Suriname gezien door kinderogen
(2008)–Marie Wijk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26-27]
| |
DjoelDjoel wordt gespeeld met twee teams van twee spelers. In het zand of op het gras wordt een groot vierkant uitgezet. De maat kun je zelf bepalen maar vaak zijn de zijden wel 15 meter lang. Het grote vierkant deel je in vier gelijke vakken. Eén team stelt zich op aan één kant buiten het vierkant. Deze lopers moeten via de vakken het vierkant oversteken en daarna weer terug komen. Daarbij worden ze gehinderd door het andere team, de bewakers. Als één van de lopers wordt getikt door de bewakers, hebben de bewakers gewonnen. De bewakers mogen alleen op de lijnen lopen. Eén op de helft van het vierkant waar de lopers starten en één op de andere helft. Als beide lopers de middelste lijn zijn overgestoken, mogen beide bewakers dezelfde helft bewaken. Dat mag ook op de terugweg. | |
[pagina 28]
| |
VliegerenHet voorjaar is een geschikte tijd om te vliegeren. Het is droog en er staat veel wind. Het spannendste is om mesjes aan de staart van je vlieger te binden en te proberen de draad van de vlieger van je tegenstander door te snijden. | |
[pagina 29]
| |
VoetbalVoetbal is de populairste sport in Suriname. Elke wijk en elk dorp heeft wel een eigen voetbalveld. Veel bekende Surinaamse voetballers spelen bij Europese topclubs. | |
[pagina 30]
| |
ZangvogelsVeel volwassen mannen hebben één of meer zangvogeltjes. Op zondag gaan ze vroeg in de ochtend naar de zangwedstrijden. Twee kooitjes worden dicht bij elkaar gehangen. Twee scheidsrechters luisteren ingespannen en houden de score bij. Het vogeltje dat het vaakst zingt is de winnaar. | |
[pagina 31]
| |
BigidansiEen verjaardag, een huwelijk of schoolfeestje. Er is altijd wel een reden te bedenken voor een bigidansi, een groot dansfeest. | |
[pagina 32]
| |
Muziek zit Surinamers in het bloed
| |
[pagina 33]
| |
WajangWajang is een Javaans poppentheater. Meestal zijn de poppen alleen te zien als schaduwen op een scherm. Vaak worden verhalen uit de Ramayana en de Mahabarat nagespeeld. Dit zijn twee heel oude boeken uit zuidoost Azië, met spannende verhalen over goden, demonen, koningen, prinsen en prinsessen. De verhalen uit deze boeken worden ook uitgevoerd in veel Javaanse dansen en in het Ramlila theater van de Hindoestanen. | |
[pagina 34]
| |
Djaran kepangDjaran kepang komt oorspronkelijk uit Java. Na een openingsdans roept de dukun, de leider, de geesten op. De dansers raken in trance. Op een teken van de dukun gaan ze zich elke keer als een ander dier gedragen. Ze hinniken en eten gras als een paard, of grommen en sluipen als een tijger. Ze doen ook andere dieren na. Na afloop van de dans maakt de dukun ze weer wakker. De geest in hen verdwijnt dan. De dansers kunnen zich er vaak niets meer van herinneren. |
|