in cas van heresie, egheene confiscatie en valt (daer mede Antwerpen belast is), welcken puncte aengaende wel een saecke is by een ygelijcken van verstande ende discourse soo grootelijck bewegende, dat het schijnt dat die reste van den teneure van dyen eenichsints tollerable soude sijn. Emmers noch ter tijt wesende te presumeren dat d'officiers daer egheene confiscatie noch gheestelijcke inquisiteurs noch onderrichters en sijn, hen nyet seer spoeyen ende diligenteren en sullen, om die van der scrift te vervolgen met groitten coste ende periculen, ende die ter doot te brengen, met indignatie van den volcke ende vreese van oploipe ende beroerte: gemerckt tprouffijt menige verblindt, ende andersins van hen selven de quaetste nyet en sijn; ende die confiscatie maeckt rassche voeten om bloet te storten. Eerweerdige Heeren! dit ende gelijcke discoursen dienen tot een waerschouwinge; want dusdanige spraeken beghinnen onder t' volck ende de beste van den natien alreede te reysen, schijnende apparentelijck dat men in dyen gevalle thoost naer Brugge heeft, oft wel Gendt, ingevalle als boven; ende men verstaet seeker datter alsulcken practijcken ommegaen, nyet sonder verstandt ende toedoen van eenighen groote, die der stads grootheyt haten, ende andersins den treyn van der negociatien in Vlaenderen diverteren souden. Daeromme, ende meer andere redenen, Eerweerdige Heeren, heeft ons goedt gedocht, onder andere, gelijck wy van officie wegen, ende alle goede borgeren incumberen, schuldich sijn, dese ende voirgaende saecken uwer | |
[pagina 235]
| |
Eerweerdige int cortte te remonstreren; ende mits desen oitmoedelijck bidden, dat ghy wilt neerstelijck toesien ende sonderlings consideratie nemen, hoe dat aen nyemanden meer gelegen is dan dese stadt, ende dat Godt de Heere d'occasie U in den schoot gedrongen heeft, by welcke ghylieden proffijt behoirt te doen; want in stede dat ghy den eenen steen metten anderen behoirde te verleggen, om alle d'andere te verwillighen ende bringen om U-lieden te assisteren ende mede te vuegen, nu wordt tselve wonderlijck by de ghene opgegeven, wyen daer aene soo veel nyet gelegen is, ende dat met alle vierichheyt ende goeden fundamente. Doet dan op, Eerweerdige Heeren, u ooghen; den dach ende sonne vander verryssenisse is gebleken, ende en dunckt U-lieden nyet geraeden U metten Edelen te adjongeren, doet U-lieden saecken appart. Remonstreert den interest van der stadt, voldoet ende bewaert uwen roep ende en schaempt U nyet te submitteren den gemeynen jugemente ende goedtdunken van eenen yegelijcken. Sonder dat U-lieden behoirt te pramen alsulcke precipitancien ende terminaire presentatie alst schijnct by den hove geaccepteert te sijne; want ghy daer toe gheen consent en hebt gehadt, ende sulcx sonder verraet van uwer gemeyntens ende leden nyet en vermochte te doen; besondere want ghy nyet vervolght en sult sijn. Ende daeromme met goede redenen wy daeraff behoiren gereleveert te sijne, als van abuys, surreptie en geusurpeerde macht, tegens alle maniere van doene. Valt daeromme andermael sijner Majesteyt te voete, de rechtveerdicheyt van der saecken soo voorstellende ende biddende met een gemeyn opsedt, eenen gemeynen wille, by gemeyn accorde van twee leden van den lande, gedestineert tot Godts eere, sconincx avantaige ende gemeyn welvaeren ende | |
[pagina 236]
| |
beste hulp, ende met soo groote energie ende persuasie dat sijne Majesteyt qualijck sal cunnen die generale redelijcke en nootsaeckelijcke bede verleggen. Besondere, Eerweerdige Heeren, ghy sult de saecke ter hertten nemen; want men verstaet dat d'andere hoofsteden van Brabandt wel sulcx gesindt hebben geweest ende opgeven souden hebben, en hadden die van Antwerpen door eenige blinde voersichticheyt sulcx nyet gekeert gehadt; daer nochtans hen in respecte van ons daer aene nyet vele gelegen en is, gelijck oyck die vier leden van Vlaenderen alreede in den weer sijn, hen nyet aen den provincialen raedt (om tijt te verliesen), maer aent hoff addresseren, ende gelijcke saecken met grootter viericheyt beleyden. Omhelst die prompte assistentie, die ontwijffelijck van Godt compt: Hy sal t' gewijsde ende herte van sijne Majesteyt ende raedt beroeren ende inclineren tot alle redelijcheyt ende besonderlijck soo en sal sijne Majesteyt, noch oock haere Hoocheyt, U-lieden sulcx nyet qualijck afnemen, hebbende alsucken vrome edele voergangers vervolght, gelijck alreede haer Hoocheyt metten anderen heeren ende raide van state by diversche acten haer goede genegentheyt tot alle redelijcheyt genoech bewesen hebben; ende behoeft alle goedt debvoir neffens sijne Majesteyt te doene, die welcke anderssins van soo goeden imborste ende bewegelijcheyt is, dat hy nemmermeer en verworpt die goede en rechtverdighe requesten van sijnen ondersaeten, te min in dese saecken, daer expresselijck geprotesteert wordt van altijt te willen adhereren ende voirstaen den ouden geloove; d'een saecke maect d'andere plausibele ende aengenaemer, ende vele tsaemen, int goede vereenicht, becommen dwelck int particulier nyet doenlijck en is. Men soude mogen beduchten dat sijne Majesteyt de | |
