Hoe Helias in Lillefoort kwam en hoe de zwaan door Gods wil terugkeerde in zijn menselijke vorm
Toen de edele koning Oriant op een dag aan tafel zat met zijn koningin en vijf kinderen, kwamen op de rivier hun twee andere zonen aan: Helias en de zwaan, zijn broer. Die had hen daarheen geleid. Wanneer Helias nabij de plaats Lillefoort was, blies hij vrolijk op zijn hoorn. Zijn vader hoorde het geluid, stond gauw op van tafel en zei: ‘Mijn vrouw en mijn kinderen, wees blij, want hier komt mijn zoon Helias!’ Door het venster zagen ze Helias uit de boot stappen. De kinderen gingen hem tegemoet. Opgewekt omhelsden en kusten zij hem. Samen gingen ze naar het paleis, waar vader en moeder hem blij ontvingen.
Toen vroeg Beatrijs: ‘Mijn zoon, waar bent u geweest? Het is acht jaar geleden dat wij u voor het laatst hebben gezien.’ Helias antwoordde: ‘Als God het wil, komt u dat - op een ander moment - te weten.’
En zij vroeg: ‘Waar is onze zoon, de zwaan, die uw boot voorttrok?’ Helias zei: ‘Die is teruggekeerd naar de gracht. Maar ik zal hem gaan halen. We zullen eens zien of wij hem door te bidden in zijn menselijke gedaante kunnen terugbrengen.’
Dat vonden zijn ouders goed. Hij ging naar de rivier en riep zijn broer, de zwaan, bij zich. Die kwam vrolijk naar hem toe. Helias leidde hem naar het paleis, net zoals hij hem had geleid. Eenmaal aan het hof gekomen, gaf de koning het bevel tot een dag van vasten en gebed, waarop iedereen eensgezind tot God zou bidden om zijn zoon zijn oorspronkelijke gestalte terug te geven.
Intussen had de koning de goudsmid ontboden die de twee drinkbekers had gemaakt van de ketting van deze jongen. Hij beval hem om daarvan weer een ketting te maken, wat de goudsmid onmiddellijk deed. Hij bracht deze naar de koning en die gaf hem aan Helias.
De volgende dag gingen de koning, de koningin, Helias met zijn broer, de zwaan, en zijn broers, zuster en alle heren naar de kerk. Daar vonden ze de geestelijken en bijna al het volk van Lillefoort, om eendrachtig te bidden. Toen iedereen klaar was met het aanroepen van God, zette Helias de zwaan op een altaar. Hij hing hem de ketting om de hals en knielde met allen die daar aanwezig waren. Samen hebben zij God gevraagd of Hij zijn genade en barmhartigheid wilde tonen aan de koningszoon en om hem in zijn menselijke gedaante terug te veranderen.