Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 1
(1837)–J.F. Willems, [tijdschrift] Belgisch Museum– Auteursrechtvrij1480.‘On lit dans une chronique manuscrite d'Anvers, qui se trouve à la bibliothèque de Bourgogne à Bruxelles, qu'en l'année 1480 la chambre des Violieren d'Anvers se rendit à la fête, dite landjuweel, à Furnes, qu'elle y obtint le premier prix, et que leur prince se nommait Jean de Buysenaere, chevalier.’ Recherches historiques concernant les chambres de Rhétorique établies dans les Pays-Bas, par G.J. Gerard, handschriftelyk op het Ryksarchief, te S'Hage. | |
1486.‘Op den vyftienden september wierd keyser Frederick alhier met groote eere ontfangen. Was een oudt man, ende sat in eenen wagen, daer thien witte henxsten in waren gespannen. De heeren reden hem tegen tot aen | |
[pagina 148]
| |
den Draeyboom, ende droegen over sijnen wagen een gulden cleedt. Logeerde te St-Michiels, ende aen hem wierden van stads wege gepresenteert twee silvere vergulden stoopen, twee zilvere schotelen, vier ossen, ende vier voederen wijn. Ende hy antwoordde: danck heb van onzer. In deze triumphe van keyser Frederick ende van Maximiliaen, rooms koninck, ende van hertog Philips, koninckxsone, die daer alle present waren, hebben de violieren gedaen verscheyde spelen. [Zie register] B. fol. 126.’ Annales Antverpienses, auctore secr. V.K. (Valckenisse), handschriftelyk ter archieven van Antwerpen. | |
1490.‘Int jaer 1490 vercregen de speelders t'Antwerpen, die men daer noemt de Violierbloeme, ende de Goubloem, van de stadt, voortaen, alle jaren, elck gezelschap 12 rijnsgulden, om genuchte te hanteren van den Retorique.’ Gerard l.c. (volgens eene oude kronyk van Antwerpen in HS). | |
1491.‘Die van de Violieren, te Brussel geroepen sijnde, krijgen den hoochsten prijs.’ De zelfde Annales. | |
1492.‘Hebben die van de Violiere tot Liere gehad den eersten prijs vant schoonste incomen. B. fol. 126.’ Dezelfde Annales. | |
1493.‘Haelden die van Antwerpen weder de hoochste prijzen in de spelen tot Brussel. Vide MS. B. 126.’ Ibidem. Gerard voegt er by, volgens het HS. ter burgondische bibliotheek: ‘Ceux de la chambre de violiere eurent le prix de la plus belle entrée, celui du prologue et de la comédie ou farce. La même année le | |
[pagina 149]
| |
duc Philippe convoqua toutes les chambres de rhétorique de Brabant à Malines.’ | |
1494.‘Den 18 augustus dede Maximiliaen met Philips sijnen sone alhier een tournoyspel. De uytlandsche heeren waren gekleed in rood armosijn, en de nederlandsche heeren in wit damast; ende reden gelijck tegen den anderen, ende daerna elck alleen met lançien ende sweerden tegens een; ende waren hier oock vrouwe Blanche, sijne compagne, Marguerite suster van l'archiduc Philips, ende de ceurvorsten van Ments, ende Frederick van Saxen. Die van Liere speelden op de merct Venus Pallas ende Juno. B. fol. 126. - Op St.-Lucas dach op de incompste van Blanca-Maria, uxor Maximiliani, hebben die van de violieren gehad een referijnspel, ende tournoy, met 40 helmen. MS. B. fol. 126.’ Dezelfde Annales. | |
1495.‘L'an 1495 la chambre de violiere obtint du pape une bulle, pour établir une confrerie de Notre Dame des sept douleurs...Extrait d'un MS. flamand du 16e siècle, by Gerard. | |
1496.‘Doen was te Antwerpen gehouden, ick seght u claer,
Die edel conste van Rethorijcke voerwaer,
Daer vergadert waren met groote machte
Acht en twintich cameren, die materie was ook seer swaer:
Dwelck die meeste misterie was, die Godt oyt wrachte
Totter menscher salicheyt, daer menich schoon spel
Op gespelt werdt; want die van Liere, sijt dies wijs,
Geheeten d'Ongeleerde, ick seght u sonder rel,
Sy hadden van solutien den hoochsten prijs.’