[pagina 237]
| |
remonstrantien van den Edelen nyet ten besten int goede soude nemen, ende dat hy in perplexiteyt soude mogen vallen ende twijffelen hoe ende in wat manieren hy daer op soude gewoonlijck appointeren, respect nemende dat henlieden begeeren ende voernemen contrarien den versuecke, oft emmers presentatie van die van Brabandt, ande d'andere qualijck bedacht sijn, dwelk causeren mochte discordie ende diversche inconvenienten. Daeromme want ghy weet, Eerweerdige Heeren, sulcx te expedieren voor dese stadt ende lande, nyemanden uytgesteken, en wilt nyet langer oirsaeck sijn dat tgemeyn beste doer uwe slappicheyt wordde verachtert. Besondere want wy nyet en twijffelen U-lieden consciencie elck int sijne en tuycht en fichteert wel sulcx. Wilt die bewaeren ende uwen eedt mede; sijt indachtich hoe dat U-lieden, als goede raders ende meesters, de sorge ende welvaren vander gemeynte bevolen is, dat ghylieden van eedt ende officie wegen schuldigh sijt hen voor te staen, in allen occurentien hunne prosperiteyt ende salicheyt te procureren, ende behouden, ende anderssins dat ghy oick sulkx doen moet opte pene van t'selve voer eedt ende der gemeynten te verantwoirden; ende besondere van U int generael ende perticulier te libereren van alsulcken evidenten suspitie, diemen soude moghen hebben van dat eenige van U-lieden by dese occasie hunne particuliere groitheyt, eyghen proffijt ende avanchement, by listighe ende loose trecken, soude mogen soecken, ende doer vuylicheyt van herten ende swacheyt van couragien leelicken verlaeten, ende begheven tgemeyn vaderlandt, dwelck wy hoopen ende betrouwen dat verre van U-lieden is. Daeromme, Eerweerdige Heeren, wilt wijselijck ende vromelijck handelen ende besondere invoceren wy U, o Heeren Borgemeesteren, die welcke van allen tijden U | |
[pagina 238]
| |
debvoir zeer wel in gelijcken saecken hebt gedaen, ende geboren sijt om dese oyck tot goeden eynde te brengen, ende van nyemanden beter en can gehandelt ende beleydt wordden. Ons voorstel ende begheeren is datmen aen haere Hoocheyt versoecke dat sy dese stadt nyet en excludere van beneficie, d'welck de Edele genieten, ende daerinne sy hen heeft ontfangen, te weten dat sy neffens sijne Majesteyt insistere ende alle goet officie doe, ten eynde by advijse vanden staeten vanden generalen landen wordde eenich nyeu placaert gedresseert, tot voerderinghe van religie ende goeden ouden gheloove, ende dat tvoirgaende wordde geaboleert ende te nyeuwte gedaen, als gheenssins desen tijde convenable ende convenierende, om reden breeder in tijden ende wijlen te deduceren. Dat uyter appostillen, uyter requeste concernerende d'afdoeninge vande inquisitie wordde geroert alle tghene wes daerinne beruere d'observantie vanden placcate, ende principalijck vande pretense presentatie staet geinsereert, gelijck de placcaten, soo die nu luyden, d'eewich fondament van alle inquisitie soude wesen, gelijk by die Edele pertinentelijk is gededuceert. Ende dat haer believen wille den lande van Brabant te verleenen, onder sijns Majesteyts generalen segele, ende perticulier van Brabandt, een vrye clare acte, van datmen dlandt tot egheen daghe met eenige inquisitie, weerlijck oft geestelijck, en sal belasten noch beswaeren; haer remonstrerende, ghelijck ghy wel stoffe hebt, de rechtveerdicheyt vander saecken ende d'interest vander stadt ende by consentement van den geheelen lande. Noch gelijck men verstaet datmen souden geconcipieert hebben eenige middelen ende poincten, dienende tot moderatie vanden placcate, oft raminghe van eenige nyeuwe ordonnantien, ende datmen tselve naer Spaen- | |
[pagina 239]
| |
gnien soude schicken, om, by sijne Majesteyt gesien, daerop geordonneert te wordden soo hem goetduncken soude, ende alsoo afslaen, bedectelijck den versochten advijse van den generalen staten; dat uwe Eerweerdige in alle diligentie beneerstige daeraff extract te becommen, om daerop metten anderen in tijts te letten, ende rijpelijck te overleggen hoe verre tselve soude moghen dienen totten proposte ende saecken tonsen achterdeele, om tselve te remedieren, al voeren ende aleer men ons verassche, ende daerop by sijne Majesteyt geresolveert wordde. Dat doende zult weldoen, ende wy sullen, daer wy kunnen oft moghen, tselve uwe Eerweerdigen altijds loonen, met alle eerbiedinghe, lijff ende goedt, ende Godt almachtigh devotelijck bidden, dat hy U-lieden wijsheyt ende vromicheyt verleene, om sulcx getrouwelijck t'exploicteren, ende de saecke dirigeren tot sijnder eere, ruste ende welvaeren vander gemeynte.
Alle Uwe Eerweerdige dienaeren, eenighe getrouwe borgheren ende ingesetene ende sorchvuldighe vanden gemeynen welvaeren ende vrede binnen Antwerpen.
Volgens twee gelyktydige afschriften, voorkomende in de verzameling van oorkonden nagelaten door den kanonik Van Winghe, waeruit ik de brieven over de jaren 1581-1584 getrokken heb, gedrukt in myne Mengelingen, bl. 92-223, en thans berustende in de bibliotheek van Burgondie, te Brussel. |