Hoe Helias zijn geliefden al zijn avonturen vertelde ne hoe hij in het klooster ging
Nu Helias teruggekomen was bij zijn vader en moeder en daar enige tijd was gebleven, wilde hij naar een plaats gaan om als gelijke onder gelijken God te dienen. De plaats waar de koning een klooster had laten bouwen. Zo riep Helias zijn familie en vrienden bijeen en vertelde hun al zijn avonturen die hij had beleefd vanaf zijn vertrek uit Lillefoort. Daarna zei hij: ‘Mijn beminde vader en moeder, mijn lieve broeders en zuster en al mijn hartsvrienden, ik neem nu van u allen afscheid om mijn leven te beteren. Ik word broeder om voor mijn ziel te zorgen. Ik zal bidden voor iedereen. Daarom, mijn broeders en heren, verzoek ik u nederig dat u het land wilt helpen beschermen, als vrome ridders en erfgenamen.’ Hier wilde niemand iets tegen inbrengen, omdat het Gods wil was en de zaligheid van zijn ziel een goed voorbeeld was voor allen. Maar de heren hadden veel verdriet van Helias' vertrek.
Helias vertrok met een stok in zijn hand naar het klooster dat zijn vader had gesticht. Daar werd hij blij ontvangen door de andere broeders. Daarna liet Helias een grote burcht bouwen, gelijkende op het slot van Bouillon in de Ardennen. Tot profijt van het klooster gaf hij dat grote vrijheden en liet er marktplaatsen bouwen waar iedereen mocht gaan en staan waar hij wilde. Hij riep dertig broeders op om God te dienen en hij bleef bij hen en hield zich trouw aan dezelfde kloosterregels.