Antwerpsche rymkronyk, ter burgondische bibliotheek, en Gerard, l.c. | |
[pagina 150]
| |
‘In mey ordonneerden de heeren van het Magisstraet op te hangen een landjuweel, ende daer waren te winnen voor Rethoriquen 36 vlaems marcke silvers, ende men sond boden, van den Vasten te vorens, aen de omliggende steden, omme hun te nooden tegens St.-Jansdach in den somer; ende daer quamen 28 cameren, als, van Loven, Brussel, Nyvel, Liere, Herenthals, Mechelen, Gendt, Sevenbergen, Aelst, Ostende, Rommerswael, Amsterdam, Iperen, Audenaerde, Dendermonde, Hulst, Axel, Cortrijcke, Sluys, ende andere; ende daer wierden noch gemaekt 26 schalen; ende wierpen het lot, wie eerst soude spelen, ende viel aen die van Herenthals; dan die van Liere hadden den hoochsten prijs, te wetene, twee silveren potten, eene schale, ende eenen roosen hoed; ende die van Rommerswale den tweeden. De vrage was: welck het meeste misterie ende wonderlijckste werck was, dat God oyt dede tot des menschen salicheidt. Ende de antwoorde, die de Ongeleerde van Liere daeroppe gaven, waer doren zy den eersten prijs wonnen, was: de ontfanckenisse der menschelijcker natureGa naar voetnoot1. Vide. B. fol. 126.’ Opgemelde Annales Antverpienses. ‘Deerste lot hadden die van Herenthals. Sy speelden voor de schoonste mysterie of gratie dat H. Sacrament des Autaers. Haren prijs was dry silvere scalen van d'eerste lot, ende eenen roosen hoet. Dat tweede lot hadden de Barbelisten van Gent. Sy speelden voor de meeste gratie of mysterie die doot van | |
[pagina 151]
| |
onsen Salichmaker. Den derden prijs vant spelen hadden sy, ende was een silvere pinte, ende eenen roosen hoet. Dat derde lot won Cortrijck, ende hadden voor de meeste mysterie ofte gratie dat Woordt. Haren prijs was eene schale ende eenen roosen hoet. Dat vierde de Lelie van Loven. Sy speelden voor de meeste mysterie ofte gratie dry woorden, te weten verbum incarnatum, verbum crementale (sic), verbum inscriptum. Prijs een schale ende eenen roosen hoet. Dat vijfde lot had Sevenkercken [Sevenberge]. Sy speelden voor de meeste gratie ofte mysterie de Ordonnantie van den vader in consilium. Eene schale, eenen silveren Lucas ende eenen roosen hoet. Dat sesde lot die van Oudenaerde. Sy speelden voor de meeste mysterie ofte gratie De incarnatione, dat hy bloet ende vleesch ontfinck. Haren prijs eene schale ende eenen roosen hoet. Dat sevenste lot die Violet van Brussel. Sy speelden voor de meeste mysterie ofte gratie De doot Jesu Christi. Haren prijs eenen silveren wijnpot, den tweeden prijs eenen roosen hoet. Dat achste lot die van Reimerswale. Sy speelden voor de meeste mysterie ofte gratie Charitate voor 't lesten. Haren prijs vier schalen, eenen silveren St-Lucas, eenen arent ende eenen roosen hoet. Dat negende lot die van Ostende. Sy speelden voor het hoochste mysterie ofte gratie Gods verkiesinge in predestinatione. Haren prijs eene schale ende eenen roosen hoet Dat thienste lot die Kersauwe van Loven. Sy speelden die Dootgratie, met ses personnagien. Haren prijs eene schale, eenen silveren St-Lucas, ende eenen roosen hoet. Dat elfste lot die Pioen van Mechelen. Sy speelden | |
[pagina 152]
| |
voor gratie ofte mysterie Dat Godt 't menschelijck vleesch ontfinck. Den prijs vant schoonste incomen. Dat twelfste lot Axel. Sy speelden voor gratie ofte mysterie Dat Godt menschelijck vleesch ontfinck. Voor prijs twee schalen ende eenen roosen hoet. Dat derthiende lot Hulst, ende voor gratie ofte mysterie Die bloetstortinghe. 'T schoonste incomen te lant, ende voor prijs twee schalen ende eenen roosen hoet. Dat vierthiende lot die Ongeleerden van Lier. Sy speelden voor de meeste mysterie ofte gratie Die doodt ons Heeren. Sy hadden den hoochsten prijs, twee silvere potten, eene schale ende eenen roosen hoet. Dat vijfthiende lot die van Iperen. Sy speelden voor de mysterie ofte gratie De bloetstortinghe ons Heeren ende hadden voor prijs twee schalen, eenen silveren Lucas ende eenen roosen hoet. Dat sesthiende lot die van Nyvel. Sy speelden int walschGa naar voetnoot1 De penitentie. Prijs twee schalen ende eenen roosen hoet. Dat seventhienste lot die van Aelst. Sy speelden De waerheyt, ende hadden voor prijs drye schalen ende eenen roosen hoet. Dat achtthienste lot die Pensé van Loven. Sy speelden voor dat grootste mysterie Dat Godt peys maecte tusschen [God] den Vader ende den mensch. Prijs eenen St-Lucas ende eenen roosen hoet. Dat negenthienste lot die van Amsterdam. Sy speelden voor dat grootste mysterie In principio erat verbum, ende hadden voor hunnen prijs twee schalen, ende voor 't verste incomen te water twee schalen van de schoonste, ende eenen roosen hoet. | |
[pagina 153]
| |
