Hoe de hertogin en haar dochter naar Nijmegen trokken
Vlak na Helias' vertrek uit Bouillon, kwam de hertogin met haar dochter in Nijmegen voor de keizer. Wenend en klagend over haar goede man, die haar verlaten wilde, zei ze: ‘Och genadige heer keizer, heb medelijden met mij en mijn dochtertje. Want tenzij u iets kunt doen, verlies ik degene die u mij gaf tot man en heer.’
‘Hoezo?’, vroeg de keizer. Zij zei: ‘Hij wil terugkeren naar het land waar hij vandaan kwam toen hij mij destijds kwam beschermen. Want de zwaan die u toen zag is weer gekomen met zijn boot en heeft hem gehaald. Hij is nu bij hem.’ ‘Je moet hem boos gemaakt hebben,’ zei de keizer toen. Zij vertelde hoe ze haar belofte aan hem had gebroken.
Terwijl zij zo samen spraken, kwam de edele Helias met de zwaan aan bij het paleis van de keizer. Hij blies zijn hoorn, zoals hij eerder deed. De keizer zei: ‘Ik hoor uw man.’ Zij zei: ‘Ik weet wel dat hij hier zou komen, maar het is om afscheid van u te nemen en van ons. Hij keert nooit meer terug, tenzij u, wijs als u bent, wat anders beveelt.’
Toen kwam Helias voor de keizer, die hij hoffelijk groette. De keizer ontving hem liefdevol. Helias zei: ‘Ik heb het hertogdom van Bouillon verlaten, want ik zal dat niet meer besturen. Ik moet terugkeren naar het. land waar ik vandaan kom. Dus ik geef mijn dochter aan u. Moge zij als uw eigen dochter zijn en ik verzoek u of u als een vader en een vriend voor haar wilt zijn. En dat u haar wil uithuwelijken als u de tijd rijp acht, zoals u dat bij ons huwelijk deed. Wilt u haar beschermen en de vrijheid van haar land? Ik zal er niet meer terugkomen.’
Daarop zei de keizer: ‘O edele ridder, mijn vriend. U hebt een grote eed gezworen en u behoort hieraan te voldoen. Uw echtgenote verlaten is tegen God en de liefde. Hier is uw dochter Yda. Het is uw plicht om haar te beschermen!’
Helias zei: ‘Ik ben genoodzaakt om te vertrekken naar een ander land. Daarom verzoek ik u dat u mij wilt vergeven wat ik heb misdaan, want ik mág niet langer blijven. Zie daar de zwaan die op mij wacht.’
Toen zei de keizer: ‘God wil dit, dus ik mag hier niets tegen inbrengen.’ Helias kuste wenend zijn vrouw en dochter en vroeg de keizer voor hen te zorgen. De keizer beloofde het beste te doen en zijn dochter uit te huwelijken wanneer dat profijtelijk zou zijn.