Hoe Helias het hertogdom van Bouillon verliet en van zijn vrouw scheidde, omdat zij nogmaals had gevraagd naar waar hij vandaan kwam en hoe de zwaan zich opnieuw vertoonde met de boot om hem weg te voeren
Op een nacht, toen de hertogin bij haar man lag, vroeg zij nog eens naar zijn afkomst. Ondanks zijn verbod, maar het is zoals men zegt: dat wat men vrouwen verbiedt, doen ze het liefst. ‘O heer, ik zou zo graag weten van welke komaf u bent.’ Toen Helias dat hoorde, was hij erg droevig. Hij antwoordde woedend: ‘U wist toch dat het geheim moest blijven! Ik beloof u dat ik morgen uit dit land zal weggaan naar Nijmegen, om - in aanwezigheid van alle heren - toestemming van de keizer te krijgen om van u te scheiden.
De hertogin weende zeer, beklaagde haar volk en zei: ‘Helaas! Nu heb ik de liefde van mijn man verloren, omdat ik te veel heb gesproken! Ik heb mijn mond niet kunnen houden!’ Zij ging ook naar het bed van haar dochter, die haar vader zeer liefhad, en vertelde haar alles. Zij ging daarop naar haar vader, jammerlijk wenend: ‘O lieve vader, heb toch medelijden met mijn moeder en mij! Helaas, wat zal er van mij komen als u weggaat? Och, ik zal vaderloos blijven in mijn jonge jaren. Mijn dierbare vader, verlaat ons niet!’
Toen de edele man dit zag, troostte hij haar en zei: ‘Mijn lieve dochter, wees niet zo bedroefd, want ik zal goed voor u en uw moeder laten zorgen.’
's Morgens stond de hertog droevig en wenend op en sprak tot zijn heren: ‘Ik gebied u dat u mijn vrouw en dochter wilt vergezellen naar Nijmegen. Daar ga ik aan de keizer een verzoek doen. Dat ik hem alle zaken geef die ik bezit, want ik zal nooit meer terugkeren. Mijn vrienden, ik beveel u dat u altijd het land van Bouillon wilt verdedigen, en mijn vrouw en dochter. De tijd is gekomen dat ik moet vertrekken, want u zult een zwaan zien komen die een bootje brengt. Hij zal mij naar Nijmegen vervoeren.’
Helias was nog niet uitgesproken of daar kwam de zwaan, zoals hij had gezegd. Hij krijste hard, alsof hij Helias riep. Die nam sober afscheid van hun allen. De edelen weenden zeer, omdat hij zijn vrouw en kind achterliet, wat buitengewoon treurig was om te zien. En alle burgers beklaagden het vertrek van hun heer.