Dat twintigste lot den Groeyenden boom van Lier. Sy speelden voor mysterie Die verrijssenisse, geloove, charitate. Prijs eene schale, een bors, eenen St-Lucas ende eenen roosen hoet. Dat eenentwintigste lot die Fonteine van Gent. Sy speelden Dat Godt den mensche geschapen hadde naer sijn eyghen beeldt. Dat tweeentwintigste lot die Vreuchde bloeme van Bergen. Sy speelden voor mysterie Dwoort. Prijs drye schalen voor 't schoonste incomen te water, drye schalen voor 't schoonste vieren, ende eenen roosen hoet. Dat dryeentwintigste lot Sluys. Sy speelden Dat Godt menschelijck vleesch ontfinck. Voor prijs eene schale ende eenen roosen hoet. Dat vierentwintigste lot die Roose van Loven. Sy speelden voor mysterie De incarnatie dat hy met sijn eyghen vleesch ontfinck. Prijs vier schalen, eene silvere violiereGa naar voetnoot1, eenen St-Lucas, ende eenen roosen hoet. Dat vijfentwintigste lot de Boemloose mande van Gent. Sy speelden De incarnatie. Een silvere schale ende eenen roosen hoet. Dat sesentwintigste lot Dendermonde. Sy speelden voor mysterie Dat H. Sacrament des Autaers. Twee de schoonste schalen voor prijs incomende te lande, ende eenen roosen hoet. Dat sevenentwintigste lot de Lelie van Brussel. Sy speelden voor mysterie Twoort van charitate. Prijs eenen roosen hoet. Dat achtentwintigste lot Den boek van Brussel. Sy speelden voor mysterie Die Bloedstortinghe. Prijs drye schalen ende eenen roosen hoet.’ Kronyk van Antwerpen, eindigende met het jaer 1512, HS. ter Burgondi- | |
[pagina 154]
| |
sche bibliotheek. Zie verder over dit landjuweel de Excellente Chronike van Vlaenderen, bl. CCLXXXII, recto (de schryver was ooggetuigen). ‘Eodem anno sijn die van de violiere van hier geweest tot Dendermonde, alwaer sy den prijs hadden van het schoonste incomen; ende dispute gekregen hebbende tegens die van de Goudbloeme, over de preseancie, is die aen de violiere, als d'oudste, toegewesen.’ Annales Antverpienses, bovenvermeld. | |
1500.‘On lit dans une chronique MSS d'Anvers: Ao 1500 begonst de vergadering van meest jonge lieden, ende sy ordineerden een camer, om te spelen, ende sy hieten de Ongeachte.’ Gerard. | |
1502.‘On lit dans une chronique MSS d'Anvers, qu'en 1502 vers le jour de St.-Jerome on annonça à Anvers un prix pour ceux qui feraient les plus beaux vers (refereynen) à l'honneur de Saint-Jerome, et il se présenta tant de vers qu'on fut obligé d'en faire la lecture jusqu'à vers le minuit, sur le marché, Gerard, l.c. | |
1510.‘Item den 12 augusty 1510 trocken uyt Antwerpen die Rethorijcke van de violierbloeme, ende die Goublomme, wel met 400 mannen te Herenthals, om te spelen; ende waren seer costelijck. - Item in desen tijd werd een vergaderinge tot Antwerpen van jonge lieden, meest al schrijnwerkers, ende sy ordineerden onder haer een gulde van Rethorijke, ende hieten haerselven die Ongeachte, ende daer naer die gulde van den Olijftack, daer fundateur af was meester Joris de Formanteel, een Vlaminck ende advokaet tot Antwerpen; ende dese vergadering speelde tot Antwerpen een spel van | |
[pagina 155]
| |
Onse Lieve Vrouwe, saterdaeghs naer haren ommeganck.’ Kronycke van Antwerpen, door Bertryn, notaris, HS. ter burgondische bibliotheek. ‘On lit dans une chronique MS. d'Anvers, qu'en août 1510 ceux de la chambre nommée Vlierblom et leur chef, nommé Jooste Van Berchem, et ceux de la chambre nommée de Goublom, dont le chef était l'amman, se rendirent au nombre de 400 ou environ à Herenthals, pour y jouer.’ Gerard, l.c. | |
1511.‘Is de Rethorijck-camer van den olijftack eerst begonst, voerende voor blasoen eene duyve met eenen olijftack in den beck, vliegende naer de arcke van Noë, ende onder stond: ecce gratia. Ende was hunnen eersten hoofdman Gaspar Van Halmale. Vide MS. Lyranum in-4o fol. 18.’ Opgemelde Annales Antverpienses. | |
1515.‘In mey reyst de Violiere naer Mechelen, vergeselschapt van 8 ridderen, vele heeren uyt de Weth, prince, ende liefhebbers, ende hebben gehad den prijs van 't schoonste incomen. MS. B. fol. 126.’ Dezelfde Annales. Het Antwerpsch Chronykje (Leyden, 1743, in-4o), bl. 6, voegt er by: ‘ende hadden wel 600 mannen alsoo te peerde, ende te wagene ende te voete, ende hadden al eenderley cleeren ende hoeyen.’ | |
1520.‘Den 23 December quamp alhier keyser Carel binnen Antwerpen, daer vele schoone personagien dry daghen lanck waren verthoont. Ende men hielt alhier den generalen raedt van alle de landen, om hem te beschenken met 200m tot sijne crooninghe. - Eodem stelden die van de Violiere ter eeren van de voorgenoemde incompst | |
[pagina 156]
| |
eene personnagie op den Cauwenberg, die gekost heeft 78 ponden vlaems. B. fol. 126.’ Dezelfde Annales, te vergelyken met Van Ertborn, bl. 16. | |
1525.‘Den lesten sondach van mey haelden de Schilders oft Violieren hunnen mey inne. Sy waren met geblasonneerde rocken, van papier, op sijn antieckx gemaeckt, al groen geverft met folie, ende met alderley menichte van hoyen, helmetten van den selven fatsoene; ende haer ordene was geset te voete, ende op speelwaghens; groote menichte oock te peerde. Ende tsavonds, in plaetse van esbattimenten verçierden sy de wapen van Antwerpen met eenen roosen hoede, ende vereerden desen aen de heeren van de stadt, voor haren mey.’ Kronyk van Antwerpen, door De Weert, HS. ter Burgondische bibliotheek te Brussel. | |
1529.‘Den 6 juny hebben die van de Violiere met de geheele gulde gereyst naer Loven, alwaer sy gewonnen hebben de twee opperste prijsen, ende eenen naerprijs. B. fol. 126.’ Opgemelde Annales MSS. ‘Gheboden ende uytgeroepen den 16 aug. anno 1529: dat er processie generael sijn sal op en goensdage naestcomende over den peys, met den keyser gemaect binnen Camerijck... Voorts laet men weten ende ghebiet als vore, dat, in teekenen van blijscappen, alle Schutteryen, Rethorijcken ende Ambachten deser stadt, op en goensdage tsavonts naestcomende vieren selen; ende sal men der Schutteryen, Rethorijcken oft Ambachte, 't schoonste ende best vierende, van der selver stadt wegen geven als voor den yersten ende oppersten prijs drie hamelen ende acht stadtstoopen wijns, den tweeden twee hamelen ende ses stoppen.’ Ordonnantieboek A, ter | |
