Hoe Koning Oriant met zijn raad vergaderde om te besluiten wat hij moest doen met zijn koningin, die ten onrechte was beschuldigd door zijn moeder Matabrune
Hierna vergaderde de koning met zijn raad van geestelijke en wereldlijke heren. Hij sprak: ‘Ik heb u allen laten komen vanwege mijn koningin. Mij is gezegd dat ze met een hond geslapen heeft. Daarom zou ik mij schamen als ik haar als vrouw zou moeten houden. Ik wil het beste advies dat u mij kunt geven.
Een wijze man, een bisschop, werd aangewezen om als eerste het woord te voeren. Hij zei: ‘Heer koning, met uw goedvinden, en die van u, heren, zal ik u zeggen wat ons allen het beste lijkt te doen met uw koningin - van wie men zegt dat ze 7 honden heeft gekregen. Ik verzoek u dat ze niet zal sterven. Het is mogelijk dat, terwijl ze sliep, een of ander beest is gekomen. Buiten haar medeweten om kan de hond deze overspelige daad gepleegd hebben. Hierom is zij niet schuldig. Ook uw edele lichaam heeft bij haar gelegen, na het voltrekken van het huwelijk. Het dunkt mij - bij uw waardigheid - dat u haar niet zult laten doden, maar dat u haar gevangen zult houden op een eervolle plaats, tot dat God van Zich laat horen. Hij is een Eerlijke Rechter. De waarheid zal nog wel geopenbaard worden.
Door deze raad was de koning erg opgelucht. Het was hem zo het meest aangenaam, omdat hij nog altijd zeer veel de koningin hield. Toen stond een andere ridder op, die op erg beschuldigende toon zei: ‘Heer koning, wilt u deze vrouw laten leven, die u zo'n grote schande aangedaan heeft? Indien zij altijd gevangen blijft, mag u nooit meer een andere vrouw trouwen en zal uw koninkrijk blijven zonder uw erfgenaam. U zou haar moeten laten verbranden! Dat heeft ze wel verdiend! U kunt dan met een ander trouwen, zodat u meteen alle verdriet kunt vergeten.’
De koning vond deze raad maar niets. Hij besloot en sprak als iemand die de koningin wilde beschermen: ‘Mijne heren, of zij de dood schuldig zijn, zo heb ik beloofd - en dat beloof ik nogmaals - dat ik na haar dood nooit meer een andere vrouw zal trouwen. Voor geen goud ter wereld.’
Daarop besloten de heren dat zij gevangen zou blijven, zoals de bisschop het verwoord had. Ze werd gevangen gezet op een eervolle plek, alwaar ze door twee ridders werd behandeld als een koningin. Toen Matabrune hoorde dat de bisschop zich hiervoor uitgesproken had, begon hem te vervloeken en allerlei schandelijke dingen over hem te roepen.