De wonderlijke historie van de Zwaanridder die in Nijmegen aankwam
(2005)–Martijn Wijngaards– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 108]
| |
Helias in NijmegenHertog Hendrik I van Brabant (1190-1235) is er altijd op uitgeweest om veel aanzien te krijgen. Hij laat geen gelegenheid onbenut. Omdat Hendrik in marktwerking gelooft, laat hij diverse steden bouwen om een solide machtsbasis te hebben.Ga naar eind72 Maar alleen een fysieke uitbreiding van zijn heerschappij blijkt niet genoeg, want je afstamming moet ook meewerken als je aanzien wilt genieten.Ga naar eind73 Gelukkig kan Hendrik in 1179 trouwen met Mathilde van Boulogne, gravin van de Elzas, Boulogne en Bouillon. Mathildes grootvader was niemand minder dan Graaf Eustatius III van Boulogne, de oudere broer van Godfried van Bouillon. Nu Hendrik is getrouwd met deze Mathilde is hij eigenlijk erfgenaam van deze beroemde kruisvaarder geworden. Dat kwam goed uit, want Hendrik is zelf ook een verwoed kruisvaarder. Als hij in 1197 betrokken raakt bij de zogenaamde ‘Duitse kruistocht’ gaat deze al niet helemaal naar zijn wens. De onderneming slaagt niet helemaal. De initiator van deze kruisvaart - keizer Frederik I Barbarossa - verdrinkt al in 1190 onderweg door Anatolië. Daardoor breekt in het keizerrijk een leiderschapscrisis uit. Hendrik maakt gebruik van de onrust door zowel in de Oriënt als thuis wat successen te boeken. In zijn streven naar het grote Neder-Lotharingische rijk van Karel de Grote weet hij kort Nijmegen in handen te krijgen. Ooit één van Karel de Grotes prestigieuze paltsen en op dat moment een belangrijke stad.
Ook op literair vlak opereert Hendrik erg slim. Hij laat een kroniek schrijven waarin het hele leven van Godfried van Bouillon is opgenomen. Daarbij laat hij de al bestaande verhalen over de eerste kruistochten voegen. Het Zwaanridderverhaal geeft dus niet alleen prestige aan de afkomst van Godfried - en dus van Hendrik zelf. Het opvoeren van Nijmegen in de tekst maakt het verhaal nóg mooier dan het al is. Bovendien is Nijmegen ook een geloofwaardige plaats waar een keizer verblijft. Alle keizers Otto (I t/m III) kwamen er graag.Ga naar eind74 Alleszins kun je aannemen dat de keuze voor de Waalstad heel bewust is gemaakt.Ga naar eind75
Het zou ook kunnen dat Nijmegen voorkomt in het verhaal omdat in 1047 daar een gebeurtenis plaatsvond die diepe indruk maakte op tijdgenoten. Godfried II ‘met de Baard’ van Lotharingen (†1069, de échte opa van Godfried van Bouillon) had een geschil met keizer Hendrik III over zijn opvolging in het hertogdom van Neder-Lotharingen. Toen de keizer in 1047 wilde terugkeren naar Nijmegen van een mislukte veldtocht in Holland, hadden de leenheren de oude keizerstad platgebrand.Ga naar eind76 Totdat Frederik I Barbarossa de burcht herstelde in 1155 kon er geen keizer verblijven in het kasteel. De indruk die zowel vernietiging als restauratie gemaakt moet hebben op tijdgenoten laat zien dat er enig respect was voor de status en ouderdom van de stad Nijmegen.Ga naar eind77 | |
[pagina 109]
| |
Litho naar A.J. Couwenberg in: De Gelderse Volksalmanak van 1835. Je ziet de Zwaanridder hier in Nijmegen aankomen. Maar pas op: hij heeft hier dubbele zwaanaandrijving!
|
|