[pagina 157]
| |
archieven van Antwerpen, fol. CXLIII. Achter dit gebod leest men: ‘By den keyser. Onsen scoutet van Antwerpen ende mercgreve onses lants van Reyen... Alsoo opten v.den dach der tegenwoordige maent van oigste inder stad van Camerijck sekeren vasten ende eeuwigen peys, verbont, ende aliance, gemaeckt ende gesloten sijn... soo ontbieden wy U... uytroepingen van onsen wegen te doene, doende maken vieren van blijdscappe, esbattementen, ende andere teecken van geneuchte, in sulken saken gecostumeert, etc. Gedaen in de stadt van Brussele, onder onsen conterseghel, den XIIen dach der voers. maent van oighst 1529.’ | |
1530.‘Is de violiere met eenen wagen vol figuren gereyst naer Gendt, alwaer sy den hoochsten en noch andere prijsen bekomen hebben. B. fol. 126.’ Gemelde Annales MSS. | |
1535.‘Le 11 juillet 1535 les trois chambres de Rhetorique d'Anvers se rendirent à Malines. La chambre, dite Goudbloeme obtint le premier prix de la plus belle entrée. La chambre, de violiere, eut le second prix de la plus belle entrée. Et la chambre dite de Goudblomme(?) remporta le troisième prix du jeu. Ils revinrent le 25 juillet à Anvers avec leurs prix, et la chambre de Goudblomme avait un char très bien orné.’ Gerard, volgens een HS. | |
1539.‘De schilders oft violiers krijgen tot Gent den eersten prijs op de feeste van de rhetorijkers.’ Annales Anverpienses MSS. ‘Item den 24 augusty 1539 doen wierden tot Antwerpen opgehangen dry prijsen op de melkmerckt, voor | |
[pagina 158]
| |
de kinderen, om battementen, ende duerden tot den 31 augusty. Doen trocken de kinderen op de Torfbrugghe, daer die van de Cammerstrate hadden den prijs van de battementen ende van 't schoonste incomen. Hierna op den 29 september hingen die van de Cammerstrate eenen prijs op van battementen, refereynen, singen ende vieren, waervan die van de Lombaerdevest hadden het tweede battement, ende 't schoonste incomen. D'ander straten al na advenant.’ Gemelde kronyk van den notaris Bertryn. | |
1540.‘Den 28 juny 1540 [de heer van Ertborn stelt den 13 Mei] in de inkomste van Carel V hebben die van de violiere een kostelijke vieringe gedaen voor hunnen kamer. MS. B. fol. 126.’ Ibidem. | |
1541.‘Is 't landjuweel geweest tot Diest, daer die van de Violiere wonnen den hoogsten prijs. MS. B. fol. 126.’ Gemelde Annales. Gerard voegt er by: ‘La chambre revint à Anvers le 22 août.’ | |
1547.‘Le 10 mai 1547 fut exécuté devant l'hôtel de ville à Anvers Pierre Scuddemate, maître d'école, à cause d'hérésie. Il était un bon rhétoricien.’ Gerard, l.c. Wesembeeck (Beschryvinghe van den staet ende voortgank der Religie in Nederlant bl. 10) zegt dat Schuttemate te recht gesteld werd ‘om dat hy een ballade ghemaeckt hadde van eenighe stucken door minnebroeders bedreven.’ | |
1550.‘16 october 1550 burgemeesteren en schepenen noemen Anthonis van Stralen, ridder, schepen deser stad, om te wesen hooftman vander gulde van St.-Lucas alhier, | |
[pagina 159]
| |
die men noemt de Violiere.’ Requestboeken ter archieven van Antwerpen, jaer 1550, fol. 109. | |
1555.‘Den 15 january dede den koning Philips sijnen intrede voor de tweede reyse alhier, naer de resignatie op hem gedaen van alle sijne landen by den keyser, ende om 't gulden Vlies te geven voor de eerste reyse; ende was dese incomst seer eerlijck den 21 january. Die van de Violiere hebben voor hunne camer gedaen verscheyde vertooningen, ende in 't clooster van St.-Michiels voor den koninck gespeelt een spel. MS. B. fol. 126. - Eodem, Goudblomme ende Olijftack krijgen elck 75 mannen. MS. L. fol. 162.’ Gemelde Annales. | |
1560.‘Brussel 26 february 1560..... Wy hebben mijnheer van Atrecht op ghysteren oyck begonst te vermanen van den octroy van den Lantjouweel; maer seyde, dat wy wilden verwaghten der compste van mijnheer Van Stralen, om alsdan daeraff breeder te vermanen. Desen brief gescreven sijnde sijn wy ontboden by den bisschop van Atrecht, ende naer den noen hebben sijn Eerw. andermael aensocht ons t'assisteren om 't voirs. octroy van den lantjouweel te verwerven, hem te kennen gevende, hoe dat Uwer Eerw. hadden gestelt in deliberatie om 't selve lantjouweel uyt te stellene; maer dat Uwer Eerw., uyt verscheyden consideratien, Zijn Eerw. in 't lange verhaelt, nyet en vonden geraden; ende dat men tegen d'inconvenienten conste versien by de visitatie, ende dat men dyen van Vilvoorde 't zelve hadde toegelaten; heeft ons verclaert dat men geerne soude uytstellen, mitsdyen d'oirloge noch niet lange en was gecesseert, ende dlant by alsulcke speelen groete cost dede, ende qualijcken coste de beden vervallen, oft | |
[pagina 160]
| |
