Abradates en Panthea(1710)–Maria de Wilde– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina VI] [p. VI] Op het treurspel Van Abradates en Panthea, Berymd door Mejufvrouw Maria de Wilde. Klinkdicht. O Hollands roem! en praal van 't machtig Amsteldam; In Ets-, in Teeken-, en in Schilderkonst ervaaren, En 't cierlyk Naaldewerk, als 't hand'len van de snaaren; Gepaard met Stemmuzyk, tot gloory van uw stam. Gy toond den rechten aard, uit wien ge uw oorsprong nam, Die de Outheen steets beschouwd, die zo veel wondren baaren, Dat gy genoopt wierd, om uw Poëzy te paaren, Met zo veel konsten, als uw Leerzucht reeds bekwam. Gy voerd ons ten Tooneel een voorbeeld, om te toonen, Hoe men den echten staat met liefde moet bekroonen, Die zelf tot in de dood altoos onwrikbaar staat. Hoe de ondeugd op Panthé haar gal en pylen spilde, Die steeds stant vastig bleef, verbeeld ons hier de Wilde; En liefde, en dapperheid, en trouw in Abradaat. H. Vande Gaete. Vorige Volgende