Odiel Defraeye en het wonderjaar 1912.
In 't eigenste jaar de Ronde van België winnen, Milaan-San Remo en de Ronde van Frankrijk, ja, als men zulke pluimen op den hoed te steken heeft, kan men gerust door de wereld van de sport gaan om te vragen: wie 't ooit wel beter deed?...
- Ik heb vele Ronden van Frankrijk gevolgd, heeft me Ludovic meer dan eens gezegd, vele overwinnaars gekend en gezien, maar de sterkste indruk is toch deze, die Odiel Defraeye op mij heeft gemaakt.
En Marcel Buysse, die 't beaamde:
- Ik weet wat rijden is, omdat ik er ook iets van ken, maar lijk Defraeye het kon in 1912, neen, zoo iets wist ik nooit door andere renners voren doen.
Die indruk van macht en van ‘nog meer kunnen’ kwam van 't feit, dat Odiel zoo onbewegelijk in den zadel zat, lijk iemand die gedurig de onuitgesproken vraag herhaalt: of het dan werkelijk zoo lastig is? En waarom al dat geweld er bij moet?
Dat was in verband met de tegenstrevers, die al de moeite van de wereld hadden, om hun rijwiel op de bergen te krijgen, terwijl Defraeye naar boven scheen te ‘wandelen’!
Goethe heeft maar één Faust geschreven, en Vondel maar één Lucifer. Ook genieën kunnen zich uitputten, en groote schilders hebben geniale dingen geborsteld, die ze later nooit meer konden nadoen. Waarom heeft Odiel Defraeye nooit meer dat hoogtepunt bereikt van 1912? En vooral, lijk in die Ronde van Frankrijk?... Hij zou nochtans zoo geerne nog zulk een perel gehecht hebben, aan zijn rijke kroon van zegepralen!
Ik heb Defraeye persoonlijk zoo goed gekend. Zoo stipt in zijn levenswijze, zoo nauwgezet in 't werk. En die Ronde