wilde [die] nyet consenteren. Ten leste heeft geseght, dat men by remonstrantien naerder Haer Hoocheyd Uwer Eerw. versueck soude te kennen geven, ende daer by vueghen, dat men soude moghen belasten den geenen, dier ter lantjouweel soude comen; ende anders gheen spel te moegen speelen dan by den visitateurs en ware geapprobeert; ende dat de visitateurs 't selve souden onderhouden ende overseynden, tegen dat men 't lantjuweel soude houden; ende soo verre sy yet veranderen souden wordden gecorrigeert..... ... 3 maert 1560. Wy seynden Uwer Eerw. het appointement benevens het octroy van den lantjuweel, ende dyen naervolgende sullen 't voirs octroy doen maken ende segelen.’ Brieven van de Antwerpsche gedeputeerden hy het hof te Brussel, in 't archief van Antwerpen. | |
Octroi.Philips, by der gratie Godts, coninck van Castillien, van Leon, van Arragon, van Navarre, van Napels, van Sicilien, van Maillorique, van Sardegnen, van den Eylanden Indien, ende vaster eerden, der zee Occeane, eersthertoge van Oostenrijck, hertoge van Bourgoignien, van Lotrijck, van Brabant, van Limburch, van Luxembourch, van Gelre ende van Milaenen, grave van Habsburch, van Vlaenderen, van Arthois, van Bourgoignien, palsgrave, ende grave van Henegouwe, van Hollandt, van Zeelandt, van Naemen, ende van Zutphen, prince van Swave, marckgrave des heylichs rijcx, heere van Vrieslandt, van Salins, van Mechelen, van der stadt ende landen van Utrecht, Overrijssel ende Groeninge, ende dominateur in Asien ende Affrique; allen den genen die dese jegenwoordige sullen sien saluyt. Wy hebben ontfangen de ootmoedige supplicatie van den hooftman, prince, deken, ende gemeyne gesellen van der camere, | |
[pagina 161]
| |
gulde ende confrairie van Sinte Lucas, die men noempt die Violieren, binnen onser stadt van Antwerpen, ende met hen gevuecht onse lieven beminden die borgemesteren, schepenen ende raedt der selver stadt, inhoudende, hoe dat, naevolgende die ordonnantie, costumen, ende oude hercomen van allen ouden tijden, binnen desen onsen lande van herwaerts overe, geobserveert is int opstellen van eenige Rethorijcke spelen, dwelck men noempt het landtjuweel, die stadt of vryheyt willende t'selve opstellen oft verheffen, nyet is gewoonelijcken of behoorlijcken te doene sonder onsen expressen consente ende octroy. Ende want die voors. supplianten inden jare XVc eenenveertich lestleden gehaelt ende gecregen hebben het generael ende universeel lantjuweel van der Rethorijcke binnen der stadt van Diest, dwelck tot noch toe mids den ongevuecgelijcken ende onbequamen tijt van oorloge ende andersins, die t'zedert den voorseyden tijde bynae meest al geregneert heeft, nyet en heeft wel gevuechelyck connen verheven worden, tot desen tegenwoordigen bequaemen ende vredelijcken tijde, binnen den welcken de voors. supplianten t'voirs generael ende universeel landtjuweel geerne souden verheffen, tegen den derden dach van augusto naestcomende, naervolgende die caerten daer van zijnde, ende den themen ende argumenten daer inne begrepen, al nochtans onder onse goede belieften, soo hebben de voornoemde supplianten Ons zeer ootmoedelijck gebeden, dat t'zelfste aengesien, Ons gelieven wilde hen te consenteren ende accorderen dat sy 't voors. landtjuweel souden mogen laeten opstellen ende verheffen, met gewoonelijcken geleyde ende saulfconduit van allen persoonen, die totten selven sullen willen comen ende compareren, te wetene veerthien daegen alleer men tselve beginnen sal, ende veerthien daeghen nae dat tselve voleynt sal | |
[pagina 162]
| |
wesen, midts reservatie ende uytsteexsels van den persoonen die Ons goetduncken ende gelieven sal, ende hen daer op doen expedieren onse behoorlijcke opene brieven, in sulcker saken dienende: - Doen te wetene, dat Wy, de saecken voirs. overgemerckt, ende hier op gehadt d'advijs van onsen lieven ende getrouwen die cancelier ende luyden van onsen raede in Brabant, genegen wesende ter bede ende begeerte van de voors. supplianten, sonderlinge ter contemplatien van den voirn. van Antwerpen, hebben den selven by deliberatien van onser zeer lieve ende zeer beminde suster, die hertoginne van Parme ende van Plaisance, voor Ons regente ende gouvernante in onsen voors. lande van herwaerts over, geoctroyeert, geconsenteert ende geaccordeert, octroyeren, consenteren ende accorderen, hen gevende oorloff ende consent uyt onser sonderlinger gratie, by desen, dat sy het landtjuweel boven geruert, sullen mogen opstellen ende verheffen, tegens den voorseyden derden dach van augusto naestcomende, naevolgende de caerten daer van gemaeckt, gevende te dyen eynde goet ende seker geleyde ende saulfconduict allen persoonen, die totten selven lantjuweel sullen willen commen ende compareren, te wetene veerthien daeghen aleer men tselve beginnen sal, ende veerthien dagen naer dat tselve voleynt sal wesen, midts reserveerende ende daer uyt stekende alle ballingen, moordenaers, straetroovers, ende andere criminele persoonen, midsgaders onse openbaere vyanden, ende die rebelle ende wederspanninge, ende andere wesende in den ban des heylichs Rijcx; behoudelijck nochtans ende wel verstaende, dat sy van den themen ende argumenten, by hen geadviseert, maer en sullen moghen nemen ende kiesen d'eene van den drie hier naervolgende, te weten: Weder experientie oft geleertheyt meer wijsheyt by brenght? | |
[pagina 163]
| |
