Hoe Helias vocht tegen de graaf van Frankenborch en van hem won
Oe edele Zwaanridder ging weer naar de keizer en zei: ‘Heer, laat degene die deze vrouw onteert en ter dood heeft beschuldigd in het strijdperk treden, want ik ben bereid om tegen hem te vechten.’ Nadat hij dit had gezegd, stapte de graaf naar voren en zei: ‘Vriend, wat wilt u? U toont zich zeer moedig, dat u zich zo graag bemoeit met een zaak die u niets aangaat!’ Helias zei: ‘Zie hier mijn handschoen, die ik u geef ter ere van God en om de minne van die edele vrouwe. U zult zien wat een ridder en avonturier kan doen.’
De graaf nam de handschoen op en meteen werd het gevecht afgeroepen door de keizer. Van beiden ontving hij een eed en vroeg hen wanneer ze wilden vechten. Helias wilde dit graag meteen doen, wat hij dan ook voorstelde. De graaf wilde de schande nog steeds niet ongedaan maken, dus het strijdperk werd gereedgemaakt.
Zo kwamen de kampioenen daar. Helias bracht zijn zilveren schild met het dubbele kruis mee. Ook de graaf kwam wel voorzien daar. De keizer en zijn heren waren toeschouwer, de hertogin, haar dochter en vele anderen met hen ook. Toen de hertogin en haar dochter hun kampioen Helias zagen, baden zij tot God of Hij hem wilde helpen. Of Hij hem de overwinning wilde bezorgen, om de hertogin in haar recht te zetten.
De ridders stormden zó hard op elkaar af dat hun lansen braken. Daarna vochten ze met het zwaard. Zodanig dat hij de graaf niet van zijn lijf kon houden. Maar de vrome Helias hoopte altijd op hulp van God, want hij was degene die voor het recht streed.
Opeens verzocht de graaf Helias dat hij hem wat tijd gaf om met hem te praten. Dat deed Helias, waarop de graaf zei: ‘O edele ridder, laten we alstublieft de strijd staken. Stel mij in mijn recht en ik geef u mijn dochter met daarbij het land van de Ardennen, dat zeer vruchtbaar is.’
Helias zei: ‘Meent u nou echt dat ik zal toegeven aan uw verraad? Ik liet mij liever stukje bij beetje ontleden! Daarom, spreek er niet van! Van mij zult u geen medelijden krijgen! Ik heb God - die mij hierheen gezonden heeft - beloofd dat ik vandaag de hertogin zal verlossen van alle valse beschuldigingen en dat ik haar dochter zal trouwen. Als dit tegen uw wil is, verdedig dan uw leven!’
De graaf sloeg Helias toen op zijn rechterarm. Zijn zwaard viel. Helias sprong