De literator R.M. van Goens en zijn kring. Studiën over de 18e eeuw. Deel 1

[p. 582]

Bijlage H. (bij blz. 158).
Schrijvers der ‘nieuwe bijdragen tot opbouw der vaderlandsche letterkunde’ (1763-1766).

(De met * geteekende stukken kan ik niet, of niet met zekerheid thuis brengen)

Deel I.

1-32 M. Tydeman; 33-64 J. Macquet; 65-68 J. Macquet (g.); 71-72 P. Paludanus (g., zeer vrij naar Lat. v. Amaltheus); 72-136 P. Paludanus; 137-152 F. van Lelyveld; 153-208 J. Macquet; 208-244 P. Paludanus; 245-250* wsch. Paludanus; 251-256* wsch. Paludanus (g.); 257-280 F. v. Lelyveld; 281-352 A. Kluit; 353-390* ‘J.F.’: d.i. J. Fortman?¹⁾ (vert. uit Hd. van G.C. Gebauer); 391-412 Z.H. Alewijn; 413-418 H. van Wijn (g.); 419-423 Paludanus (g.); 424 Paludanus (g., uit Lat. v. Sannazarius);²⁾ 447-472 H. Tollius; 473-500 H. van Wijn; 501-558* N. Hinlopen? (‘Het Genootschap Magna Molimur Parvi’); 561-571* (gg., uit het Lat. van Sannazarius, door genootschap ‘Dulces ante omnia Musae’); 572-578 (gg., uit zelfde genootschap).

1) Dat is ook om de archaismen niet onwaarschijnlijk.

2) 425-446 is bij de pagineering overgeslagen.

Deel II.

1-58 Z.H. Alewijn; 59-76 C.A. van Wachendorff (uit Utrechtsche genootschap ‘Musae noster Amor’); 77-150 J. Macquet; 151-160* ‘L.M.’: d.i. L. Trip?³⁾ (g.); 161-184* ‘Dulces a.o. Musae’; 185-228 H. van Wijn; 229-308 R.M. van Goens; 309-314* ‘A.’: d.i. misschien A. van Assendelft? (g., naar Latijn van Barlaeus); 315-320 H. van Wijn (g.); 321-329 M (acquet?) (g.); 330-336 F. van Lelyveld (g., naar Gessner); 337-372 Z.H. Alewijn; 373-398 C.A. van Wachendorff; 399-452 J. Macquet; 453-506 R.M. van Goens; 507-512 Ds. P. van den Bosch (g., naar Theocritus); 513-546 F. van Lelyveld; 547-666 R.M. van Goens; 667-675 J. de Kruyff (g.); 676-680 H. Bolt (g., naar eigen Latijn).

3) L. Trip gaf zijn werk uit onder letters ‘M.L.’