Het welcke den menschen meest verweckt tot de kunsten? Waerom een rijck gierich mensche meer rijckdoms begeert? Behoudelijck oock dat sy alle de cameren, gulden, ende confrairien, die aldaer behoiren te commen ende compareren, daer van goets tijts adverteren zullen, ten eynde sy in hun spelen ende baladen hen nyet en vervorderen eenigerhande dingen te stellen, oft mengen, die der Religien souden mogen aengaen, oft tenderen tot verachtinge oft disreputatie van Ons, ofte onse dieneers ende officiers, regeerders van steden, ende andere onse ondersaeten, ende particuliere persoonen, noch ooc van den geestelijcken ende weerlijcken staet, op pene dat, indien eenige camere, gulde, oft confrairie van eenige steden oft vryheiden ter contrarien dede, te verliesen ende verbeuren nyet alleenelijck den prijs, die de selve soude mogen winnen, maer ook arbitralijcken gestraft ende gepunieert, ende de voors. stadt oft vryheit tot eeuwigen daegen gepriveert te worden van de privilegien van heure voorseyde cameren, gulden ende confrairien. Ende daer en boven zullen die voornoemde van Antwerpen gehouden wesen, duerende de voorseyde vergaderinge, sulcken wacht ende ordene binnen de selve stadt te stellen, ende doen houden, dat alle inconvenienten ende perijckelen, die midlertijt souden mogen reysen, verhuedt mogen worden. Ontbieden daeromme ende bevelen den voorn. cancellier, ende luyden ons landts van Brabant, dien dit aengaen sal, dat sy den voornoemde supplianten, ende andere particuliere persoonen voorseyt, van dese onse jegenwoordige gratie, octroy, saulfconduit ende geleyde, voor den tijt op de conditien in der vuegen ende manieren boven verhaelt, doen, laeten ende gedoogen, rustelijck, vrede- | |
[pagina 164]
| |
lijck ende volcomelijck genieten, ende gebruycken, sonder hen te doen noch te laeten geschien eenich hinder, letsel, oft moyenisse ter contrarien; doende deze jegenwoordige uytroepen ende publiceren daer, ende alsoot behooren sal. Want Ons alsoo gelieft, nyet tegenstaende eenige ordonnantien, restrictien, geboden oft verboden ter contrarien. Des t'oirconde soo hebben Wy onsen segel hier aen doen hangen. Gegeven in onser stadt van Brussele, den tweentwintichsten dach van martio, int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende tzestich, voor Paesschen:, van onse rijcken, te wetene van Spaignien, Sicilien etc., tzeste, ende van Napels d'achtste. Op de plijcke stont geschreven aldus: by den coninck, ende onderteecken
Doeverlope. | |
1561.Het landjuweel van het jaer 1561 uitgeroepen, met vermaning van de zotten niet te misdoen, de straten te keren, enz. Stadsordonnantieboek B. fol. 300. 309 vo. De papgulde (zekere rhetorykkamer) wordt verboden. Ibidem fol. 308, verso. ‘In augustus was hier het landjuweel, waer onder andere compareerden die van s'Hertogenbosch op den derden augustus, ende quamen in met 125 peerden, ende hadden den oppersten prijs, ende keerden in september.’ Annales MSS., als boven. | |
1563.Request van de kamer dLelieken in den dale van Calvarien, aen het magistraet van Antwerpen, vertoonende: ‘Hoe dat, al eest zoo dat zy supplianten ende hare voirsaten, van over xxx ende meer jaren, wesende d'oudste na die gesworen cameren, hebben altijt met deuchde ende eere hare camere ende residentie gehouden binnen dese stad, alsoo dat zy zijn doutste vande cleyn guldens | |
[pagina 165]
| |
vande Retorijcken alhier, hebbende in alder reverencien rhetoricam geexerceert, ende hen daerinne soo gedragen dat heurlieder personnagien, ende andere haere Guldebroeders, by de drye voirs. geswoorne camere van rhetorijcken aengesocht ende ontfangen sijn geweest, sulx dat zy te vreden sijn dat de voirs. supp. wederom haer camere zouden mogen comen houden, ende opstellen, binnen dezer stad, mids hebbende consent ende oirloff van U Eerw. Ende want in february anno 60 generale prohibitie ende verbot gedaen is als datter nyemant van alle die cleyn guldens meer camere binnen dese stad en mochten houden, ende dat duer misdragen ende misbruyken van andere jongere cameren, enz. Soo bidden ootmoedelijck de voirs. supp. dat, in faveure van de edele vrye conste van rhetorica, uwe eerw. gelieven willen de voirs. supp. t'accorderen haere camere ende residentie te mogen houden gelijck voirtijds. - Apostille: Is by myne heeren Burg. ende Scep. deser stad geapp. dat de suppl. deser aengaende sullen hebben patientie. Actum 27 martii 1563. ‘Requestboek van het jaer 1563, ter archieven van Antwerpen, fol. 150. | |
1565.‘Le 19 juin 1565 entra à Anvers en triomphe la chambre de rhétorique de Goudblomme avec le premier prix, qu'elle avait remportée à l'Haechspel à Bruxelles. Elle était accompagnée des membres du serment de l'arc, qui revenaient aussi avec les prix qu'ils avaient obtenus à Bruxelles. ‘Gerard, als boven. Request van de kamer der Violieren aen het magistraet van Antwerpen: Die u zeer goetwillige onderdanige dienaren
Prince, dekens, ouders vant Olijftaxken groene,
In mey lestleden, deurt lieffelijck verclaren
Vant Corenbloemken, die hier ter feesten waren,
| |
[pagina 166]
| |
Insgelijcks oyck tCranskenGa naar voetnoot1, zeer heerlijck ende coene,
Als wy dit overleyden met rijpen bevroene
Dese haer groote liefde, schoon van beschouwen,
Sonder schande en consten wy niet gelaten te doene
Wy en trocken oyck naer Brussel, uyt liefde getrouwe;
Tis wel recht dat men liefde met liefde onderhouwe.
