De zwaan riep wonderwel drie of vier keer ter aansporing, waarover iedereen zeer verbaasd was. Daarop ging Helias meteen met al zijn geliefden naar het water, waar de zwaan was. Zodra de zwaan hem zag, speelde hij met zijn vleugels op het water of hij hem werkelijk welkom heette. Helias zegende de zwaan. De zwaan boog naar hem met zijn hoofd en toonde eerbied voor hem.
Maar het was nog geen tijd voor hem om in zijn menselijke vorm te veranderen. Zo had God bepaald, vanwege de grote gebeurtenissen die eerst moesten plaatsvinden. De koning en de koningin hadden veel verdriet om hun kind, hun edele bloed, dat was veranderd in een zwaan.
Aldus is Helias in de boot gestapt en nam afscheid van zijn geliefden. Zij waren zeer bedroefd, omdat hij wegging naar vreemde landen, voortgetrokken door de zwaan.
De zwaan zette zich voor de boot en zwom op het water, zodat ze in korte tijd weg waren van Lillefoort. Hij trok de boot van rivier tot rivier naar de plaats waar Helias was voorbestemd om een vrouw te krijgen. Zij zou een mooie dochter krijgen, die drie zonen zou krijgen die het christendom zouden versterken. De eerste zou Godfried van Bouillon heten, die ooit koning van het Heilige Land van Jeruzalem zou worden. De tweede broer was Boudewijn, die datzelfde koninkrijk zou besturen na hem. De derde was Eustachius, die een groot prins zou zijn, maar geen koning zoals de andere twee, omdat hij eens van de borst van een andere vrouw zou drinken dan die van zijn eigen moeder, hetgeen later nog wordt uitgelegd.