Wilt doch eenmael aenmercken ons reputeren:
Daer was present Brabandt, Vlaenderen ende Henegouwe.
Daer sach men ons tacxken opt schoonste triumpheren,
Int voorste versueck fraeyste blasoen mogten wy gauderen,
Twelck ons brochten amptman, borgemeesteren, scepenen ende raet.
De liefde diese ons bewesen dede ons floreren,
Soe dat wyse oock tracteerden naer haren hoogen staet.
Met eerbiedinghe bedanckten wy haer voorleden weldaet.
Oock bedanckten sy de ledekens van Antwerpen reene,
Die tuwen dienste altijt staen, tsy vroech oft laet.
Men sach ons daer veel dagen op de beene.
De bode bracht ons de tijdinge (doen en treurde onser gheene)
Dat 't Tacxken van Antwerpen had verdient den hoochsten prijs.
Doe betrouwden wy u miltheyt, dat ghy ons hoopken cleene
Nyet en zoudt laeten de cost, ter behoorlyker wijs
Gedaen....
Al eest dat therte den noodt niet heel en ontbindt
Wiltse helpen die swaerlijcke sijn belast!
Al is ons supplicatie opt slechste versindt,
'T verstand deur Gods geest in elcx herte wast:
Wy zijn de taxkens, Ghy eerw. heeren den mast.’
Apostille van 24 july 1565 waerby, tot vergoeding der onkosten, wordt toegestaen 200 Karolus guldens. Requestboek, 1565, fol. 227.
Ander request, ibid. fol. 224, waer by blykt dat de onkosten dezer prysbehaling, daer onder begrepen drie heerlyke banketten, bedragen hadden 1450 guldens. - Apostille van den 13en augusti 1565, nog eens 200 guldens vergunnende. | |
[pagina 167]
| |
1590.Request van den olyftak, waerby vertoond wordt dat de kamer van dien naem is opgericht met het privilegie om 150 persoonen van den dienst der gilden te bevryden, en dat, nog by resolutie van burgemeester en schepenen van den 26 augusti 1553, en octroi der majesteit van den 14 februari 1560, 75 leden derzelve kamer vrygesteld zyn van gemelden dienst. Requestboek, 1590, fol. 237. | |
1594.‘Den 23 mai inkomst van Z.H. den aertshertog van Oostenrijck. Arken, tooneelen, enz. Zie Gebodboek E.’ Opgemelde Annales. | |
1607.19 october. Ordonnantie der stad, het publiek vermanende om de zotten der gilden niet te misdoen. Deze ordonnantie is vernieuwd den 24 juli 1640. Stadsordonnantieboeken. | |
1612.Replique der gilde van St-Lucas tegen de boekdrukkers der stad, waerin gezegd wordt dat de gilde hare generale ordonnantie heeft verkregen den 22 juli 1432, dat haer ten jare 1442 eene plaets vergund is in Onze Lieve Vrouwe kerk, om eene kapel te maken, en dat zy altyd gezag gevoerd heeft over de drukkeryen, het verkoopen en visiteren der boeken. Requestboek 1612, fol. 242. | |
1618.Reglement voor den Olyftak, in stads Ambachtsboeken, vol. III, fol. 13. Zie ook een request in myne Verhandeling over de Nederduitsche tael- en letterkunde in de zuidelyke provincien, II, bl. 55. Ander Request van St.-Lucas-Gilde, waerby gevraegd wordt om, met den vrede, de kamer wederom te ope- | |
[pagina 168]
| |
nen, daer er van alle kanten kaerten van beschryving gezonden worden. Appostille van 14 january 1619, alle de oude privilegien der kamer confirmerende; doch het getal van 75 gevryden op 50 verminderende. Requestboek 1618. 2.o fol. 52. | |
1624.Request van prince, dekens en oudermans van den Olyftak, vertoonende ‘hoe sy merckelijcke kosten ende tachterheden hebben te dragen; hoe sy door andere gilden in hunne privilegien worden verhinderd, zoodaniglijck dat er vele eenen grouwel van Rhetorica krijgen, ende de kamer verlaten, sonder hunne doodschuld te betalen... versoecken U Eerw. te willen ordonneren dat al wie daer uyt scheyden wilt gehouden sy de schuld, naer advenante van sijn paert, te betalen, item de doodschult.’ - Appostille van den 13 meert 1624, waerby dit wordt toegestaen. Requestboek 1624. 1.o, fol. 69. | |
1626.Request en appostille, bewyzende dat die van den Olyftak ten allen tyde eenen hoofdman uit de wet hadden, door het Magistraet gekozen. Requestboek 1626, fol. 116. | |
1630.Reglement voor de Goudbloem, derzelver personnagien, enz. Ambachtsboeken, vol. III, fol. 123. | |
1636.Request der gilde van de heylige Moeder Gods Maria genoemd de Goudbloem, vertoonende hoe zy, gewoon zynde na den feestdag van O-L-V-Geboorte in september eene vertooning te geven, door 2 a 300 persoonen is overvallen, die daer in zyn naer boven komen geloopen, en ‘hebben hun geweld gedaen.’ Appostille van den 8 october: ‘Myne heeren ordonneeren van niet | |
[pagina 169]
| |
te spelen dan voor de liefhebbers alleen, gedurende den tijt der contagieuse ziekte.’ Requestboek 1636, fol. 185. | |
1637.Request van de bestuerders der Goudbloem, vertonende, dat de stad alle jaren in hunne onkosten te goed kwam, voor huer, welke toelage volgens hunne rekenboeken bleek geweest te zyn, van het jaer 1502 tot in 1514, van twaelf guldens s'jaers, en verders van 24 guldens tot in 1570. - Zeggen voorts dat zy altyd ten dienste van de stad gestaen hebben, namelyk ook door hunne vertooningen by de inkomst van Z.M. in 1635, by welke gelegenheid zy, boven hetgene de stad bydroeg, wel fl. 500 hebben uitgegeven, en klagen eindelyk dat zy geene behoorlyke plaets voor hunne vertooningen hebben; midsdien, en dewyl, ‘de koophandel niet gaet, ende den pant boven de borse ledig staet’ verzoeken zy daerop hunne kamer te mogen verplaetsen. Apostille ad informandum van den 17 december 1637, zonder meer. Requestboek, 1637, fol. 214. | |
1640.Request van de Violiere, zich beklagende dat, door de nalatigheid van vroegere dekens, de doodschulden niet meer betaeld worden (vier guldens vier stuivers voor de mans, en vier guldens voor de vrouwen); verzoeken derhalve dat daerin voorzien worde. Zonder dispositief. Requestboek, 1640, fol. 116. | |
1643.Request van de Goudbloem, waerin: ‘Dat, mits het onderblijven van de camere van den Olijftack (waermede dese stad van het pensioen, dwelk sy aen de selve camere jaerlijcx was uytreykende, is ontlast) ende dat de Violiere, mits de menigte van ambagten ende natien, die daer onder schuylen, meer voor een ambacht is te | |
[pagina 170]
| |
reputeren als voor eene camer van Rhetorica, dat der suppl. gulde [zulks] eygenlijk ende alleen is, waer de aenghename conste van rhetorica ende poësie onderhouden wordt ende geexcerceert, houdende ten dien eynde eenen seer experten facteur ofte poëte, met gagie van 40 guldens sjaers, ende dat andere steden, namentlijck die van Mechelen en de rhetorijke camer aldaer verscheyde vryheden ende behulpsaemheden tot het exerceren van de voors. conste, jaerlijcx sijn genietende, soo verhopen de suppl. dat dese stad (die dander soo vele in magnificentie is te boven ghaende) niet min en sal willen doen; hun betrouwende op de gewoone discretie van uw eerw., keeren hun tot de selffe, oodtmoedelyk biddende dat (tot solaes van de sware oncosten, die sy moeten draghen, soo van hunne camerhuer tot 100 guldens sjaers, als andere, de welcke, mits het cleyn getal der guldebroeders, gecauseert door den quaden tijdt, jaerlijcx seer hooch loopen) U.E. ghelieve tvoors. pensioen te augmenteren tot 36 guldens sjaers, ofte wel de suppl. te versien van eene bequame camere; ende voorts hun te verleenen vrydom van accijse ende impost van sesse tonnen biers sjaers, tot het houden van de jaerlijcxe comparutiedagen, ende drye amen wijns totte feeste der voors. gulde.’ Apostille van 4 september, waerby jaerlyks 24 guldens, gedurende acht jaer, benevens den gevraegden vrydom van accyns wordt toegestaen, mids betalende poorters accyns. Requestboek, 1643, fol. 141. | |
1644.‘Gevende te kennen Constoeffenaers van de redenrijcke camere van den H. Gheest, die men noempt Olijftack, hoe dat niettegenstaende alle debvoiren, die geschiedt sijn tot restauratie der zelve camere, de selve geheel ende al vergaen soude, soo er geene andere middelen gebruyckt en worden tot desselfs onderhoudinghe.... | |
[pagina 171]
| |
versoecken daerom, naer het exempel van de Violiere, aen hunne deur te mogen geld ontfangen voor den incoom, ten eynde door geene quade jongens verstoord te worden.’ Appostille ad informandum van 17 december 1644, zonder meer. Requestboek 1644, fol. 170. | |
1663.‘Op St.-Lucas dach was de eerste feeste van de schilders ende Olijftack boven op de oostzijde van de borse, welke plaetse sy verkregen hadden van den magistraet, verlatende hunne camer op de groote merckt; ende waren toen dekens Martinus Huybrechts ende Gonzales Coques.’ Opgemelde Annales Antverpienses, ad annum. | |
1726.Het vertoonen van het spel van de passie wordt verboden. Ordonnantieboek, ter archieven van Antwerpen, op het datum van 8 april 1726. |
|